Stedelijke krimp en sociaal kapitaal
Maja Ročak onderzoekt sociaal kapitaal in de context van stedelijke krimp en ontdekte dat burgers veel meer betrokken moeten en kunnen worden bij vraagstukken rondom bevolkingsdaling.
Hoewel ‘groei’ nog altijd het dominante ordeningsprincipe is van onze samenleving, is stedelijke krimp – het proces van bevolkingsdaling en de daarmee samenhangende economische neergang – inmiddels een niet weg te denken fenomeen in een aantal kleine en middelgrote steden in Europa. Beleidsmakers worstelen met vraagstukken waar deze steden mee moeten omgaan. Opvallend genoeg weten diezelfde beleidsmakers zich in de regel geen raad met het betrekken van burgers hierbij.
In proefschrift onderzocht Maja Ročak de rol van sociaal kapitaal in krimpende steden. Hoe ervaren burgers dit en hoe reageren ze erop? Ročak bekeek twee krimpende steden: Heerlen (NL) en Blaenau Gwent (Wales). Met het onderzoek toont zij aan dat de kijk van burgers op krimp vooral bepaald wordt door hun dagelijks leven. Om de kwaliteit daarvan te bewaren gaan ze vooral veel informele relaties aan: relaties van onderlinge ondersteuning. Het aangaan van formele relaties, met name met de overheid (beleidsmakers), is echter beperkt door het ontbreken van vertrouwen daarin.
Ročak sluit haar proefschrift af met een pleidooi om het burgerperspectief (sociaal kapitaal) veel meer te betrekken bij het aanpakken van de vraagstukken van bevolkingsdaling. Zij verwacht daarbij niet dat burgers problemen op gaan lossen die door anderen niet opgepakt worden. Haar pleidooi is een uitnodiging uit tot het aangaan van nieuwe en experimentele interventies in krimpende steden. Omdat het reguliere, veelal aan groei gerelateerde, denken zijn relevantie verloren heeft.
Op 10 januari 2020 promoveert Maja Ročak met dit proefschrift aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Het proefschrift komt daarna digitaal beschikbaar.