Deze tekst is gebaseerd op teksten uit V.U.G.S. vereeuwigd – de geschiedenis van de eerste honderd jaar, aangevuld met ervaringen van Leo Paul (V.U.G.S.-voorzitter in 1980/1981), Max Gerritsen en Florien Willems (bestuursleden in 2009/2010). Het rijk geïllustreerde lustrumboek (175 p.) is te koop tijdens de vele lustrumactiviteiten tot eind november 2022 én is te bestellen via bol.com
V.U.G.S. 100 jaar – spiegel van universitaire ontwikkelingen
Zolang de Vereniging van Utrechtse Geografie Studenten bestaat, beweegt ze mee op de brede stroom van universitaire ontwikkelingen en maatschappelijke veranderingen, zoals de oorlog en de hippietijd. Soms met de angst kopje onder te gaan. De V.U.G.S. blijft boven en viert dit jaar haar 100e verjaardag.
In 1921 krijgt de Rijksuniversiteit Utrecht er twee volwaardige studierichtingen bij: de ‘sociale’ en de ‘natuurkundige aardrijkskunde’. De studenten hebben behoefte aan een eigen studieclub en stichten op 13 oktober 1922 de ‘Utrechtse Club van Aardrijkskundigen’, die bijna tien jaar later ‘Vereeniging van Utrechtse Geographische Studenten’ gaat heten.
In het begin is het een gezellig clubje van hooguit dertig leden, die zo nu en dan thee of iets sterkers drinken. Er worden ook lezingen georganiseerd, vaak samen met de faculteit of het KNAG. Het contact tussen studenten en staf is vrij intensief. De studentenaantallen zijn dan ook klein. Zo komen er in 1938 twaalf aan, en een jaar later zeventien.
Ondergronds
De Tweede Wereldoorlog betekent een ernstige verstoring voor de nog kleine vereniging. Het (studenten)leven gaat aanvankelijk zo veel mogelijk door, vertelt de 100-jarige Fred Hisschemöller, de oudste nog levende V.U.G.S.-reünist (zie ook Geografie juni). Als 19-jarige loopt hij in september 1941 onwennig Drift 21 binnen, waar het Geografisch Instituut dan zit. ‘Ik heb in mijn eerste jaar veel gehad aan de begeleiding die me werd aangeboden door de vereniging. Je kreeg een mentor, een tweedejaars die je een beetje wegwijs maakte.’
Het V.U.G.S.-lustrum van 1942 wordt groots gevierd, maar al snel daarna komt – net als in de rest van Nederland – het universitaire leven tot stilstand en de V.U.G.S. gaat ondergronds. Het verhaal van de V.U.G.S. in de oorlog is nauw verbonden met Wim Eggink (1920-1945), bestuurslid in 1941-1944, waarvan de laatste jaren als voorzitter. Hij is een van de leidende figuren binnen het nationale studentenverzet. Hij zal de oorlog niet overleven (zie Geografie mei 2006).
Bestuurslinten en penningen
Na de Tweede Wereldoorlog groeit het aantal studenten in Nederland flink. Studie- én gezelligheidsverenigingen bloeien op. Vele zijn inmiddels te groot om alle leden te kennen en er ontstaan disputen, vaak hiërarchisch georganiseerd, met een bestuur dat chique kledij en bestuurslinten met penningen draagt. Bij de V.U.G.S. is dat niet anders. De sfeer in die jaren wordt in het jaarboek van 1989 goed verwoord door Joost Terwindt, oud-V.U.G.S.-bestuurder van 1952: ‘Het studentenleven was traditioneel, hetgeen niet wil zeggen dat het equivalent is met conservatief. De traditionele gebruiken heb ik ervaren als een spel, een soort gezamenlijk afgesproken gekte, een spel dat met inventiviteit en met een glimlach moest worden gespeeld.’
De V.U.G.S. ontwikkelt zich in de jaren 50 en 60 steeds meer tot echte studievereniging. Vakinhoudelijke activiteiten vormen de hoofdmoot, al is er ook aandacht voor ontspanning met feesten en sinterklaasviering. Toch blijkt de V.U.G.S. niet goed bestand tegen de maatschappelijke veranderingen in de jaren 60 en 70. Het (studenten)verenigingsleven met zijn disputen wordt steeds meer gezien als elitair gedoe en verliest aan populariteit. De V.U.G.S. als traditionele vereniging met lichte corporale trekken lijdt daaronder. Ze maakt een moeilijke tijd door waarin er minder animo voor activiteiten is. De achtereenvolgende besturen werken dan ook hard aan een make-over, met een steeds actiever onderwijsbeleid.
Inspraak!
De grote maatschappelijke veranderingen in de tweede helft van de jaren 60, met landelijke bezettingen van universiteitsgebouwen uit weerstand tegen gezag, sijpelen door naar de V.U.G.S. In 1970 treedt een bestuur aan dat zich een weekend terugtrekt in een trappistenklooster nabij Deventer om aan de hand van een geschrift van Lenin en enkele andere links-ideologische teksten het V.U.G.S.-beleid uit te stippelen. De twaalf bestuursleden hebben heel verschillende opvattingen. Strijdpunt is vooral hoe om te gaan met de Wet Veringa van 1970 (de Wet Universitaire Bestuurshervorming, WUB), die studenten ongekende rechten en bevoegdheden geeft. Tot die tijd hadden studenten niet of nauwelijks inspraak in het onderwijs.
De V.U.G.S. speelt met de WUB een belangrijke rol in de medezeggenschap, die goed blijkt te gedijen door de no-nonsense houding van de meeste studenten en stafleden. De vereniging faciliteert de inspraak, geleid door een bestuurslid met de post ‘studiezaken’, later ‘onderwijs’. Toch gaat voor sommigen de inspraak niet ver genoeg.
Het ‘marxistische’ bestuur houdt het niet lang vol, mede door de interne onenigheid (zie boven), en wordt door de leden afgezet. Een clubje gematigde nieuwe bestuursleden pakt de handschoen op. En zo zal het blijven: een vereniging zonder extreme standpunten.
Verenigingsrelikwieën
In deze tijd verdwijnen relikwieën als het vaandel en de linten uit het verenigingsleven, maar ze worden niet weggedaan. Ze komen in bruikleen bij het Universiteitsmuseum.
De afschaffing van traditionele gebruiken is geleidelijk gegaan in de jaren ervoor. Hans van Ginkel, die wordt gevraagd voor het V.U.G.S.-bestuur 1963/1964, stelt als voorwaarde dat hij ‘alleen als het echt nodig is’ een jacquet van zijn voorganger zal lenen. Een jaar later schaft voorzitter Marc de Smidt ook de linten af. Het bestuur dat in 1968 aantreedt, laat het jacquet thuis en bergt de linten definitief op. De praeses is vanaf nu ‘gewoon’ voorzitter en (bestuurs)leden worden getutoyeerd. Het vaandel is niet meer aanwezig bij vergaderingen.
Belangrijke congressen
Met het wegvallen van de disputen gaat het bestuur meer zelf doen en komen er commissies om specifieke activiteiten te organiseren. De lustra zijn hoogtepunten, met onder andere meerdaagse congressen, die geroemd worden om hun inhoudelijke kwaliteit. Die van 1972, ‘West-Nederland, chaotische planning of geplande chaos’, en 1977, ‘De stad in de post-industriële samenleving’, worden zelfs gezien als markeerpunten in de discussie over de ruimtelijke ordening van Nederland. Ook komt de cabarettraditie op, die nog steeds bestaat: studenten en stafleden maken elkaar belachelijk tijdens een theatervoorstelling. Toch is het aantal activiteiten op jaarbasis beperkt. De bestuursleden kunnen er in die tijd gemakkelijk bij studeren, ook omdat de studie niet zo intensief is.
Nieuw bewustzijn
In 1982 zijn er grote zorgen over het voortbestaan van studieverenigingen, vanwege de invoering van de tweefasenstructuur, die de studietijd terugbrengt tot vier jaar. Zou er nog wel tijd zijn voor activiteiten naast de studie? Toch wel: het aantal georganiseerde activiteiten neemt zelfs toe. Naast de oude ‘succesnummers’ buitenlandse excursie en feesten komen er nieuwe activiteiten bij zoals de OV-kroegentocht en de survival. Meer leden, meer activiteiten, meer commissies. Het bestuur heeft inmiddels bijna een dagtaak aan het leiden van de V.U.G.S.
De universiteit ziet in deze tijd gelukkig steeds meer de waarde van (studie)verenigingen, en stelt bestuursbeurzen ter beschikking aan studie- en studentenverenigingen en (studenten)sport- en cultuurclubs. Het verenigingsleven is weer populair en breidt uit. Vanaf studiejaar 1997/1998 worden bestuursleden ook ontheven van de verplichting studiepunten te halen, waardoor ze zich voltijds kunnen richten op hun vereniging.
Vol trots etaleert de V.U.G.S. zich als de meest actieve studievereniging van Utrecht. Die trots uit zich ook in meer aandacht voor het verleden van de vereniging en haar tradities. Zaken die eind jaren 80 nog ondenkbaar waren, worden in de jaren 90 verkend en soms opnieuw ingevoerd. Zo keert het gala terug, net als de bestuurslinten. Het vaandel wordt gerestaureerd en weer regelmatig getoond. Al verandert er tussen pakweg 1987 en 1997 heel veel binnen de V.U.G.S., de grote groep actieve leden blijft evenementen organiseren in dezelfde open en gezellige sfeer.
Overvolle agenda
Rond de eeuwwisseling barst de vereniging bijna uit haar jasje. De agenda is inmiddels zo vol dat de leden verzadigd raken en het bestuur vele commissies onder de hoede heeft. Tijdens een discussieavond in 2000, de ‘Avond over de toekomst van de V.U.G.S.’, is de conclusie dat kwaliteit boven kwantiteit moet gaan. Dat blijkt moeilijk: het aantal activiteiten zal nog verdubbelen. Maar de 21e-eeuwse student moet veel ballen in de lucht houden. Het is haast onmogelijk daarbij ook alle activiteiten van de studievereniging bij te wonen. Maar op jaarbasis neemt een grotere groep studenten deel aan een of meer V.U.G.S.-activiteiten, in combinatie met studie en het noodzakelijke bijbaantje. Daardoor is het bereik van de vereniging groter.
Belangrijke speler
Gezelligheidsverenigingen komen regelmatig in het nieuws, meestal naar aanleiding van excessen. Het belang van de studieverenigingen blijft daardoor onderbelicht. Zo zijn maar weinig studenten sociale geografie in Utrecht lid van een gezelligheidsvereniging, terwijl de V.U.G.S. negenhonderd leden telt. Dat je met een lidmaatschap korting krijgt op studieboeken, zal voor de meesten een belangrijke reden zijn om lid te worden. Maar actief of niet, veel studenten profiteren ervan dat de V.U.G.S. een grote sociale speler is. Vooral tijdens de introductie, die de vereniging ieder jaar organiseert, worden contacten gelegd en vriendschappen gesloten die jaren na de studie nog intact zijn.
Naast de sociale activiteiten organiseert de V.U.G.S. veel inhoudelijke evenementen, zoals symposia en lezingen over actuele onderwerpen. Tijdens de jaarlijkse carrièredag komen studenten in aanraking met potentiële werkgevers in de toekomst. Sollicitatietrainingen en een LinkedIn-workshop helpen bij de overgang naar de arbeidsmarkt. Er is voorlichting over studeren in het buitenland en over het volgen van een minor in Utrecht of elders.
Voor de buitenlandse excursie is het animo ieder jaar zo groot dat er geloot moet worden. Niet alleen vanwege de bijzondere bestemmingen zoals Israël en Albanië; ook het sociale aspect van deze reizen speelt een grote rol. De vereniging is nog steeds belangrijk binnen de medezeggenschap; veel studenten in faculteitsraad, opleidingsbesturen en opleidingscommissie zijn ook actief in de V.U.G.S.
Bouwen aan je cv
Persoonlijke ontwikkeling is voor studenten een belangrijke drijfveer om actief te worden binnen een vereniging. Zij doen bestuurservaring op en leren hoe belangrijk het agendapunt w.v.t.t.k. is in Nederland. Een jaar een vereniging besturen staat goed op je cv. Het bestuur van de V.U.G.S. is steeds professioneler, met uitgebreide beleidsplannen en jaarverslagen.
In het kader van bouwen aan je cv probeert de Faculteit Geowetenschappen van de UU studenten te stimuleren actief te zijn buiten het studiecurriculum. Diverse studieverenigingen binnen de faculteit, waaronder de V.U.G.S., slaan de handen ineen om een systeem op te tuigen waarbij studenten ‘extracurriculaire punten’ kunnen verdienen door het organiseren van bijvoorbeeld een inhoudelijke lezing of excursie, als aanvulling op het curriculum van de universiteit. Het faculteitsbestuur keurt het initiatief goed en vanaf 2017 ontvang je als student met een bepaald aantal extracurriculaire punten (voor commissiewerk, onderwijs- en carrièregerelateerde activiteiten) bij het afstuderen een Student Actief Certificaat. Dit is een officieel document dat laat zien dat je je aan de faculteit Geowetenschappen extra hebt verdiept en ingezet naast je opleiding.
Naar het volgende lustrum
Met de dreigende afschaffing van de bestuursbeurzen rond 2010 en de vervanging van de studiefinanciering door een lening in 2015 zijn minder studenten bereid een jaar op te offeren voor de V.U.G.S. Je betaalt immers wel collegegeld, maar studeert niet. In 2013/2014 zijn er maar vijf kandidaten voor de zes bestuursposten. Gelukkig gaat de afschaffing van de bestuursondersteuning niet door; de universiteit wil bijdragen aan een actief studentenleven en geeft jaarlijks zo’n 200.000 euro uit aan bestuurswerk voor studieverenigingen. Anno 2022 wordt bij de V.U.G.S. weer gestreden om een positie in het bestuur.
De vereniging en de faculteit groeien door. Er is een groot verloop bij de staf en steeds minder stafleden hebben ooit als student in het V.U.G.S.-bestuur gezeten. Daardoor vervaagt het besef dat de V.U.G.S belangrijk is voor de opleiding en het welzijn van studenten. De vereniging stimuleert de contacten tussen staf en studenten dan ook met allerlei evenementen zoals voetbal, etentjes en cabaret, en begint in 2023 met vertrouwen aan de tweede eeuw van haar bestaan.