Op de stoep: het straatleven van Klarendal

11 mei 2018
Dit artikel is verschenen in: geografie mei 2018
stadsgeografie
gentrificatie
Nederland
Kennis
FOTO: YVONNE FRANZ
Kapelstraat: stoeltjes op de stoep, vogelkooitjes aan de gevel.

Bewoners van Klarendal zitten opvallend vaak op de stoep. Of het nu de hippe Modekwartierders, oud-Klarendallers of nieuwe bewoners betreft, bij mooi weer verschijnen de bankjes en stoelen voor de deur.

 

Onlangs moest een antiquair uit Maastricht voor de rechter verschijnen, omdat hij ervan verdacht werd op de stoep voor zijn winkel te hebben gezeten. Hij werd ervan beschuldigd ‘zonder vergunning een weggedeelte anders gebruikt te hebben dan de bestemming daarvan’. De opgelegde boete van € 220 werd kwijtgescholden. Niet omdat stoepzitten in Maastricht opeens is toegestaan, maar omdat de zaak vanwege de lange procesgang onontvankelijk werd verklaard. De kwestie werd in de media door velen bestempeld als ‘te onnozel voor woorden’ en ‘ondernemertje pesten’.

Handhavers zouden het druk krijgen als andere steden deze regel ook in hun Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zouden opnemen. Het BankjesCollectief organiseert vooral in de regio Amsterdam jaarlijks een nationale bankjesdag, waarbij mensen rondom hun eigen bankje iets organiseren zoals breiles, of drankjes serveren. Het collectief is bedoeld om mensen ervan bewust te maken dat bankjes in de openbare ruimte niet tot overlast leiden, maar juist ontmoetingen tussen buurtbewoners stimuleren. Dat zorgt voor nieuwe initiatieven in de buurt, zoals een buurtbarbecue en opruimdagen. ‘De stoep vormt de perfecte ontmoetingsruimte. Op de stoep kom je iedereen tegen: van roddeltantes tot buurtjochies, van vluchtelingen tot yuppen en van expats tot gezellige oma’s,’ aldus het collectief.

Levendig

De bewoners van de Arnhemse wijk Klarendal hebben geen stimulans nodig van het BankjesCollectief. Zij zetten op eigen initiatief hun meubilair al regelmatig op straat. De afgelopen jaren deden we vanuit de Radboud Universiteit onderzoek naar buurtveranderingen in Klarendal. Tijdens de bezoekjes aan de wijk viel vaak op hoe levendig Klarendal is. Bij goed weer verschijnen bankjes, stoelen en zelfs opblaasbare zwembadjes op de stoep. Deze praktijk blijkt door diverse bevolkingsgroepen in de wijk te worden gedeeld, van de Turken en de ‘oud-Klarendallers’, die er geboren en getogen zijn, tot de creatieve ondernemers van het Modekwartier en de yuppen die de laatste tijd de wijk in zijn getrokken. Dit lijkt een vreedzaam straatleven. Gesprekken met bewoners en ondernemers, van wie de namen om privacyredenen zijn gefingeerd, laten zien dat de stoep inderdaad fungeert als ontmoetingsruimte, maar dat stoepzitten ook spanningen veroorzaakt.

Kurkeikbossen
BEELD: GOOGLE EARTH
Mei 2014 (boven) en april 2016 (onder): telkens als de Streetviewwagen passeert, zitten de buurtbewoners van de Kapelstraat op hun stoep.
BEELD: GOOGLE EARTH

Parkeerplaats ingenomen

De Kapelstraat is een levendige straat, waar veel bewoners letterlijk hun huis uitbreiden tot in de openbare ruimte. Zo hangen er in de zomer vogelkooitjes aan de gevels en worden zwembadjes en (tuin)meubilair op de parkeerplaatsen geplant. Bij sommige buurtbewoners roept dit ergernis op. Volgens een van de buurtbewoners, die liever anoniem wil blijven, claimen buurtbewoners de stoep en parkeerplaats voor hun deur alsof ze er ‘recht’ op hebben: ‘Ik denk dat hun visie is: “Wij hebben geen auto, maar dan mogen we toch wel een parkeerplaats bezetten, daar hebben we toch recht op?!” Het is een soort territorium. Al die stoelen en bloembakken en weet ik veel wat er allemaal voor troep op de stoep staat […] Als je bij mij in de wijk kijkt wat er irritant is: bankjes en stoelen op straat, mensen zitten gewoon op parkeerplaatsen. En je moet echt niet proberen ze te verplaatsen of in te nemen, want dan heb je echt ruzie.’

Ook Marian (50, sinds 2014 in Klarendal) zit graag op de stoep. Ze heeft er zelfs speciaal een houten bankje voor gekocht om op haar stoep te zetten, terwijl ze toch voor Klarendalse begrippen een ruime achtertuin heeft. Ze doet dat om even te genieten van een moment van rust in de zon, maar ook uit sociaal oogpunt. ‘Ik vond het zo gezellig dat mijn buurman daar zat en ik heb de zon aan de voorkant staan. Toen stonden we zo te praten en ik zei: ik had eigenlijk een stoeleke moeten hebben hier. Toen zag ik op Marktplaats iemand die die bankjes maakt. Dus heel af en toe pak ik mijn bankje, effe een bakkie doen. Dan drink ik een espressootje of zo en gaan we weer naar binnen. Die tijd maak ik dan ook vrij, terwijl ik normaal best wel druk ben […] maar dat zijn toch weer rustmomentjes hier. Ik zit ook wel eens alleen voor het huis. Dan komt er iemand voorbij, effe een praatje maken of zo.'

Codewoord 'stoepje'

Bewoners van de straat Onder de Linden gebruiken het codewoord ‘stoepje’, dat in de groepsapp of via-via wordt verspreid om buren op te roepen even bij elkaar te zitten. Deze ‘stoepgroep’ bestaat voornamelijk uit sociale-huurbewoners. Ook de ondernemers in de buurt zetten regelmatig een bankje voor hun winkel. Marian beschrijft de tweedehands wasmachineverkoper aan de Klarendalseweg, met wie ze altijd een praatje maakt, en de kroeg op de hoek, waar moeder en dochter vaak buiten zitten. Op die manier wordt iets eenvoudigs als een pakketje ophalen opeens een langdurige activiteit. ‘Laatst moest ik een pakje ophalen bij een houtzaak op de Sonsbeeksingel. Ik loop hier langs de buurman, die buiten zit met zijn zus en zijn zwager, aan een wijntje. “Marian, wil je wat drinken?” Ik moest er om 6 uur zijn, het was een uur of 3 of zo, dus nou ok, dan doen we een wijntje. Dan zeg ik: “Nu moet ik echt gaan”. Ik loop verder, zit daar weer een groepje buiten: “Moet je wat drinken?” “Nee joh.” “Ach, toe nou, waar moet je naartoe dan? Kom dan op de terugweg even langs.” “Nee joh, ik moet echt gaan.” Ik loop bij Lucky Luke, toevallig ken ik de eigenaar. Dus die zit daar van: “Koffie?” Ik zeg: “Nou, ik moet nog steeds eigenlijk mijn pakketje ophalen, maar zet ’m maar vast aan, dan drink ik zo een bakkie”. Dan kom ik terug en in de Akkerstraat zitten ook weer vrienden van mij. Die zitten buiten: “Wijntje, Marian?” Nou, ik ben wel heel lang onderweg voor een pakketje! (…) Als ik er geen zin in heb, loop ik ook door. Maar dat vind ik wel heerlijk aan deze buurt. Dat zouden ze in Arnhem-Zuid niet doen, zoiets.’

BEELD: GOOGLE EARTH

Ook de creatieve ondernemers hebben vaak een bankje voor hun winkel staan, waar ze zitten tijdens pauzes of na het werk. Grafisch ontwerper Linda (sinds 2012 in Klarendal) schetst een vergelijkbaar beeld van een wijk waar mensen elkaar ontmoeten op straat. Zo leidde een barbecue met bevriende buren op de stoep naast haar winkel tot een buurtfeest: ‘Dan zitten we hier met een man of acht, tien naast de winkel te barbecueën en dan zeggen [passerende] bewoners “Lekker, lekker, lekker”. […] Dan maken we een praatje en drie weken later zitten we met de hele buurt bij Piet op de stoep te barbecueën. Zo moet het meer gaan, zeg maar. Ik denk dat het heel tof is om de hele straat af te zetten en dan allemaal bierbanken neer te zetten door de hele straat en dan zo’n American party, dat iedereen kan aanschuiven.’

Onzichtbare muur

Het is interessant dat de zeer diverse samenstelling van de wijk leidt tot zulke vergelijkbare praktijken. Blijkbaar voorziet stoepzitten in de behoefte van veel buurtbewoners; van de oud-Klarendallers in de Kapelstraat tot nieuwe creatievelingen op de Klarendalseweg. Allemaal pikken ze even wat zon mee, maken een praatje, drinken koffie of een wijntje. Zo ontstaat het beeld van een wijk waarin men elkaar spontaan ontmoet en vriendelijk met elkaar omgaat.

Toch leiden die gedeelde praktijken niet noodzakelijkerwijs tot gedeeld contact of een betere verstandhouding. De eerder genoemde bewoner van de Kapelstraat ergert zich regelmatig aan zijn buurtgenoten, die niet alleen de straat hebben geconfisqueerd, maar zich volgens hem ook overal mee bemoeien: ‘Ook van mijn oud-buren hoorde ik dat ze zich vaak verschrikkelijk lopen te irriteren aan mensen uit de wijk […] Een van hen bemoeit zich met elk kind uit de straat […] Laatst kwam de ambulance redelijk dicht in de buurt. Toen zag ik iemand hard naar buiten rennen. Ik dacht: wow, er is iets heel ergs gebeurd, ik ga ook maar eens kijken. Maar ze [de rennende vrouw, RvM] was gewoon nieuwsgierig. Ik heb haar nog nooit zo hard zien rennen. Toch actienieuws. 

Met deze uitspraak distantieert hij zich van zijn buren, die anders zijn. Er loopt als het ware een scheidingslijn door de straat met ‘normale’ bewoners aan de ene kant en straatzitters aan de andere kant. Zo’n tweedeling observeert Irene (31, sinds 2005 in Klarendal) ook in haar straat, Onder de Linden. Hoewel codewoord stoepje lijkt te suggereren dat de hele straat met elkaar koffie drinkt, blijft dat beperkt tot de bewoners van de huurwoningen. De nieuwkomers in de koopwoningen aan de overkant van de straat doen niet mee. Irene spreekt zelfs van een ‘onzichtbare muur’. Als ze alleen is met haar zoontje, heeft ze wel contact met buren ‘van de overkant’, maar als ze met meer buren op de stoep zit, wordt er niet meer gegroet. Daardoor heeft ze het gevoel dat de nieuwkomers op de stoepzitters neerkijken.

Als je niet alleen naar de stoep maar ook naar andere ontmoetingsplekken in de wijk kijkt, lopen daar vergelijkbare scheidslijnen tussen de bevolkingsgroepen in Klarendal. De Turkse bewoners komen samen in de moskee of bij de wekelijkse bijeenkomst van de Turkse vrouwengroep in het Multifunctioneel Centrum. Oud-Klarendallers gaan naar tabakszaak Simone om buurtroddels te bespreken, of ze bezoeken café The Sailor. Muzikant Peter (38, sinds 2014 in Klarendal) typeert The Sailor als ‘echt een kroeg van oud-Klarendallers. Als je daar binnenkomt valt het echt stil. Dan kijkt iedereen je aan zo van: wie ben jij, wat doe jij hier? […] Dat is echt zo’n kroeg, daar moet je mensen kennen. Anders is het gewoon niet gezellig.’

Ook de creatieve ondernemers hebben vaak een bankje voor hun winkel staan

Gentrificatie

De bevolkingsgroepen van Klarendal ontmoeten elkaar dus veelal in gescheiden delen van de wijk en lijken eerder parallelle dan gedeelde levens te hebben. Dat gebeurt vaker in wijken waar gentrificatie optreedt. Op papier zijn deze wijken door de instroom van redelijk welvarende nieuwkomers heel gemengd, maar dat betekent niet automatisch dat oude en nieuwe bewoners veel contact met elkaar hebben. Stoepzitten geeft in dat geval de ultieme mogelijkheid om elkaar te ontmoeten, omdat het de meer uitsluitende ontmoetingsplekken zoals de kroeg, moskee of tabakszaak overstijgt. Stadsgeograaf Neil Smith (1982) waarschuwde dat door gentrificatie wijken compleet van karakter zouden veranderen: ‘Open doors, street games and stoop-sitting are replaced with iron bars, guard dogs, high wooden fences’. Dat doemscenario gaat zeker nog niet op voor Klarendal, waar verschillende lagen van de bevolking op de stoep zitten.

Het blijft echter moeilijk om stoepzitten op waarde te schatten. Heeft Maastricht gelijk om dit als oneigenlijk gebruik van de openbare ruimte te beschouwen? Of heeft het BankjesCollectief het bij de rechte eind door de stoep als dé ontmoetingsplek te promoten? Aan de ene kant kun je de bankjes op de stoep zien als een positief teken: mensen voelen zich thuis in hun buurt en zorgen zo voor levendigheid. Ze rekken hun thuisgevoel op naar de openbare ruimte. Aan de andere kant zou je de vogelkooitjes en opblaasbare zwembadjes kunnen beschouwen als een claim, een vorm van privatisering van de openbare ruimte. Zolang die claims geen conflicten opleveren, lijkt er niet veel aan de hand. Maar wat als iemand op een dag besluit zijn auto neer te zetten op de parkeerplaats die is toegeëigend door de buren? Wie bepaalt welk ruimtegebruik te prefereren is; welke bewoner het meeste recht heeft op de stoep? Zo wordt iets simpels als stoepzitten toch complex.

Voor meer resultaten uit het onderzoek, neem contact op met hoofdonderzoeker Freek de Haan (freekdehaan@hotmail.com) of bezoek onze website: www.beyondgentrification.com

BRONNEN