Luchtvervuiling en corona in de (online) aardrijkskundeles
Dit artikel is in verkorte vorm gepubliceerd in Het Parool van 18 april 2020
Via digitaal schoolboek en Skype het klimaatsysteem van Köppen leren. Thuis drie hoog achter in Amsterdam. Er zit weinig anders op in tijden van corona. Af en toe rent ze een stukje hard in de buurt en verder besteedt ze veel tijd aan haar schoolwerk. Köppen, is dat relevante aardrijkskunde in tijden van corona? Mijn bijlesleerlinge vraagt het zich niet af. Ze vindt het eigenlijk best interessant. Onlangs kwam ze zelf aanzetten met kaartjes van de afgenomen luchtvervuiling in China. 'Dat het zo erg was, wist ik niet', zei ze en vervolgens ontspon zich een gesprek over corona als intermezzo in onze Skypeles over klimaten.
Niet alleen de NASA beelden die de hoeveelheid stikstofdioxide in de lucht in China laten zien zijn spectaculair. Ook die van de Povlakte en de Randstad. Het is niet toevallig dat gebieden met een hoge bevolkingsdichtheid veel bedrijvigheid en verkeer en daardoor ook veel luchtvervuiling kennen. In tijden van corona is dat opvallend minder. Pure winst. Kunnen we dat niet zo houden?
Het RIVM, zo meldden diverse media onlangs, gaat waarschijnlijk meedoen met een internationaal onderzoek van het MCC Collaborative Research Network. MCC staat voor Multi-City Multi-Country. Dat is een netwerk van onderzoeksteams die proberen bewijs te vinden voor relaties tussen weersgesteldheid en gezondheid. Uit Harvard onderzoek zou blijken dat gebieden met een verhoging van fijnstof in de lucht meer sterfgevallen door corona kennen. Wie langdurig bloot gesteld wordt aan fijnstof, zoals in grote steden, loopt een grotere kans te overlijden aan het coronavirus dan iemand in een omgeving met minder luchtvervuiling. In het blad Environment Pollution melden Conticini en collega’s deze maand dat de sterke luchtvervuiling in Noord-Italië mede het hoge aantal sterfgevallen in dat gebied kan verklaren.
De vraag is hoe het relatiepatroon precies loopt. Natuurlijk wordt corona niet veroorzaakt door luchtvervuiling, maar het kan zich wel sneller en gemakkelijker verspreiden in dichtbevolkte gebieden met veel luchtvervuiling. Een andere vraag is, of mensen met door luchtvervuiling verzwakte of aangetaste longen ook meer last zullen hebben van corona. Waarschijnlijk wel.
Bij slechte luchtkwaliteit zullen velen denken aan fijnstof. Veel fijnstof leidt volgens het RIVM tot meer sterfte en een kortere levensduur. Dat komt in Nederland vooral voor in (lucht)havengebieden en gebieden met veel landbouwstallen. Dus bij Amsterdam, Velzen, Rotterdam, in Noord-Brabant, Limburg en Gelderland. De verspreiding van fijnstof in Nederland is goed te zien op de EduGIS kaart uit 2016. Verder weten we dat vieze lucht bij windstil weer blijft hangen in lager gelegen gebieden tussen heuvels of bergen, zoals het geval is bij Beijing en in delen van de Povlakte.
Geografische kennis van gebieden blijkt dus van essentieel belang bij gezondheidsvraagstukken. Ebola, malaria, SARS en corona zijn niet los te zien van de kenmerken van de gebieden waar deze ziekten voorkomen. En Köppen, moeten we dat dan maar vergeten? 'Echt niet', zegt mijn bijlesleerlinge, 'want wind, temperatuur en neerslag zijn handig om te begrijpen waar je wel en niet op vakantie moet gaan als hopelijk straks corona de wereld uit is.'