Turkijke: 'Laat de stabiliteit voortduren'

1 januari 2016
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2016
verkiezingen
Turkije
Kennis
FOTO: AGNES CHANG/FLICKR

De jongste verkiezingen in Turkije leken wederom te draaien om president Erdo?an en diens machtsambities. Maar zonder de Turkse context van een veranderende samenleving in een sterk gegroeide economie is de uitslag nauwelijks te begrijpen.

 

'Elhamdülillah’, met dank aan Allah, twittert premier Davutoglu na de verrassende overwinning van de AKpartij (AKP) in de Turkse parlementsverkiezingen van1 november 2015. Tegen alle verwachtingen in behaalt deze islamitische partij een meerderheid in het parlement. De verkiezingen in juni hebben geen enkele partij een dergelijke meerderheid opgeleverd en de coalitiebesprekingen erna zijn mislukt. President Tayyip Erdogan, oprichter van de AKP, waagt de gok en roept herverkiezingen uit om in de herkansing alsnog een meerderheid te behalen. Dat lukt.

Vanuit een Nederlands perspectief is het moeilijk te begrijpen dat de Turken in meerderheid voor Erdogan en zijn AKP hebben gekozen, omdat de Nederlandse media vooral berichten over de autoritaire uitspattingen, de corruptie en het politiegeweld onder Erdogan. Bovendien lijken de Turkse verkiezingen meer gericht op persoonlijkheden en culturele breuklijnen dan op politieke standpunten, wat vanuit Nederland niet altijd te doorzien is. Zo geeft in een opinieonderzoek 80 procent van de AKP-stemmers aan voor die partij te kiezen vanwege diens ‘staat van dienst’, wat vooral op de economie zal slaan, en 29 procent doet dat vanwege Erdogan (in het onderzoek kunnen meerdere redenen worden gegeven). Slechts 32 procent stemt AKP vanwege de partij- ideologie.

De uitslag

Het politieke landschap van Turkije kent scherpe tegenstellingen en onderliggende culturele, geografische en etnische breuklijnen. Na de verkiezingen zijn vier partijen in het parlement vertegenwoordigd. Naast de AKP met 49 procent van de stemmen, komen ook de CHP (25 procent), de MHP (12 procent) en de HDP (11 procent) over de kiesdrempel van 10 procent.

Uitslag verkiezingen november 2015

Na de verkiezingen van juni 2015 is het politieke klimaat sterk verhard en de AKP wordt door haar tegenstanders als hoofdverantwoordelijke aangewezen. Als half juli in Suruç tijdens een bijeenkomst van hulpverleners over de wederopbouw van het in de strijd tegen IS verwoeste Kobani een bom ontploft waarbij 34 mensen omkomen, reageert de PPK met aanvallen op Turkse militaire doelen. Het Turkse leger organiseert daarop grootscheepse acties tegen de PKK in het zuidoosten van Turkije, waarbij hele dorpen en stadwijken worden afgesloten van de buitenwereld en een uitgaansverbod wordt ingesteld. Zo laait de strijd die vanaf de jaren '80 woedt, na een aantal jaren van rust weer op. Vanaf die tijd staan de kranten vol met nieuws over aanslagen van de PKK en over de aanwezigheid van hoge politici op de begrafenissen van de gedode soldaten, die als martelaren beschreven worden. Op sociale media en op straat ontstaan hetzes tegen Koerden en kritische media, die leiden tot (door de politie niet gehinderde) aanvallen op oppositiemedia, Koerdische winkels en partijkantoren van de HDP. Oppositiemedia en -politici nemen algemeen aan dat de AKP het geweld laat escaleren om daar politiek gewin uit te halen.

Het geweld kent een nieuw dieptepunt in oktober door twee zelfmoordaanslagen in Ankara op een vredesdemonstratie van linkse partijen en vakbonden waarbij ruim honderdmensen omkomen. Twee mannen blazen zich op bij het verzamelpunt van de HDPaanhang. Een van de twee blijkt de broer van de pleger van de aanslag in Suruç, en sympathisant van ISIS. De linkse oppositie verwijt de regering gebrek aan veiligheidsmaatregelen en beschuldigt haar zelfs van indirecte betrokkenheid. De leiders van de AKP reageren met een samenzweringstheorie dat ISIS, de PKK en de Syrische geheime dienst hebben samengewerkt om deze aanslag te beramen.

Politieke dimensie

In dit klimaat verwachten de opiniepeilers in november een verharding van de politieke standpunten en een zeer geringe verandering in de uitslag ten opzichte van de verkiezingen van juni. Maar waar komen dan toch de 4,5 miljoen extra stemmen voor de AKP vandaan? Tussen de middenveldpartijen CHP en AKP zullen stemmers zelden wisselen, want die twee staan lijnrecht tegenover elkaar op grond van de scheidslijn religieus-seculier en andere cultureelhistorische breuklijnen. Ook tussen de MHP en de HDP zal er weinig overstap zijn aangezien de MHP een zeer nauwe definitie hanteert van wat de Turkse natie is (of zou moeten zijn), terwijl de HDP juist de diversiteit in de samenleving wil representeren.

FOTO: ADAM JONES
Enorm verkiezingsposter en -wagen van Erdo?an als lijsttrekker van de AKP. Op de auto staat: ‘Laat de stabiliteit voortduren, laat Turkije groeien’, de laatste jaren de verkiezingsslogan van de AKP.

In de Turkse media wordt de onverwachte winst van de AKP vooral verklaard door de overstap van MHP-stemmers naar de brede volkspartij. Of zoals Ismet Akca, professor politieke wetenschappen en internationale betrekkingen aan de Yildiz Technical University, het uitdrukt: ‘[een deel van de MHP-]stemmers ziet de AKP als de partij die als beste in staat is om MHP-beleid in te voeren’. Dit deel van de bevolking heeft een diepgaande angst voor het uiteenvallen van het ‘ondeelbare’ Turkse territorium en voor verlies van de Turkse identiteit. Voor hen is elke vorm van erkenning of autonomie voor de Koerden dan ook onbespreekbaar. Een van de campagneslogans van de AKP speelt daarop in: ‘Voor stabiliteit, voor éénheid, stem op de AKP’.

Aan de andere kant van het spectrum wint de AKP – volgens de analyses van onder andere Turkije-specialist Erik Meyersson –conservatieve stemmen in de overwegend Koerdische provincies in het zuidoosten die van de HDP (terug) overstappen naar de AKP. De HDP is van oorsprong een Koerdische partij en bindt als zodanig Koerdische stemmers aan zich, maar een aanzienlijk deel van dat Koerdische electoraat is behoudend moslim. Voor hen is de linkse HDP ideologisch gezien een minder logische keuze dan de AKP. Nadat de HDP in de verkiezingen van juni voor het eerst in het parlement kwam, werd er in de straten in het zuidoosten van het land gefeest. Maar nu het conflict tussen het leger en de PKK weer is opgelaaid, ziet een aantal Koerdische kiezers dit als een bevestiging dat de HDP hun problemen slechts verergert, terwijl een sterke AKP de rust zal terugbrengen.

Een andere politieke verklaring voor de winst van de AKP is de relatief hoge opkomst onder Turken buiten Turkije. Volgens de BBC steeg de opkomst van deze groep van 8,3 procent voor de presidentsverkiezingen in 2014 naar 36 procent voor de parlementsverkiezingen in juni 2015 en 45 procent voor de verkiezingen in november, dat wil zeggen 1,3 miljoen stemmen. Deze groep stemt bovengemiddeld op de AKP, met 70 procent in november. Een verklaring voor de hogere opkomst ligt gedeeltelijk in de AKP-campagne in vooral Duitsland, inclusief een brief ondertekend door premier Davutoglu aan vijfhonderdduizend Turken die in het buitenland wonen, waarin hij specifiek op hen gerichte beloftes doet.

Sociaaleconimische dimensies

Een van de aannames over de AKP is dat ze haar stemmen vooral in de lagere sociaaleconomische klasse behaalt. Met de opkomst van de Anatolische Tijgers (de snelgroeiende middelgrote steden in het conservatieve Anatolië), een groeiende conservatief-islamitische urbane middenklasse in de grote steden en een politiek- economische elite in Ankara en Istanbul is die stelling niet (meer) houdbaar. De economische wind mee na de crisis van 2001 en de sociale mobiliteit die dit heeft opgeleverd, hebben een deel van de bevolking uit de armoede getrokken en de AKP veel krediet opgeleverd. Dit wordt bevestigd door Konda, een onafhankelijk onderzoeksbureau, dat aantoont dat de AKP in alle vijf inkomenscategorieën, behalve de hoogste, vergelijkbare percentages behaalt.

Een groot deel van de Koerden is behoudend moslim en prefereert de AKP boven de HDP

Door een beleid gericht op binnenlandse consumptie op krediet en stimulering van de bouwsector heeft de Turkse economie de laatste jaren een enorme groei doorgemaakt. Er is fors geïnvesteerd in de infrastructuur: van nieuwe snelwegen tot asfaltering van dorpswegen, van hogesnelheidslijnen tot vele nieuwe metrolijnen onder snel uitdijend Istanbul. Naast de vele nieuwe banen schiep dit ook veel investeringsmogelijkheden voor ondernemers in de beter ontsloten gebieden en is de mobiliteit van veel Turken toegenomen. Tegelijkertijd versoepelde de AKP de kredietregels, waardoor luxe consumptiegoederen voor een breed publiek binnen bereik zijn gekomen. Dit levert de AKP veel publieke steun op. Dat de publieke en private schuld met vooral kortlopende leningen door dit alles enorm is toegenomen, zien weinig AKP-stemmers als een probleem. Zo beschrijft Thomas Seibert dat eind 2013 de in totaal 57 miljoen creditcards in Turkije bij elkaar een openstaande schuld van 45 miljard dollar hebben, oftewel gemiddeld bijna 800 dollar schuld per creditcard, terwijl het minimumloon rond de 400 dollar per maand ligt. Deze situatie zou op de korte en middellange termijn voor grote economische instabiliteit kunnen zorgen.

De sociale mobiliteit van de afgelopen jaren heeft ook met het hoger onderwijs te maken. Het aantal studenten aan een universiteit is volgens een rapport van de Turkse raad voor hoger onderwijs (YÖK) toegenomen van 3,5 miljoen in 2010 tot 5,5 miljoen in 2014. Dit komt doordat steeds meer leerlingen de middelbare school afmaken, de armoede en daarmee de noodzaak voor jonge ren om direct te gaan werken dalen en het aantal (privé-) universiteiten toeneemt. Bovendien heeft de AKP de wet op het hoofddoekverbod in universiteiten afgeschaft en zo de toegang voor conservatieve moslima’s vergemakkelijkt. De verbrede toegang tot het hoger onderwijs voor brede lagen van de bevolking ontkracht ook de stelling dat alleen lager opgeleiden op de AKP stemmen, al zijn die nog steeds sterk oververtegenwoordigd. Door de benoeming van vooral AKP-getrouwen in de YÖK worden universiteiten de laatste jaren tot op het niveau van het curriculum gecontroleerd op ideologie en zijn de aanstellingen van rectoren op openbare universiteiten politieke benoemingen geworden. In het lager en middelbaar onderwijs worden de schoolboeken tegenwoordig niet alleen door de staat betaald, maar ook geschreven en gedrukt. Dat heeft geleid tot kritiek van religieuze en etnische minderheden en van feministische groepen. Ten slotte voert de AKP een beleid om veel openbare middelbare scholen om te vormen tot imam hatip-scholen, die een sterke nadruk hebben op (soenitisch) islamonderwijs. Tegenstanders van de AKP zien deze grootschalige ingrepen in het onderwijs als een poging van de partij om haar stemmers in de komende generaties te vormen.

Schaalniveaus

Als we kijken naar de verkiezingsresultaten op nationaal schaalniveau, valt als eerste de duidelijke geografische scheiding op . Aan de Turkse westkust wordt veel CHP gestemd, in de Koerdische gebieden in het zuidoosten vooral HDP en in de rest van het land is de AKP de partij met de meeste stemmen. De MHP ten slotte haalt in geen enkele provincie de meeste stemmen.

Regionale verschillen in de verkiezingsuitslagen

De Turkse provincies zijn verdeeld in 923 districten. De kaart van de uitslag per district nuanceert dat beeld. In de provincie Erzurum bijvoorbeeld (de grootste in Noordoost-Turkije) is de HDP in vier zuidelijke districten de grootste partij geworden. De parlementszetels worden echter op provinciaal niveau verdeeld en van de zes zetels die Erzurum te vergeven heeft, gaan er vijf naar de AKP en een naar de MHP. De ruim 12 procent stemmen die de HDP in Erzurum behaalt, leveren die partij helemaal niets op. Via hetzelfde mechanisme krijgt de MHP met 12 procent van de totale stemmen veertig van de 550 zetels in het parlement, terwijl de HDP met 11 procent 59 zetels verwerft .

Verder is te zien dat in de Koerdische provincies in het verre zuidoosten meer mensen HDP stemmen, terwijl in de provincies met veel Koerden richting het midden van het land meer mensen AKP stemmen. Een verklaring daarvoor is dat de Koerden in het verre zuidoosten meer lijden onder de strijd tussen de staat en de PKK vanwege hun etniciteit, en dus HDP stemmen. In de provincies waar van die strijd weinig te merken is, zullen Koerden eerder vanuit andere (ideologische, religieuze, economische) belangen stemmen. Zo behaalde de HDP in de conservatief Koerdische provincie Van op de grens met Iran een ruime meerderheid, terwijl in Malatya, een provincie met een grote Koerdische gemeenschap in het midden van het land, de AKP het grootste deel van de stemmen kreeg.

Een andere nuance is te vinden in de urbaan-rurale tegenstelling. De stelling dat de AKP vooral stemmen op het platteland wint, klopt niet (meer). Het onderzoek van Konda laat zien dat de AKP in provincies met minder dan vijfhonderdduizend inwoners vergelijkbare percentages stemmen behaalt, als in provincies met tussen de vijfhonderdduizend en een miljoen, tussen de 1 en 3 miljoen en meer dan drie miljoen inwoners. Niet dat provincies met weinig inwoners vooral uit platteland bestaan, maar het is wel een aanwijzing. Voor de MHP geldt hetzelfde als voor de AKP. De CHP laat een duidelijke urbane voorkeur zien, terwijl de HDP meer stemmen uit de dorpen (in het zuidoosten) krijgt.

De stelling dat de AKP vooral stemmen op het platteland wint, klopt niet meer

Inzoomend op wijkniveau tonen vooral de grote steden enorme verschillen. In Istanbul met bijna 8 miljoen stemgerechtigden is een aantal buurten sterk politiek verdeeld. In het centraal gelegen Besiktas en in Kadiköy aan de Aziatische kant van de Bosporus behaalt de CHP ruim 60 procent van de stemmen. De AKP scoort heel hoog in de wijken Sultangazi (60 procent) en Sultanbeyli (67 procent). In de eerstgenoemde wijken zijn er weinig gesluierde vrouwen op straat te zien en zijn de markten omgeven met raki-balik-restaurants, waar de anijsachtige sterke drank de hoofdreden is om te eten. De laatstgenoemde wijken zijn voormalige gecekondu (slums), voorsteden buiten de ring, die ondertussen zijn omgebouwd tot eindeloze betonnen flatrijen en vooral bewoond worden door eerste en tweede generatie migranten van het ontvolkende platteland van Centraal Anatolië. Vergelijkbare situaties zijn te vinden in bijvoorbeeld de provincies Ankara en Adana.

Context

Zo bezien blijkt de uitslag van november nauwelijks te begrijpen zonder de contextfactoren als urbanisering, sociale mobiliteit, (regionale) politieke instabiliteit en economische mondialisering. De AKP heeft , in de ogen van haar kiezers, aan die ontwikkelingen een positieve draai of spin kunnen geven, door een mix van neoliberaal economisch beleid, sociale symboolpolitiek en een pragmatische verdeel-en-heersaanpak. Door een strak geregisseerde greep op de media weet de AKP zich daarbij afwisselend te profileren als de sterke hand, als slachtoffer (‘van interne en externe vijanden van Turkije’) en als enige oplosser van de door diezelfde media benoemde problemen. Op die manier worden de hoofdthema’s in de media in Turkije bepaald door de AKP en verschillen ze enorm van wat Europese media als belangrijk en urgent zien. Vanuit dat perspectief kan het Nederlands onbegrip voor de herwonnen meerderheid worden verklaard en bijgesteld. 

 



BRONNEN 

• Carlson, M., A. Rabo & F. Gök 2007. Education in ‘Multicultural’ Societies. Turkish and Swedish Perspectives. Online beschikbaar. 

• White, J. 2013. Muslim Nationalism and the New Turks. Princeton University Press. 

• Voor nieuwsanalyses over Turkije: www.al-monitor.com/pulse/turkey-pulse