The sky is the limit

1 september 2020
Auteurs:
Wouter van den Berg
jurylid Glazen Globe
Dit artikel is verschenen in: geografie september 2020
onderwijs
Eindhoven
Opinie
FOTO: WOUTER VAN DEN BERG
De steeds hogere skyline van Eindhoven gezien vanaf Strijp-S

Een profielwerkstuk over hoogbouw in Eindhoven

Het silhouet van Eindhoven werd lang gedomineerd door kerktorens en fabrieksschoorstenen. De laatste jaren schiet de hoogbouw echter uit de grond. Leerlingen van het Sint-Joriscollege mochten meedenken over het toekomstige aanzicht van hun stad.

 

Pas in de jaren 1960 kwam de hoogbouw in Eindhoven een beetje op gang. Op de universiteitscampus verrezen nieuwe onderwijstorens en elders in de stad hoge kantoorgebouwen. De eerste echt hoge woontorens verschenen pas eind jaren 1990. Tussen station Eindhoven Centraal en het voormalige fabrieksterrein van Philips, Strijp-S, is onlangs een aantal torens toegevoegd en er liggen plannen klaar om de stad te verdichten met nog meer hoogbouw. Daarmee lijkt de vraag wélke hoogbouwstad Eindhoven wil worden, belangrijker dan ooit. Dat we hoog kunnen wonen en werken is bekend. Maar waarom zouden stedelijke voorzieningen als een parkeergarage, sportcomplex, stadspark en cultureel centrum niet de lucht in kunnen?

Hoogbouwstad Eindhoven

De skyline is een belangrijke uitdaging voor de gemeente, want de huidige tijd stelt hoge eisen. Cultuurhistorisch erfgoed dient met respect behandeld te worden en thema’s als duurzaamheid en leefbaarheid worden steeds belangrijker. Als het even kan moeten de plannen ook aansluiten op de ontwikkelingen rondom de energietransitie en klimaatadaptatie. Hoogbouw kan dus geen doel op zich zijn. Bovendien, een verzameling hoge gebouwen maakt nog geen hoogbouwstad.

Een verzameling hoge gebouwen maakt nog geen hoogbouwstad

De gemeente Eindhoven heeft grote ambities. De binnenstad moet uitgroeien tot een centrum dat de concurrentie aankan met andere attractieve centra in de wereld. Uiteraard met een eigen identiteit, passend bij de schaal van de stad. Onder leiding van architect Winy Maas, bekend van de iconische Markthal in Rotterdam, werden allerlei proefballonnetjes opgelaten. Een gebouw in de vorm van Anton Philips, een opgetilde kerk, bewoonbare bruggen, een Stonehenge van woontorens, je kunt het zo gek niet verzinnen of het is de revue gepasseerd. Eindhoven moet volgens Winy Maas gaan voor de wow-factor; alle nieuwe gebouwen moeten spectaculair zijn. En als de gemeente 20.000 mensen in het centrum wil huisvesten, waarom zou dat niet kunnen in één woontoren van 900 meter hoog? ‘Daar zitten nog wat haken en ogen aan, maar wie weet kan het, met een mooie markthal eronder’, opperde Winy Maas met een knipoog.

BRON: KCAP I.S.M. GEMEENTE EINDHOVEN
3D-kaart van de nieuwe spoorzone in Eindhoven.

Het profielwerkstuk

In deze stimulerende sfeer ontstond het idee leerlingen uit het voortgezet onderwijs te laten meedenken over de toekomstige skyline van Eindhoven. Niet geremd door bouwtechnische beperkingen of financiële restricties. Dit is bij uitstek een groep die (nog) buiten de formele kaders kan denken – ruim baan dus voor hun verbeeldingskracht.
De inspiratie voor de torens moest herleidbaar zijn naar de leefwereld van de leerlingen. Samen met het Eindhovense architectenbureau Diederendirrix en planologen van de gemeente Eindhoven gingen ze aan de slag. In groepjes van twee zochten ze naar mogelijkheden om functie, vorm, duurzaamheid en locatie van de torens zo veel mogelijk te laten aansluiten bij regionale behoeften en de lokale identiteit. En dat resulteerde in zestien ambitieuze torens.

BRON: GEMEENTE EINDHOVEN
Een van de proefballonnetjes voor iconische nieuwbouw in Eindhoven: Groene Daken.

Functie

De meeste leerlingen hebben gehoor gegeven aan de wens van de gemeente vooral veel woonruimte te scheppen. De penthouses zijn vrijwel allemaal gereserveerd voor huisvesting in het duurdere segment, maar er is ook plek voor sociale woningbouw en studentenwoningen. De woonfunctie is vaak gecombineerd met recreatie en werk, maar er zijn ook ideeën om één functie verticaal te isoleren. Zo staat er op de eindpresentatie een ‘landbouwtoren’, waarbij de afvalstoffen van de hogere verdiepingen als voedsel dienen voor de gewassen daaronder verticaal boeren dus. En wat begon als een idee voor ‘hemelse tuinen’ op het dak van een woontoren, is uitgegroeid tot een ‘parktoren’. Deze groene long moet zorgen voor ventilatie van de binnenstad en dient als ontmoetingsplaats voor de bewoners. Een duo heeft gekozen voor een ‘functieloos’ bouwwerk. Hun redenering is dat bij de meest iconische hoogbouw, zoals de Eifeltoren in Parijs en het vrijheidsbeeld in New York, praktische functies juist schitteren door afwezigheid. Om dat te onderstrepen willen ze hun toren, een 150 meter hoge DNA-streng, zelfs niet openstellen voor toeristen. Om het exclusief te houden.

BRON: CHRISTOPHER HO, DIEDERENDIRRIX
Collage van de maquettes die leerlingen van het Sint-Joriscollege ontwikkelden.

Vorm

De vorm van het ontwerp is vaak een weerspiegeling van de belangrijkste functie. Zo vertoont de ‘ventilatietoren’ een opvallende gelijkenis met een design Dyson-ventilator en de ‘neo-moderne kerktoren’ lijkt verdacht veel op een rechtopstaand ichthusteken. In sommige gevallen staat de vorm ook in dienst van de functie. De vorm van de ‘sawatoren’ bijvoorbeeld, maakt het mogelijk via trapsgewijze recycling een keur aan hydroculturen te ontwikkelen. En waar bij de meeste hoge torens de harde wind op straatniveau een vraagstuk is waarop architecten zich de tanden stukbijten, kiest één groep ervoor deze luchtstromen juist te versterken. Hun toren bulkt van de expliciet zichtbare, maar geruisloze, windturbines die een deel van de stad van elektriciteit kunnen voorzien. Een ander groepje heeft hun toren voorzien van ‘bioluminescente’ materialen, die licht opvangen aan de zonzijde van het gebouw en dit afgeven aan de schaduwzijde. Zo wordt de onvermijdelijke slagschaduw over de stad deels gecompenseerd.

Philips
Philips

Het silhouet van Eindhoven werd lang bepaald door kerktorens en fabrieksschoorstenen. Totdat Philips in 1921 een hoog gebouw van beton, staal en glas realiseerde: de Lichttoren (rechts op de foto). Die is inmiddels omringd door andere opvallende architectuur. Helemaal op de achtergrond staat de Regent en links de Admirant met ‘de bruine heer’. Links vooraan de futuristische Blob (Binary Large Object).

FOTO: SILAS PELSMAEKER

Duurzaamheid

Waar duurzaamheid tien jaar geleden nog een apart onderwerp was binnen het vak aardrijkskunde, is het tegenwoordig vrijwel volledig geïntegreerd in alle domeinen. Ook bij de uitwerking van dit profielwerkstuk houden leerlingen bij elke keuze als vanzelfsprekend rekening met het containerbegrip duurzaam heid. Het blijkt echter een hele kunst om de geselecteerde maatregelen correct uit te werken. Want waaruit blijkt de duurzaamheid precies en wat is het doel van de maatregel? Moet het gebouw zelfvoorzienend zijn, of moet de gebruikte energie hernieuwbaar zijn? Wat is het verschil tussen klimaattransitie en energietransitie? En klimaatadaptief bouwen mag inmiddels vanzelfsprekend zijn in Nederland, de urgentie is in Eindhoven niet zo groot als bijvoorbeeld in Rotterdam. Toch is het belangrijk ook de ruimtelijke inrichting van ‘hoog’ Nederland waterrobuust te maken. Enerzijds als maatregel tegen de toenemende neerslagintensiteit en anderzijds om laag Nederland te beschermen tegen een hoge piekafvoer van de rivieren. Veel groepen hebben hiermee rekening mee gehouden, bijvoorbeeld met groene daken, waterdoorlatende terrasverharding en aparte leidingen voor drinkwater. Ook het idee van warmtewinning uit afvalwater is in Eindhoven prima toepasbaar.

Contouren van de huidige skyline van Eindhoven met plannen voor District E.

Locatie

De gemeente Eindhoven heeft heldere uitgangspunten geformuleerd voor hoogbouw. Voorlopig ligt het plafond rond de 160 meter, vergelijkbaar met de huidige skyline van Rotterdam. De hoogste gebouwen mogen echter alleen verrijzen in het midden van de binnenstad en de noordkant van Eindhoven Centraal. Op deze (top)locaties zijn financiële argumenten doorslaggevend. De bewoners van de nieuwe woontorens moeten niet alleen de bestaande voorzieningen in het stadscentrum levend houden, maar ook de nieuwe die zich zullen vestigen in de plint van de gebouwen. Daarbij: boven de 70 meter moet een gebouw aan heel veel aanvullende eisen voldoen. Zo moet de constructie drastisch verstevigd worden om de risico’s van instortingen te beperken. De winddruk op de gevels heeft kostbare consequenties voor de fundering. En evacuatieroutes nemen veel onverkoopbare ruimte in beslag. Die extra kosten kun je het makkelijkst terugverdienen door dezelfde vierkante meters vaker te benutten, de hoogte in. Op deze dure grond is het bijna wel noodzaak om tot 160 meter te bouwen.

In perspectief

De proefballonnetjes van Winy Maas hebben hun doel bereikt, want de discussie is volop gaande. Tegenstanders zijn bang dat de historische zichtlijnen worden aangetast en dat cultureel erfgoed verdwijnt. Ze vrezen voor een ‘Dubai aan de Dommel’. Voorstanders vinden juist dat Eindhoven meer woonruimte in het stadscentrum en hoge iconen nodig heeft. Ze willen af van het imago van ‘Eindhoven de Gekste’ – ooit verzonnen door een PSV-supporter en daarna gretig overgenomen. De nadruk zou volgens hen moeten liggen op het feit dat Eindhoven het centrum is van de Brainportregio. Een imago van ‘Eindhoven de Slimste’ dus en daar hoort een fatsoenlijke skyline bij.

Hoogbouw in perspectief

Nu is het hoogste gebouw van Eindhoven, De Admirant, slechts 105 meter en dat is lager dan het hoogste gebouw in bijvoorbeeld Rijswijk (107 m), Spijkenisse (113 m), Leeuwarden (115 m), Almere (142 m) en Tilburg (142 m). Vergeleken met Rotterdam, waar de zes hoogste gebouwen van Nederland staan, stelt Eindhoven helemaal niets voor. Overigens staat het hoogste gebouw van Nederland, de Maastoren in Rotterdam, wereldwijd gezien niet eens in de top-1000 van hoogste gebouwen. Die lijst wordt sinds 2010 aangevoerd door de Burj Khalifa in Dubai, met 828 meter voorlopig het hoogste gebouw ter wereld. Er zijn in Saudi-Arabië (Jeddah Tower) en Dubai (Dubai Creek Tower) wel plannen om de grens van 1000 meter te doorbreken, maar die komen voorlopig nog niet van de grond.

Maatschappelijke betrokkenheid

De discussie knettert aan alle kanten en dat geeft de leerlingen het gevoel bezig te zijn met iets wat er echt toe doet. Ze hebben deelgenomen aan inspraakavonden, ze hebben gesproken met planologen van de gemeente, ze presenteren hun maquettes aan de wethouder en ze zijn bij de ontwikkeling van hun plannen begeleid door echte architecten. Theo Hauben en Christopher Ho van bureau Diederendirrix hebben onder meer een rondleiding verzorgd door een van hun woontorens in aanbouw. Ze gaven ook een bouwtechnisch college op school. Verder hebben ze de leerlingen geadviseerd tijdens alle fasen van het profielwerkstuk. Over effectief leren is al veel geschreven, maar de literatuur is er eenduidig over dat intrinsieke motivatie het beste fundament vormt. Bij aardrijkskunde hoef je nooit lang te zoeken naar maatschappelijk betekenisvolle inhoud. Maar om het ‘leuk’ te houden moet de leerling ook keuzes kunnen maken die een persoonlijke betekenis hebben en passen bij de individuele interesses. In de praktijk valt het niet mee op lesniveau betekenis te geven aan de kerndoelen en eindtermen, maar bij dit soort grote projecten is ‘the sky the limit’.

BRON: WOUTER VAN DEN BERG
Theo Hauben van Diederendirrix begeleidt de leerlingen bij maken van maquettes tijdens een workshop op school.
Beoordeling
berg

Aangezien het werkstuk gekoppeld is aan het vak aardrijkskunde, vormden de geografische kennis en vaardigheden ook de basis voor het eindcijfer. De theoretische inhoud moest bovenal blijken uit een presentatiemap, waarin leerlingen alle keuzes verantwoordden. Daarnaast hebben ze collages gemaakt die hun voortschrijdende inzicht ten aanzien van functie, vorm, duurzaamheid en locatie laten zien. De maquette dient uitsluitend als middel om de geografische uitgangspunten te verbeelden. Als het profielwerkstuk gekoppeld zou zijn aan een van de beeldende vakken, zou de kwaliteit van de maquette logischerwijs veel meer centraal staan bij de totstandkoming van het eindcijfer.

Leerlingen bouwen maquettes in het technieklokaal.
FOTO: WOUTER VAN DEN BERG