Shenzhen: een uitdagende onderzoekslocatie

1 april 2017
Auteurs:
Marco Bontje
stadsgeograaf, Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie april 2017
China
onderzoek
China
Opinie
Shenzhen
FOTO: YIDA XU
Het Civic Center (2004) in Futian Central Business District, het belangrijkste financiële district van Shenzhen, waar ook bijna 1 miljoen mensen wonen in futuristische wolkenkrabbers.

Een masterscriptie schrijven is altijd een grote uitdaging. Die wordt nog groter als je veldwerk in een Chinese megastad moet doen en je daarvoor maar zes weken de tijd hebt. Hoe pak je dat aan en welke obstakels moet je overwinnen? Ervaringen van masterstudenten sociale geografie en planologie en hun begeleiders in Shenzhen.

 

Masterstudies in Nederland worden steeds internationaler. Dat geldt zeker ook voor ons vakgebied. Sociale geografie en internationale ontwikkelingsstudies hadden altijd al een sterk internationale oriëntatie, maar ook planologie is internationaler geworden. De voertaal is Engels, studenten en docenten komen steeds vaker uit het buitenland, en zowel onderwijs als onderzoek heeft vaak een internationaal vergelijkend perspectief. Een logisch onderdeel is studenten de mogelijkheid bieden in het buitenland onderzoek te doen voor hun masterscriptie. En – aansluitend op de lange veldwerktraditie van onze studies – liefst met een eigen dataverzameling ter plekke. Omdat de meeste masters in ons vakgebied echter maar één jaar duren, is het lastig een buitenlands veldwerk in te passen. In de masters Human Geography en Urban and Regional Planning aan de Universiteit van Amsterdam hebben we er toch voor gekozen ook masterscriptieprojecten in het buitenland aan te bieden. Vorig studiejaar in Nairobi (Kenia) en in Shenzhen (China). Ook dit jaar zullen er masterstudenten naar die twee steden gaan. Hiervoor hebben we de afgelopen jaren aansluiting gezocht bij het onderzoeksprogramma New New Towns van het International New Town Institute. 

Hoe pak je dat aan, als student onderzoek doen of als docent zo’n onderzoek begeleiden in een niet-westerse omgeving met een (voor de meesten) onbekende taal, cultuur en omgangsvormen, in een stad waar onze westerse theorieën en onderzoeksmethoden lang niet altijd bruikbaar zijn? Een korte kennismaking met de stad Shenzhen en wat tips, ervaringen en leermomenten uit het masterscriptieproject waarvan ik een van de begeleiders ben.

Shenzhen
FOTO: MARCO BONTJE
Het straatbeeld in deze urban village wordt bepaald door wolkenkrabbers die er pal omheen staan.

Shenzhen

Shenzhen is nu de vierde stad van mainland China (waarbij Hong Kong niet meegerekend wordt). In zowel bevolkingsomvang als economisch gewicht (hoofdkantoren, bruto regionaal product, banen, enzovoorts) moet Shenzhen alleen Beijing, Shanghai en Guangzhou voor zich dulden. Die drie zijn al eeuwenlang grote en belangrijke steden, waar Shenzhen rond 1980 nog een verzameling plattelands- en vissersdorpjes was aan de grens met Hong Kong. In 35 jaar is hier een megastad verrezen waarvan niemand precies weet hoeveel inwoners die telt: 10, 15 of misschien al 20 miljoen? Het is moeilijk vast te stellen, omdat een groot deel migranten of kinderen van migranten betreft, die lang niet allemaal lokaal geregistreerd zijn. 

De indrukwekkende groei van Shenzhen begon toen het gebied als eerste Special Economic Zone van China werd aangewezen. In zo’n zone experimenteerde het Chinese regime met de overgang van de socialistische planeconomie naar ‘kapitalisme met Chinese karakteristieken’. Bewust werd een locatie grenzend aan Hong Kong gekozen; toen nog een Britse kolonie, maar vanaf 1997 terug in Chinese handen als Special Administrative Region. Hong Kong kon Shenzhen leren hoe het kapitalisme werkt. Shenzhen kreeg een indrukwekkend rijtje ‘firsts’ binnen communistisch China op zijn naam: eerste aandelenbeurs, eerste vastgoedmarkt, eerste arbeidsmarkt en arbeidscontracten, eerste science park. Er werd met indrukwekkende snelheid gebouwd: ‘Shenzhen speed’ betekende één verdieping per drie dagen, een record dat later zelfs nog scherper gesteld is. Het razendsnelle bouwen betekende ook gebrekkige kwaliteit, milieuproblemen en veiligheidsrisico’s, zoals de ramp eind 2015 waarbij tientallen gebouwen bedolven werden onder een berg bouwafval.

master China
FOTO: MARCO BONTJE
Amsterdamse studenten tijdens de introductieweek van hun Chinese veldwerk in 2016.

Shenzhen groeide de eerste decennia vooral als stad van industriële massaproductie. Veel made in China-producten kwamen uit Shenzhen. Dankzij de bijna onuitputtelijke bron van goedkope arbeid – de migranten die van het binnenland naar de kuststeden trokken – kon extreem goedkoop geproduceerd worden. De benodigde investeringen voor en ervaring met het succesvol opzetten van industrie kwamen uit buurstad Hong Kong. De laatste jaren trekt die industrie echter steeds meer weg uit Shenzhen en omgeving, naar steden met lagere lonen in het binnenland van China of in Zuidoost-Azië. Shenzhen is mede daarom bezig met een tweede transformatie, van ‘fabriek van de wereld’ naar 21e-eeuwse wereldstad. Hoewel er nog steeds veel industrie is, verschuift de focus in de stadseconomie naar hightech-productie, innovatie en zakelijke diensten. De economische transformatie gaat samen met een ruimtelijke. Nadat vrijwel alle geschikte bouwgrond is volgebouwd, richt het stedelijke ontwikkelingsbeleid in Shenzhen zich de laatste jaren niet meer op uitbreiding maar op herontwikkeling van de bestaande gebouwde omgeving. Een bijzondere rol is daarbij weggelegd voor de urban villages. De vroegere plattelands- en vissersdorpjes veranderden vanaf 1980 in dichtbevolkte enclaves voor de arbeidsmigranten die in Shenzhens fabrieken of in de bouw kwamen werken. De nieuwe stad is grotendeels rondom die urban villages gebouwd. Het stadsbestuur van Shenzhen zou deze stadsdorpen liever slopen om ruimte te maken voor – en veel geld te verdienen met – hoogbouw voor de opkomende middenklasse. Een deel van de urban villages is al verdwenen en veel andere dorpen wacht hetzelfde lot. De oorspronkelijke dorpsbewoners kunnen hier soms erg rijk van worden; de arbeidsmigranten moeten hun heil elders zoeken en zullen in de stad weinig of geen betaalbare alternatieven vinden (zie voor urban villages ook Geografie januari 2013). 

Het zal duidelijk zijn dat de geografische en planologische onderzoeksthema’s voor het oprapen liggen in Shenzhen. Maar hoe kom je aan betrouwbare informatie om je vragen te beantwoorden? Om te beginnen: zonder goede lokale contacten lukt het niet. Het begint al bij de visumaanvraag. Als buitenlandse onderzoeker kun je niet zomaar in China aan de slag. Je hebt een uitnodiging van een officiële instantie nodig. De lokale contacten van het International New Town Institute in Shenzhen, zoals het Shenzhen Center for Design en het China Development Institute, zijn ons daarbij de afgelopen jaren behulpzaam geweest. Ook als je eenmaal ter plekke bent, heb je voor veel onderzoeksthema’s een goed lokaal contact nodig, zeker als je inzicht wilt krijgen in overheidsbeleid of in de strategieën van grotere bedrijven. In Nederland is het soms al lastig medewerking te krijgen voor interviews of toegang tot data of informatie, maar dat is niets vergeleken bij hoe ingewikkeld dat in China kan zijn. De kunst is diegenen te vinden die niet alleen bereid zijn mee te werken, maar vooral ook de goede netwerken hebben om je aan de relevante contacten te helpen. Het maakt natuurlijk ook veel uit wat je onderzoeksvragen zijn en hoe gevoelig die kunnen liggen, en hoe hoog in de hiërarchie je mikt. De kans dat je degenen te spreken krijgt die de echte besluiten nemen over wat waar gebouwd of gesloopt wordt en waarom, is verwaarloosbaar klein. Tenzij je hulp krijgt van iemand met de goede guanxi (een lastig te vertalen, typisch Chinees begrip dat duidt op relaties, netwerken, iemand die je kan introduceren, maar daar ook weer wat voor terugverwacht). Zoiets is voor de meeste studenten (en docenten) niet weggelegd.

Het is de kunst iemand te vinden met de goede guanxi, de goede relaties en netwerken en de bereidheid je te introduceren

Respondenten benaderen

Waarom iemand wel of niet wil of mag meewerken aan een onderzoek, is niet altijd duidelijk. Je kunt het geluk hebben dat jouw onderzoeksthema ook in het belang is van je respondenten. Bijvoorbeeld een buurt, bevolkingsgroep of bedrijfstak die anders weinig aandacht krijgt van onderzoekers of beleidsmakers en het fijn vindt ook eens zijn kant van het verhaal te kunnen vertellen. Of je treft een overheidsinstantie of ngo die blij is met jouw belangstelling voor projecten waar de instelling trots op is. Maar meestal zit men niet echt op onderzoekers te wachten. Zeker niet als die kritisch en ook nog eens buitenlands zijn. Overheden en grote bedrijven kunnen bang zijn voor ‘westerse’ kritiek of bij voorbaat denken dat niet-Chinezen hun beleid of strategie toch niet zullen begrijpen. Vooral de hogere overheidsniveaus houden graag vast aan het ideaalbeeld van de ‘harmonieuze samenleving’ en ‘de Chinese droom’. Hoe hoger de overheidsinstantie of hoe groter het bedrijf, des te groter de kans dat je een eenvoudige medewerker te spreken krijgt in plaats van iemand die bij de besluitvorming betrokken is. Chinezen hechten vaak aan status en hiërarchie: de directeur zal misschien wel een hoogleraar willen ontvangen, maar geen student. Verbaas je er ook niet over dat als je eenmaal ergens binnen bent, medewerkers niet altijd vrijuit mogen spreken. De baas kan er soms letterlijk naast zitten tijdens een interview. Eenvoudiger wordt het meestal bij laagdrempeliger respondenten zoals kleine bedrijven, zelfstandige ondernemers en bewoners, als ze je onderzoeksthema interessant of belangrijk vinden. Maar ook daar lopen studenten nog wel eens aan tegen argwaan of ze wel echt onschuldige studenten van een universiteit zijn of misschien toch namens de overheid komen ‘spioneren’.

Lost in translation

Shenzhen pretendeert soms een internationale stad te zijn, maar de voertaal is toch echt Mandarijn-Chinees, niet alleen op straat maar tot op de hoogste niveaus van overheid, bedrijfsleven en universiteit. Dat geldt voor de gesproken taal en meestal ook voor de geschreven taal van bijvoorbeeld beleids- en bedrijfsinformatie. Afgezien van enkele native speakers of talenwonders spreken en verstaan onze studenten niet of nauwelijks Chinees. Bij de interviews zijn dus meestal vertalers nodig. Reis en verblijf zijn voor studenten al duur genoeg, dus zijn ze afhankelijk van vrijwilligers voor vertaalwerk. We proberen dit op te lossen door lokale studenten als vertalers te vragen. Zij kunnen onze studenten helpen met respondenten benaderen en antwoorden op interviewvragen vertalen, terwijl zij zelf hiermee hun Engels kunnen oefenen en verbeteren. Meer dan een symbolisch cadeautje als dank zit er doorgaans niet in, maar meestal vinden we toch genoeg studenten bereid dit te doen. De kwaliteit van hun Engels is nogal wisselend en vaak valt het toch tegen. Soms komen er nogal wonderlijke vertalingen uit. Af en toe vraag je je ook af of je het hele antwoord vertaald krijgt, als de respondent eerst minutenlang praat en je daarna maar een paar zinnen in het Engels van je vertaler krijgt. Het kán natuurlijk zijn dat de respondent maar voor een klein deel echt antwoordde op je vraag en de vertaler dus het minder relevante deel van het verhaal weglaat. Bij over en weer vertalen van vragen en antwoorden gaat hoe dan ook waardevolle informatie verloren. Los van pure taalbarrières zijn er ook nogal eens misverstanden over wat je precies met je vraag bedoelt en welk antwoord je eigenlijk verwacht. Sommige begrippen die wij heel vanzelfsprekend vinden, zijn dat voor Chinezen niet, of woorden hebben een andere betekenis. Dan lijkt het alsof de respondent de verkeerde vraag beantwoordt, in de veronderstelling dat dit toch echt was wat je vroeg. Daarbij heb je natuurlijk nog cultuurverschillen in wat je wel of niet kunt of mag vragen en hoe je een vraag formuleert.

Shenzhen
FOTO: MARCO BONTJE
Het motto van Shenzhen: ‘Time is money, efficiency is life’.

Black box

Onderzoek naar doelstellingen van, drijfveren achter of resultaten van overheidsbeleid, projectontwikkeling of bedrijfsstrategie kan in China frustrerend zijn. Je ziet eigenlijk nooit het ‘echte’ of ‘hele’ beleid. Dat is in Nederland soms al zo, maar in China is het vaak een black box, zeggen zelfs de meest ervaren China-onderzoekers. Voor niet-Chinese, maar ook voor veel lokale onderzoekers is nauwelijks betrouwbare beleidsinformatie beschikbaar. Het is er niet, je mag het niet zien of het is er alleen in het Chinees. De beschikbare informatie is vaak meer in propagandataal en partijjargon dan met duidelijke doelstellingen, uitleg hoe die behaald moeten worden, of wie of wat hiervoor uiteindelijk hoofdverantwoordelijk is. Dan ben je als onderzoeker al snel vooral of helemaal aangewezen op wat respondenten en/of lokale experts hierover zeggen of schrijven. Dit geldt bij overheidsbeleid, maar ook bij strategieën en projecten van (grote) bedrijven en investeerders. Waarbij het ook nog altijd de vraag is in hoeverre je ze als ‘bedrijf ’ kunt zien. Het zijn vaak geheel of gedeeltelijk state-owned companies; bedrijfs- en investeringsstrategieën, overheidsbeleid en partijstrategie zijn dus moeilijk van elkaar te onderscheiden.

Gevoelige thema's

Sommige onderwerpen liggen zo gevoelig in Shenzhen of China in het algemeen dat het onmogelijk lijkt ze te mogen of kunnen onderzoeken. Denk aan de autonome status van Hong Kong, de grens tussen Shenzhen en Hong Kong en wie daar wel of niet onder welke voorwaarden overheen mag, etnische minderheden en autonome regio’s als Xinjiang en Tibet, en de ongewenste effecten van ruimtelijk, sociaal, economisch of milieubeleid. Toch hebben onze studenten de afgelopen jaren een aantal van die gevoelige thema’s voor hun masterscripties onderzocht. Zo hadden we vorig jaar scripties over het sociaal kapitaal en het ondernemerschap van de Oeigoerse gemeenschap in Shenzhen, ernstige bodemvervuiling op voormalige fabrieksterreinen die nu gemengde woon-werkgebieden zijn, de sloop en herontwikkeling van urban villages, de ontwikkeling van de Free Trade Zone Qianhai en de grote staats-, partij- en bedrijfsbelangen die daarmee gemoeid zijn, en de botsing tussen culturele tradities en het moderne stadsleven voor jonge ongehuwde vrouwen: als je voor je 27e niet getrouwd bent, word je in China beschouwd als een leftover woman. Onze studenten schrikken niet terug voor controversiële onderzoeksthema’s en weten met respect voor de lokale context en met hulp van onze lokale contacten hun scripties toch tot een goed einde te brengen. Natuurlijk lukt dat niet altijd even goed, maar als begeleider ben ik ervan onder de indruk hoe onze masterstudenten in deze uitdagende omgeving en zo’n kort tijdsbestek hun onderzoeksplannen kunnen realiseren. Ze leren heel veel in heel korte tijd en laten zien dat ze hun masterdiploma zeker waard zijn.