Prikkelende scenario's

1 oktober 2015
Auteurs:
Annelies Beek
planoloog, Gemeente Apeldoorn
Dit artikel is verschenen in: geografie oktober 2015
onderwijs
Nederland
Kennis
FOTO: ELVIN/FLICKR

Waar wonen de mensen in 2040? Hoe richten we steden in en hoe houden we rekening met klimaatverandering? Bij de leerlingenwedstrijd Atlas van de Toekomst dachten leerlingen over dit soort vragen na. Ze brachten aan de hand van vier toekomstscenario’s hun Nederland van 2040 in kaart en illustreerden dit met tekeningen van de veranderingen in de eigen leefomgeving.

 

Onder het motto ‘Wie maakt Nederland?’ wordt in het Jaar van de Ruimte vooruitgekeken naar het Nederland van 2040. Ook door leerlingen tussen de twaalf en vijftienjaar tijdens de aardrijkskundeles. Het KNAG schreef de wedstrijd Atlas van de Toekomst uit, waarvoor minister Schultz op 15 januari de aft rap gaf.

Ruim 2,5 duizend leerlingen uit heel Nederland maakten 92 atlassen. Dat laat zien dat leerlingen zich betrokken voelen bij de toekomst en ruimtelijke inrichting van Nederland. De jury roemde de innovatieve en creatieve ideeën die dat opleverde. Leerlingen werden uitgedaagd vier toekomstscenario’s uit te werken: (1) groei en concentratie, (2) groei en spreiding, (3) groen en concentratie, en (4) groen en spreiding. Wie de rijksnota’s erop naslaat, ziet dat in de ruimtelijke ordening de ene keer wordt gekozen voor spreiding en de andere keer voor concentratie. Zo zijn het compactestadbeleid uit de Derde Nota en de stedelijke netwerken uit de nooit bekrachtigde Vijfde Nota voorbeelden van concentratie. In de jaren 50-60 stond spreiding centraal, met bijvoorbeeld de gebundelde deconcentratie uit de Tweede Nota. Gaan we naar een samenleving waar economische groei en internationale concurrentie centraal staan of richting een samenleving waar de nadruk ligt op duurzaamheid en recycling? Aan de hand van een aantal trends, zoals demografische ontwikkelingen, meer gebruik van ict en klimaatverandering, werkten leerlingen de scenario’s uit. Wat leverde dat op? 

 

 

FOTO: RONALD KRANENBURG
Eerste beoordeling van de inzendingen op het KNAG-bureau in Utrecht.

Duurzaamheid

Groene daken, windmolens, elektrische auto’s en zonnepanelen. Leerlingen vinden duurzaamheid een belangrijk thema. Er moeten meer duurzame energiebronnen worden gebruikt. Zonne-energie voert in 2040 de boventoon; windenergie is een goede tweede. Dit kan door zonnepanelen op daken en windmolenparken op eilanden in de Noordzee. We zullen veel meer duurzame vervoers middelen gebruiken in 2040: er zijn fietssteden en heel Nederland is verbonden met een ondergronds metronetwerk. 

Water

Waterveiligheid komt vaak terug in de atlassen. Leerlingen houden rekening met overstromingsgevaar vanuit de Noordzee, maar minder met dat vanuit de rivieren. 55 procent denkt dat Nederland in 2040 goed beschermd is tegen overstromingen. Dijken zijn opgehoogd, er liggen zandhopen voor de kust en de Deltawerken zijn vernieuwd. 

Stad en platteland

73 procent denkt dat Nederland in 2040 meer inwoners telt. Er worden meer kinderen geboren en er vestigen zich meer buitenlanders. Meer mensen wonen in steden. De grootste steden liggen in het westen, en ook Arnhem en Nijmegen zijn erg groot. Mensen wonen in hoge gebouwen met groene daken. Soms gaat de drukte ten koste van de leefbaarheid. Buiten de steden hebben zich lokale gemeenschappen gevormd met woningen van recyclemateriaal. De demografische krimp heeft zich doorgezet in Groningen en Limburg en daar zijn nu natuurgebieden. Om het groeiend aantal inwoners te huisvesten zijn het Markermeer en het IJsselmeer ingepolderd. Een andere oplossing is het stichten van seniorensteden met in de buurt veel groen en zorgvoorzieningen, zoals in Drenthe. 

 

waterenergie
KAART: BLOSSITY
Compilatiekaart van de inzendingen voor de Atlas van de Toekomst.

Infrastructuur en mobiliteit

De steden zijn volgens leerlingen beter met elkaar verbonden. Bijvoorbeeld door een metronetwerk tussen de grote steden. Een supersnelle metro. Ook het spoorwegennetwerk is uitgebreid en wegen zijn dubbeldeks geworden. Schiphol is verplaatst naar een locatie centraler in Nederland. We kunnen ons in 2040 sneller verplaatsen, maar door de digitale snelweg is minder transport nodig en werken we veel meer thuis. 

Economie en werk

In 2040 is Nederland toonaangevend op veel gebieden, zoals tuinbouw, hightech en gamedesign. Nederland verdient het meeste geld in de creatieve sector. Ook in de dienstensector gaat het goed. Leerlingen geloven niet zo in schaalvergroting in de landbouw, en de productie is in 2040 niet teruggehaald uit de lagelonenlanden. We hebben fabrieken die al het huishoudafval recyclen. De groei van de economie gaat samen met het ontstaan van lokale gemeenschappen die producten hergebruiken en zelfvoorzienend zijn. 

Scenario-denken

Bij de wedstrijd is bewust gekozen voor het werken met scenario’s. Dit nodigt leerlingen uit over de toekomst na te denken. Ze buigen zich over mogelijke situaties waarmee ze in de toekomst te maken krijgen. Scenario’s prikkelen om na te denken en te discussiëren over gewenste en ongewenste ontwikkelingen in de eigen omgeving, Nederland en de wereld.

Het zijn geen sciencefictionverhalen, maar realistische toekomstbeelden gebaseerd op kennis en inzicht. Om tot een scenario te komen, doorlopen de leerlingen een stappenplan. Ze leren zich te verplaatsen in één perspectief en dit te verdedigen naar de andere groepjes met andere scenario’s.

In de atlassen waren de scenario’s op het schaalniveau van Nederland goed uitgewerkt, maar de vertaling naar de tekening van de eigen leefomgeving bleek lastig. Dat gold ook voor de balans tussen realistische en onrealistische toekomstbeelden – een valkuil waar ook menig professional in belandt. In deze fase is het klassengesprek dan ook heel belangrijk. Na het volledig vrij denken binnen het scenario moeten de leerlingen zichzelf en elkaar de vragen stellen: kan dit in 2040 écht de situatie zijn? Een scenario maken betekent telkens bijschaven van een concept.

Ook leren kinderen zo dat er keuzes gemaakt moeten worden; niet alles kan tegelijkertijd. Of zoals een docent het omschrijft : ‘Ze hebben geleerd dat wat er nu is, niet zomaar kan verdwijnen en dat keuzes maken voor een bepaalde inrichting altijd gevolgen heeft voor bepaalde mensen en gebieden’. 

Winnaar en vervolg

 

waterenergie
FOTO: BOUWEND NEDERLAND
Annemarie Jorritsma reikt de prijs voor de winnende atlas uit aan leerlingen van klas B1 van het Melanchthon Schiebroek.

Bij een wedstrijd hoort natuurlijk een winnaar. De jury was erg onder de indruk van de inzendingen en verrast door het tekentalent van de leerlingen. De winnende atlas is ingezonden door klas B1 van Melanchthon Schiebroek. In deze Atlas van de Toekomst zijn alle scenario’s heel mooi uitgewerkt en is in een oogopslag duidelijk welke kaart over welk scenario gaat. De kaarten zijn voorzien van een gedetailleerde legenda. Verder hebben de leerlingen op een heel creatieve manier de abstracte ontwikkelingen in heel Nederland vertaald naar de leefomgeving. Klas B1 wil graag wonen in een duurzame stad met groene daken en gezonde lucht. De steden groeien, maar het leven in de steden wordt ook prettiger. Er komt zelfs een binnenlandse zee. De leerlingen kregen de prijs uitgereikt door burgemeester Annemarie Jorritsma van Almere en Maxime Verhagen, voorzitter Bouwend Nederland. De gedeelde tweede plaats ging naar klas 3C van Het Hooghuis in Heesch, en klas 2A van het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam. Op de ochtend van de prijsuitreiking verscheen in de bijlage ‘Nieuw Nederland’ van Trouw een artikel met de kaarten van de drie genomineerden.

Op 15 december is de slotbijeenkomst van het Jaar van de Ruimte waar de atlassen en toekomstbeelden van de leerlingen nog eens onder de aandacht worden gebracht van professionals uit de ruimtelijke ordening. 

 



MEER INFORMATIE

Kijk op knag.nl > Onderwijs > KNAG-activiteiten > Lesmateriaal > Atlas van de Toekomst voor het juryverslag, de brochure met de analyse, de winnende inzending en de foto’s van de uitreiking.