Nederland als Groenblauwe Metropool

15 juni 2018
Dit artikel is verschenen in: geografie juni 2018
Nederland
Kennis
FOTO: MANFRED.D
Essentieel voor de economische ontwikkeling: internationale topmilieus, zoals The Strip op de High Tech Campus in Eindhoven.

Het IBM Global Location Trends Rapport uit 2017 plaatste de Randstad in de mondiale top-3 van aantrekkelijkste stedelijke regio’s voor buitenlandse investeringen, na Londen en Parijs. Ook de inkomende migratie is aanzienlijk. Gekoppeld aan de toenemende verstedelijking dreigt de Randstedelijke zone dicht te slibben. Pieter van der Heijde pleit voor de ontwikkeling van een Groenblauwe Metropool.

Nederland heeft een grote internationale aantrekkingskracht vanwege het gunstige fiscale klimaat voor bedrijven, de internationale bereikbaarheid door de lucht, hoogwaardige werklocaties en een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. In 2017 nam de bevolking met 100.000 toe, waarvan 80.000 door buitenlandse migratie. In hetzelfde jaar noteerde het NIDI 11% groei van het inkomend toerisme – de historische binnensteden worden meer bezocht dan ooit. In het aprilnummer van Geografie beschrijven Van Melik en Nieuwland hoe Amsterdam tegen de grens van haar toeristische opvangcapaciteit aanloopt, en leefbaar en betaalbaar wonen in de binnenring probeert veilig te stellen. Wonen in de stad is populair en de verstedelijking gaat voort. Volgens het NIDI groeien de stedelijke gemeenten sterker dan niet-stedelijke, en neemt de bevolking in de Randstad sneller toe dan in de rest van het land.

Mondiale trend

De ontwikkelingen passen in een internationale trend. Inmiddels woont meer dan de helft van de wereldbevolking in steden. Dit gaat samen met een sterke migratie van arme en onveilige landen naar welvarende en veilige oorden. De wereldeconomie groeit gestaag en de ontwikkeling naar een global village zet door. Het IMF verwacht voor de komende jaren een groei van 3,9%, maar tekent daarbij aan dat inflatie, klimaatverandering, cyberdreigingen, witwaspraktijken en politieke spanningen de trend kunnen verstoren.

In Nederland zullen deze mondiale krachten waarschijnlijk bovengemiddeld merkbaar zijn – vooral in de Randstad en de zuidwestcorridor van Amsterdam-Amstelveen-Haarlemmermeer. De afgelopen tien jaar groeide de werkgelegenheid in de Randstad ondanks de economische crisis 15%, en in de zuidwestcorridor zelfs 25%. Naar verwachting zal dit gebied de komende periode blijven fungeren als motor van de Nederlandse economie.

Ook andere grootstedelijke gebieden zoals Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven zullen samen met hun randgemeenten van de ontwikkelingen profiteren, en dan met name de topsectoren, zoals de high tech in Eindhoven, Delft Science Park en Lifescience in Leiden. De hightech systemen en materialen bieden volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek inmiddels 467.000 banen (2017). In de regio Eindhoven nam deze werkgelegenheid in de afgelopen tien jaar met 15% toe.

De economische ontwikkelingen stralen ook uit naar andere delen van het land. Zo steeg de werkgelegenheid het afgelopen decennium 5 tot 15% in de intermediaire zone die zich uitstrekt van Groningen tot en met Zuidoost-Brabant (figuur 1 en 2). Uit de studie De Kracht van Oost-Nederland blijkt dat de economische groei in het oosten zelfs iets hoger is geweest dan het nationaal gemiddelde (zie ook de bijdrage van Gert-Jan Hospers op pag. 17). Het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving (2015) verwachten voor Nederland tot 2030 een gemiddelde groei van 1 tot 2%.

FIGUUR: BUREAU STEDELIJKE PLANNING (2018)
Figuur 1 (boven): Ontwikkeling totaal aantal banen (2006-2016) per Coropgebied.
Figuur 2 (onder): Bruto regionaal product in Coropgebieden (2015)
FIGUUR: BUREAU STEDELIJKE PLANNING (2018)

Mede door dergelijke ontwikkelingen zal Nederland de komende decennia verder verstedelijken. ABF Research (2018) prognosticeert tot 2035 een behoefte aan een miljoen nieuwe woningen, en Bureau Stedelijke Planning berekende vorig jaar dat er alleen al in het komende decennium behoefte is aan minimaal 3 miljoen vierkante meter nieuwe kantoren. Ook de vraag naar nieuwe bedrijventerreinen zal toenemen. Als gevolg van de welvaart en het internationale toerisme zal daarnaast meer behoefte ontstaan aan recreatiewoningen en vrijetijdsvoorzieningen. Een eventuele economische crisis zal mijn inziens hooguit de snelheid van de ontwikkelingen temperen, maar de richting staat vast.

Groenblauwe Metropool

Gezien de enorme behoefte aan stedelijke functies is nu de grote vraag hoe we ons land ruimtelijk willen ontwikkelen. Als we op dezelfde voet doorgaan als de afgelopen vijftig jaar zal vooral de Randstad volledig dichtslibben. Het alternatief is om hier de komende decennia een aantrekkelijk metropolitaan gebied ontwikkelen, met behoud van groene en waterrijke plekken die zo specifiek zijn voor ons land. Een Groenblauwe Metropool, die de concurrentie aankan met andere metropolitane regio’s in Europa.

De Groenblauwe Metropool zou zich uiteindelijk kunnen uitstrekken over het hele economische kerngebied van Nederland. Van de Randstad tot en met de Brabantse stedenrij, ArnhemNijmegen, de Food Valley en de regio Zwolle. Met het Groene Hart en de rest van Nederland als aantrekkelijke achtertuin. Deze afwisseling tussen (hoog)stedelijk gebied en een aantrekkelijke groene en waterrijke omgeving met sfeervolle dorpen is een unique sellingpoint in vergelijking met andere metropolitane regio’s.

Om het groene en blauwe karakter van Nederland ook op termijn veilig te stellen is het cruciaal te streven naar verdichting in het bestaande stedelijke gebied, met – veel meer dan in de afgelopen decennia – (middel)hoogbouw. Vooral rond de binnensteden en in en rond de stadsdeelcentra en (grote) wijkcentra van na de Tweede Wereldoorlog. Alleen al in de laatstgenoemde centra kunnen 15.000 tot 25.000 nieuwe woningen gerealiseerd worden. Ook verouderde haven- en industriegebieden lenen zich hier prima voor zoals Stadshavens in Rotterdam (circa 10.000 woningen en 13.000 arbeidsplaatsen) en Havenstad in Amsterdam (40.000- 70.000 woningen).

Naast verdichting is uitbreiding van het stedelijke gebied onvermijdelijk. Volgens de Brinkgroep is maximaal 55% van de woningbehoefte binnen de contouren van bestaand stedelijk gebied te realiseren. Bovendien: niet iedereen wil in (hoog)stedelijk gebied wonen of werken. Zo wees het CBS onlangs op een sterke uitstroom van jonge gezinnen uit de grote steden. Denk hier aan nieuwe tuinsteden op niet al te grote afstand van het stedelijke gebied en uitbreiding van bestaande kernen – bij voorkeur in de nabijheid van het openbaar vervoer, zoals Randstadrail en andere regionale ov-netwerken, met behoud van de mooiste delen van het groene gebied.

Nieuwe centra

De nieuwe centra in de naoorlogse uitbreidingsgebieden zijn gebaat bij een optimale mix aan functies, net zoals de binnensteden die kennen. Behalve aan woningen en diverse voorzieningen kunnen de nieuwe centra ruimte bieden aan kantoorhoudende bedrijven op zoek naar een dynamische locatie met veel voorzieningen en optimale ov-verbindingen. Dit sluit aan op de huidige flexibiliseringstrend waarin wonen, werken, winkelen en vrije tijd steeds meer door elkaar lopen.

Versnippering van centrumfuncties over het stedelijke gebied is contraproductief; het gaat er juist om deze zo veel mogelijk te concentreren, zodat een complete mix van voorzieningen ontstaat. Een interessant voorbeeld van een compleet nieuw centrumgebied met regionale reikwijdte is Leidsche Rijn Centrum met een optimale mix aan woningen, winkels, kantoren en vrijetijdsvoorzieningen, als een ‘tweede binnenstad’ van Utrecht. Ook op de Amsterdamse Zuidas en Sloterdijk Centrum, voorheen een monofunctioneel kantorengebied, komt nu een mix van kantoren, woningen en voorzieningen tot stand.

Aan winkels bestaat vooral een overschot. E-commerce heeft het winkelgedrag ingrijpend veranderd. Veel winkelgebieden hebben hier sterk onder geleden, maar het ene meer dan het andere. Winkels verschuiven steeds meer van (plek voor) uitstalling en transactie, naar beleving en inspiratie. In de toekomst gaat het bij winkelen misschien vooral nog om zien, voelen en uitproberen van producten, waarna je met een druk op de knop het artikel van je gading bestelt. Ook de recreatieve kant van winkelen wordt belangrijker, mogelijk in combinatie met een bezoek aan horeca of vrijetijdsvoorzieningen.

Als het om winkelen gaat, hebben vooral de binnensteden van de grote steden de toekomst. Daarnaast is er ruimte voor een paar grote stadsdeelcentra zoals de Mall of the Netherlands, die nu in Leidschendam-Voorburg verrijst. Maar zulke ontwikkelingen zijn slechts in enkele gebieden mogelijk. De middelgrote centra, PDV-clusters (detailhandel op perifere locaties), stadsdeelcentra en wijkcentra zijn kwetsbaar. In veel gevallen is hier concentratie geboden in een kleiner winkelgebied. Een aantal zwakke winkelcentra zal moeten sluiten.

Ontwikkeling topmilieus

Cruciaal voor de economische ontwikkeling van ons land is dat er ook in de toekomst aantrekkelijke internationale topmilieus zijn, die tevens ruimte bieden voor Nederlandse bedrijven (figuur 3). De zuidwestcorridor is dé plek voor een nieuwe internationale toplocatie waar gewoond en gewerkt kan worden in een hoogwaardige omgeving met luxe voorzieningen. Elders is behoefte aan campusachtige ontwikkelingen als vestigingsplaats voor de topsectoren. Zo verrijst in Eindhoven een nieuwe campus voor High Tech Systems en Materials. Ook hier is het zaak te voorzien in een mix van wonen, werken, winkelen en vrije tijd en te streven naar topkwaliteit van de bebouwing en de openbare ruimte.

dematons
BRON: BUREAU STEDELIJKE PLANNING BV (2018) EN MINISTERIE VAN I&M (2016)
Figuur 3: Toplocaties voor de Nederlandse economie.

Deze topmilieus moeten aangesloten worden op een netwerk van hoogwaardige ov-verbindingen. Ook omvangrijke nieuwe woongebieden zijn gebaat bij een goede ontsluiting, denk hier aan regionale metro- en sneltramnetwerken. Nederland heeft op dit punt nog een flinke slag te maken. Met het oog op onze internationale concurrentiepositie dient ook het hogesnelheidsnet uit te breiden, onder andere met een nieuwe zuidoost-verbinding tussen Amsterdam, Eindhoven en Aken/Maastricht/Luik en een volwaardige HSL-Oost. Ook de capaciteit van het snelwegennet moet verder vergroot worden, onder andere via digitale systemen die het verkeer monitoren. Dit alles vergt enorme investeringen; het Rijk dient hier substantieel meer geld in te steken dan ze nu doet.

De Groenblauwe Metropool zal óók ruimte moeten bieden aan lokale bedrijven. Juist kleinschalige en goedkope bedrijfsruimte wordt nogal eens opgeofferd voor woningbouw. Dit terwijl deze bedrijvigheid een belangrijke werkverschaffer is – ook van laaggeschoolde banen, denk aan bouw- en reparatiebedrijven – én allerlei diensten verleent aan de lokale bevolking. In de stedelijke gebieden is daarnaast een toenemende behoefte aan een fijnmazig netwerk van distributiecentra voor de last mile delivery.

Een aantrekkelijke Groenblauwe Metropool ontstaat niet vanzelf. Laten we de ontwikkelingen op hun beloop, dan groeien de steden en dorpen uiteindelijk aan elkaar tot een metropolitaan gebied waar groen en blauw in het gedrang komen en de leefbaarheid achteruit holt.

Op dit moment hebben we nog de gelegenheid de koers te verleggen richting Groenblauwe Metropool. Dit vergt actief ingrijpen op korte termijn. Het Rijk kan hiertoe het voortouw nemen door op hoofdlijnen een nieuw ruimtelijk-economisch beleid uit te zetten. Wellicht kan de Nationale Omgevingsvisie deze functie vervullen en Groen een verdere programmering op provinciaal niveau. In 2012 heeft de overheid de Ladder voor Duurzame Verstedelijking ingesteld: een verplichte motivering voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Door deze ‘toets’ veel vroeger dan nu in het planproces in te zetten, komt er veel eerder zicht op de behoefte aan diverse functies. De Ladder is tevens belangrijk om in de hoogstedelijke gebieden voldoende schaarste te creëren en zo (middel-) hoogbouw te stimuleren. Punt van aandacht daarbij is ook te voorzien in voldoende goedkope woningen en bedrijfsruimten.

Door actief in te grijpen kunnen we in Nederland een metropool ontwikkelen die het verschil maakt. Een metropool met hoogstedelijke gebieden en (tuin)dorpen in een groene en waterrijke omgeving. Met levendige centra die een optimale mix bieden van woningen, kantoren, winkels en vrijetijdsvoorzieningen, aangesloten op hoogwaardig openbaar vervoer. Een Groenblauwe Metropool met aantrekkelijke (inter)nationale toplocaties en een uitstekende internationale bereikbaarheid.

 

BRONNEN

  • ABF 2018. Prognose woningbehoefte, in opdracht van Neprom.
  • Brinkgroep 2018. Woningcapaciteit in binnenstedelijk gebied, in opdracht van Neprom.
  • Bureau Stedelijke Planning 2017. Marktverkenning kantoren Enter [NL] Schiphol-kerncorridor, in opdracht van de gemeente Amsterdam.
  • Bureau Stedelijke Planning 2017. Nieuwbouwmarkt voor kantoren, in opdracht van NVM Business.
  • Bureau Stedelijke Planning 2016. Functioneren en toekomstperspectief van de stadsdeelcentra in Nederland, in opdracht van Syntrus Achmea.
  • CBS 2018. Ruim 100.000 bewoners erbij in 2017.
  • CPB en PBL 2015. Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving.
  • Heijde, P. van der 2018. Een nieuwe kans voor stadsdeelcentra. PropertyNL Magazine, 2.
  • IBM Global Location Trends Rapport 2017.
  • IMF 2018. World Economic Outlook Update, January.
  • Ministerie van I&M 2016. Ruimtelijk-economische ontwikkelstrategie (REOS).
  • Neprom 2018. Thuis in de toekomst. Investeren in duurzame verstedelijking.
  • NBTC 2018. Toerisme in perspectief.
  • Regioplan, ESD, Atelier Tordoir & IHS 2017. Werkdocument De Kracht van Oost-Nederland. Een economisch geografische analyse.
BEELD: ASR VASTGOED
Leidsche Rijn Centrum is een compleet nieuw centrumgebied met regionale reikwijdte; bedoeld als een 'tweede binnenstad’ van Utrecht.