Het is overduidelijk dat er na de aardbeving in Izmit van 1999 veelal niet volgens de bouwnormen is gebouwd. In 2019 is er zelf een ‘bouwamnestie’ geweest, waarbij projectontwikkelaars hun clandistien gebouwde panden na betaling van een boete gewoon mochten laten staan. Die boetes leverden de schatkist veel geld op. Opvallend is het bericht dat er in de stad Erzin, waar de burgemeesters illegale gebouwen niet hebben toegestaan, minder gebouwen zijn ingestort. Wel beschadigd en onbewoonbaar, maar weinig doden en gewonden. Terwijl die stad midden in het gebied ligt dat het zwaar te verduren kreeg door de seismische golven. Als je de lokale situatie bekijkt, lijken hier de ondergrond én de manier van bouwen het verschil te maken: geen gebouwen hoger dan zes verdiepingen. De menselijke maat is ook nu weer van toepassing: we vergeten dat zich rampen kunnen voordoen naarmate er generaties tijd tussen die rampen zitten. Bij de tsunami in Japan was er één dorp aan een baai dat niet door de golven is overspoeld, omdat de burgemeester in 1931 nog zelf een tsunami had meegemaakt en erop stond dat de golfbrekende muur in de baai anderhalf meter hoger werd dan de overheid adviseerde.
Nieuwe panden kunnen zeker beter gebouwd worden om het schudden zo veel mogelijk te dempen. Op een fundering met rollers en rubberen delen, en door flexibele constructies met veel kruisende elementen (net als de steiger voor je huis als de schilder komt). Of met elementen in de gebouwen die kunnen in- en uitschuiven. Langs de San Andreasbreuk, in Taiwan en in Japan, is daar ervaring mee opgedaan. Ook met het versterken van oudere gebouwen trouwens. Of die 7.8 aankunnen, is nog afwachten. Al deze toepassingen in bestaande of nieuwe gebouwen kosten wel geld, heel veel zelfs. Waaraan het ontbreekt in Noord-Syrië. Zo valt er bovendien minder te verdienen. En uiteraard, het kost tijd. Kijk maar eens naar Groningen.
Voorspellen?
De beving zou voorspeld zijn door een Nederlandse geoloog. Om te beginnen: Frans Hoogerbeets is geen geoloog. Maar ja, dat was Alfred Wegener ook niet. Die kon evenmin verklaren waaróm de platen bewogen, hij had er wel sterke geologische argumenten voor. Dus: als we honderdduizenden mensen kunnen redden, moeten we alle strohalmen aangrijpen om tot betere waarschuwingen te komen. Hoogerbeets duidde deze regio aan als seismisch gevaarlijk. Dat klopt. Zeker omdat dit stuk van de Oost-Anatolische breuk al honderden jaren niet had bewogen, wisten we dat zich daar steeds meer spanning had opgehoopt. Daarmee viel redelijk nauwkeurig in te schatten dat áls er een aardbeving zou optreden, deze een sterkte van rond de 7.5 zou kunnen hebben. Hoogerbeets had ook 4-6 februari genoemd. Dat lijkt erg knap. Alleen was het niet de eerste keer dat hij een waarschuwing uitgaf voor deze zone – de keren ervoor had hij het dus mis. Hij heeft heel wat waarschuwingen afgegeven die niet door (zwaardere) aardbevingen werden gevolgd.
En andersom: een aardbeving van 5.6 voorspellen met een marge van een ruime week in een actieve tektonische zone is geen kunst. Daarvan komen er tienduizenden per jaar voor.
Hoogerbeets baseert zijn uitspraken op de stand van de aarde, zon, maan en buurplaneten. Volgens hem heeft dat effect op het elektromagnetische veld en daarmee op aardbevingen. Die connectie zie ik niet: welke natuurkundige verklaring is er dat elektromagnetisme leidt tot veranderingen in de spanning in de aarde? Op zich hebben de stand van de zon, aarde en maan ten opzichte van elkaar best wat invloed. Niet alleen het water op aarde wordt hierdoor opgestuwd tot eb en vloed, zelfs het aardoppervlak beweegt een aantal centimeter op en neer. Als er een breuk onder kritische spanning staat, zóu dat het laatste zetje kunnen zijn. Alleen: vorige maand was het óók een keer volle maan en nieuwe maan. En in de maand ervoor ook. Zou je dan iedereen een paar dagen per maand buiten moeten laten leven? Na een aantal keer loos alarm gaan mensen dat natuurlijk niet meer doen.
Figuur 7: Verwachte herhalingstijd en kans op aardbevingen langs de Oost-Anatolische breuk
Magnitude |
aantal jaar tussen twee bevingen (marge) |
kans op herhaling binnen 30 jaar |
Mw ≥ 7.5 |
361 jaar (± 30 jaar) |
8% |
Mw ≥ 7.5 |
1763 jaar (± 319 jaar) |
1,7% |
Begrijp me niet verkeerd: konden we de verwachting maar verbeteren. Want een verwachting, dat is het. Net als bij het weer: dat is ook geen voorspelling. Als je op het weerbericht hoort dat er 20% kans is op regen, neem je dan een regenjas of paraplu mee? Gaat het dan zeker regenen? Zou je bij elke suggestie dat er een aardbeving komt, naar buiten gaan, als er 8% is op een aardbeving >7.5 in de komende 30 jaar (figuur 7)? Het zijn allemaal afwegingen. De kans is héél klein, de gevolgen heel groot. Kortom: hoe specifieker en bruikbaarder een verwachting wordt, des te lastiger die te maken is. ‘In de vroege middag kans op een bui in het midden van het land’; lukte dat maar met de aardbevingsverwachting. Of een soort BevingRadar. Want dat is wat mensen en bestuurders willen weten.
Persoonlijk vind ik het de moeite waard goed te kijken naar wat mensen denken te kunnen voorspellen aan de hand van diergedrag, lichtflitsen, allerlei andere gegevens, vermoedens en onderbouwingen. Ook al snappen we wellicht het achterliggende proces nog niet. Als het gaat om honderdduizenden mensenlevens is elke hulp welkom. Maar wel met een wetenschappelijke aanpak. En niet op basis van niet hard te maken claims.