Ruimte voor Transitie
Impressie van het lustrumcongres
Geografie was, is en blijft een zeer breed, multidisciplinair en alsmaar veranderend vak. Maar ook met een aantal constanten. Zoals Rob van der Vaart schreef in de inleiding van het jubileumnummer van Geografie, greep het KNAG in 1983 ‘het honderdjarig bestaan vooral aan om zichzelf in de kijker te spelen als een club die bijdraagt aan het maatschappelijk debat’ en gingen ‘maar liefst twee van de drie lustrumactiviteiten over de Derde Nota Ruimtelijke Ordening’.
Op 9 juni woonde ik met 170 anderen het KNAG-lustrumcongres bij over de transities die nodig zijn om Nederland toekomstbestendig te maken. Vrijwel alle sprekers haakten aan op de kamerbrief Water en Bodem Sturend van minister Harbers en staatssecretaris Heijnen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (november 2022).
Langetermijndenken
Het plenaire ochtendprogramma werd geleid door Esther van der Voort, die als een ware spreekstalmeester het publiek meenam. Peter Pelzer, universitair docent Planologie en Stedelijke Toekomst aan de Universiteit Utrecht, sprak geïnspireerd en inspirerend over de noodzaak van langetermijndenken in de ruimtelijke planning. Met als lichtend voorbeeld een kerk in het Zweedse Lund die al een eeuw bestaat en in zijn ruimtelijke planning ook duizend jaar vooruitkijkt. Peter deed dit alles zonder beeld en had daar zo zijn redenen voor, zoals hij verder uitlegt in zijn opiniestuk ‘De toekomst vraagt om meer dan plaatjes’.
Denken in scenario’s
Wel heel veel plaatjes waren er bij de meer institutionele kijk van Rienk Kuiper van het Planbureau voor de Leefomgeving. Hij lichtte het rapport Ruimtelijke Verkenning 2023 van het PBL toe. We zagen de vier scenario’s die het bureau heeft ontwikkeld. Hij schetste ook hoe veranderende verhoudingen in de maatschappij de transities flink kunnen bemoeilijken (denk aan de invloed van nieuwe partijen) en stond stil bij het gemis van een instituut als de voormalige Dienst Landelijk Beheer. Waarbij Rienk zowaar opmerkte dat de mensen van het PBL ‘te fijngebouwd’ zijn voor overleg met boeren!
Water en bodem sturend?
Na de koffie gingen Frans Klijn van Deltares en Els Otterman van het Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden dieper in op het idee dat water en bodem sturend zouden moeten zijn bij de ruimtelijke inrichting van Nederland. Frans drukte ons nog eens met de neus op de feiten. Er zijn grenzen aan de maakbaarheid van ons water- en bodemsysteem en het is onvermijdelijk dat die serieus in de ruimtelijk ordening worden meegenomen. Els ziet als waterschapsbestuurder dat zoiets nog lang geen dagelijkse praktijk is. Met als niet-lichtend voorbeeld de plannen van Utrecht om Rijnenburg vol te bouwen (NB: laag gelegen veengrond en een hoog overstromingsrisico).
Jonge garde
Tussendoor waren er korte bijdragen van twee jonge onderzoekers, Merel Enserink en Lilian van Karnenbeek, die hun eigen kijk op de ruimtelijke toekomst gaven. Tot slot liet Adwin Bosschaart zien hoe jongeren vraagstukken zoals klimaatverandering ervaren en wat zij er feitelijk van weten. Lees er meer over op www.geografie.nl.
Werksessies
In de middag konden we kiezen tussen vier sessies. Uw verslaggever bezocht die over natuurinclusieve gebiedsontwikkeling, waarin we in een aantal interactieve oefeningen een beter inzicht kregen in de valkuilen en botsende belangen die daarbij spelen.
Dubbeldikke Geografie
Aan het eind van de middag werd het lustrumnummer van Geografie officieel gelanceerd en kon er tijdens de afsluitende borrel nog wat worden nagepraat.
MEER LEZEN
- Bosschaart, A. (2023). Niet meer zorgen, wel meer toekomstperspectief. Geografie.
- Pelzer, P., & Hajer, M. (2022). De toekomst vraagt om meer dan plaatjes. Achined.
- Planbureau voor de Leefomgeving (2023). Ruimtelijke verkenning 2023. Vier scenario’s voor de inrichting van Nederland in 2050. Den Haag: PBL.