Zuid-Afrikaanse wijnsector nog steeds vooral wit

1 april 2015
Auteurs:
Ad van Hout
Community Interaction, Universiteit Stellenbosch
Dit artikel is verschenen in: geografie april 2015
Apartheid
Zuid-Afrika
Kennis
FOTO: MARJAN HENDRIKS
Wijnoogst 2015 op het wine estate Middelvlei bij Stellenbosch

De wijnsector, die na de apartheid sterk opbloeide, is nog altijd bijna exclusief een zaak van blanke boeren en ondernemers. Black Economic Empowerment verloopt hier moeizaam.

 

Black Economic Empowerment (BEE) staat hoog op de agenda van democratisch Zuid-Afrika. Daarmee willen de achtereenvolgende ANC-regeringen de nog altijd door blanken gedomineerde private sector omvormen tot een economie waarin ook burgers met een donkere huidskleur (Black Africans, Coloured People en People with Asiatic roots), samen 91 procent van de bevolking, een belangrijke rol spelen. Maar in dé agrarische exportsector van Zuid-Afrika, die alle heerlijke wijnen produceert die ook in Nederland veelvuldig over de toonbank gaan, is van Black Economic Empowerment nog nauwelijks sprake. 

Overproductie

De wijnbouw in Zuid-Afrika kent een lange geschiedenis die teruggaat naar 1652 toen Jan van Riebeek voet aan wal zette bij Kaap de Goede Hoop. Hij moest daar de VOC-schepen op weg naar Indië voorzien van verse voorraden. Van Riebeek liet al snel wijnranken planten; de eerste oogst vond plaats in 1659. Simon van der Stel, die Van Riebeek als VOC-gouverneur opvolgde, kocht in 1685 een landgoed van 750 ha op de zuidoostelijke flank van de Tafelberg. Dit werd Constantia, de oudste en nog altijd in bedrijf zijnde wine estate van Zuid-Afrika. Uit Frankrijk verdreven Hugenoten kwamen eind 17e en begin 18e eeuw met VOC-schepen naar de Kaap en brachten de broodnodige wijnkennis en vaardigheden mee. Zij vestigden zich vooral in de vallei van Franschhoek. Daar herinneren wine estates met namen als La Motte, Chamonix en Provence nog altijd aan de komst van de Fransen.

Vanaf het begin van de 20e eeuw kozen steeds meer wijnboeren voor druivenrassen met een hoge opbrengst. Vooral de Cinsaultdruif werd populair. Dat leidde in korte tijd tot een gigantische overproductie. Wijnboeren waren genoodzaakt hun onverkoopbare wijn te laten weglopen in rivieren en meren. De overheid richtte daarop in 1918 de Koöperatieve Wijnbouwers Vereniging (KWV) van Zuid-Afrika op. In no time werd de KWV een machtige organisatie die stevig ingreep in de vrije werking van de wijnmarkt: ze beperkte de druiventeelt, stelde minimumprijzen vast en moedigde wijnboeren aan van de druiven ook sterkere drank als port, sherry en brandewijn te maken. De KWV had echter geen oog voor kwaliteitsverbetering, waardoor Zuid-Afrika een groot deel van de 20e eeuw slechts matige wijnen voortbracht. Export was er nauwelijks, ook al vanwege de internationale handels boycot van Zuid-Afrika tijdens een groot deel van de apartheidsjaren. Pas met de vrijlating van Mandela in 1990 kregen Zuid-Afrikaanse wijnen de kans zich te presenteren op de internationale markt. Die kans werd met beide handen aangegrepen. 

De export van Zuid-Afrikaanse wijn profiteert nog altijd van het Mandela-effect

Mandela-effect

De focus werd verlegd van kwantiteit naar kwaliteit. Daarvoor staken wijnboeren hun licht op in Frankrijk en Italië en stapten velen over op druivenrassen met status zoals de syrah (shiraz), cabernet sauvignon en chardonnay. Ook de productie van pinotage, de unieke Zuid-Afrikaanse wijn gemaakt van een kruising van de cinsault-druif met de pinot noir, werd nieuw leven ingeblazen. De opleiding Wingerd- en Wynkunde van de universiteit van Stellenbosch vernieuwde, met duurzaamheid als belangrijk uitgangspunt. In 1997 werd de machtige KWV omgevormd in een private onderneming. Daarmee was de wijnsector (weer) geliberaliseerd.

Het druivenareaal groeide tussen 1993 en 2011 van 84.000 naar ruim 100.000 hectare. De jaarlijkse wijnproductie verdubbelde van bijna 400 naar meer dan 800 miljoen liter, goed voor 3-4 procent van de mondiale wijnproductie. Zuid-Afrika staat nu achtste op de wereldranglijst van wijnproducerende landen. De verbouw van druiven werd steeds meer een zaak van grote wijnboeren; kleine wijnboeren moesten veelal het veld ruimen. Ook ontstonden door fusies enkele machtige ondernemingen zoals Distell in Stellenbosch, nu de grootste industriële wijnproducent in Zuid-Afrika, gevolgd door de geprivatiseerde KWV.

Het aantal wijnkelders is juist toegenomen: van driehonderd in 1995 tot bijna zeshonderd in 2011. Veel grote wijnboeren begonnen met een eigen wijnkelder en gingen eigen wijnen verkopen. En bijna alle grote wine estates presenteerden zich als toeristisch product: je kunt er niet alleen wijn proeven, maar ook lekker eten (wining and dining). Werd in het begin van de jaren '90 slechts 6 procent van de totale wijnproductie geëxporteerd, nu is dat meer dan de helft: in 2014 422 miljoen liter. De export van Zuid-Afrikaanse wijn profiteert nog altijd van het ‘Mandela-effect’. Veel westerse consumenten zien het kopen van Zuid-Afrikaanse wijn als een vorm van steun voor het land van Madiba.

FOTO: SLACK12
De blanke geschiedenis van de wijnproductie in Zuid-Afrika weerspiegelt zich in de Cape Dutch-architectuur en namen van wine estates als Boschendal nabij Franschhoek.

Liever bier dan wijn

In de booming wijnbusiness staan zwarte en gekleurde boeren min of meer buitenspel. De omstandigheden om druiven te gaan telen zijn ook allerminst gunstig. In de geliberaliseerde wijnbouw hebben al vele kleine blanke wijnboeren hun bedrijf moeten opgeven, laat staan dat er veel kansen zouden zijn voor beginnende zwarte en gekleurde wijnboeren. Betere kansen liggen er in de wijnhandel. Maar de zwarte bevolking van Zuid-Afrika, de natuurlijke ‘achterban’ van zwarte wijnhandelaren, drinkt liever bier dan wijn. Wijn is in Zuid-Afrika nog altijd een exclusieve blanke aangelegenheid, en het relatieve aandeel van de blanke Zuid-Afrikanen slinkt. Nieuwkomers in de wijnhandel moeten zich dus richten op de export naar Europa en de Verenigde Staten. En die markt is al grotendeels verdeeld onder de gevestigde, blanke Zuid-Afrikaanse wijnmerken.

De wijnsector zelf richtte in 1999 de South African Wine Industry Trust (SAWIT) op, een soort opvolger van de geprivatiseerde KWV. De SAWIT ging opleidingen verzorgen voor beginnende zwarte en gekleurde ondernemingen. In het kader van Black Economic Empowerment werden grote blanke ondernemers in de jaren '90 onder druk gezet om delen van hun bedrijf, vaak dochterondernemingen, te verkopen aan de zwarte elite, de black diamonds. Hierop kwam veel kritiek: alleen de bevoorrechte zwarten profiteerden op die manier van BEE-projecten. De Broad-Based Black Economic Empowerment Act (BBBEE Act) uit 2003 moest veel meer mogelijkheden scheppen voor brede lagen van de zwarte bevolking. De overheid kan bedrijven nu dwingen écht werk te maken van BEE door ze zo nodig vergunningen te onthouden of uit te sluiten van opdrachten van de overheid. 

Shared equity

Afgezien van aandelenbezit (zie kader BEE scorecard) zijn de zwarte ondernemers momenteel op twee manieren actief in de wijnbusiness. Er zijn black wineries die land in eigendom hebben, en bedrijven die in wijn handelen.

De prijs van grond in de wijnbouw is relatief hoog en het duurt jaren voordat investeringen zich terugbetalen. Daarom is in het Wine Charter en AgriBEE gekozen voor het shared equity scheme, een soort joint venture waarin blanke wijnboeren en farm workers kapitaal inbrengen en samen de wijnboerderij managen. Farm workers kunnen een deel van het bedrijf kopen met de subsidie die ze van de overheid krijgen in het kader van de landhervorming. Blanke wijnboeren brengen kapitaal in door een deel van hun grond af te staan, landbouwwerktuigen in te brengen of hun wijnkelders beschikbaar te stellen. De winsten worden dan verdeeld conform de inbreng van elke partner.

FOTO: ISAW
De Seven Sisters (en een broer), afkomstig uit een arm vissers gezin aan de westkust, stapten in 2005 in de wijnhandel en wisten hun bedrijf in vier jaar uit te bouwen tot de twee na grootste black-owned family winery in Zuid-Afrika. Zij leveren onder andere aan warenhuisketen Walmart.

Een van de eerste voorbeelden van zo’n shared equity systeem is Thandi Wines in Elgin. Farm workers konden met overheidssubsidie in 1996 de Lebanon Farm (200 hectare) kopen. Deze was tot dan toe eigendom van SAFCOL, een bosbouwbedrijf, en van de Rust Estate, bekend van de Paul Cluver Wines. Ze vormden een joint venture en elke partij werd voor een derde eigenaar. De Lebanon Farm Trust vertegenwoordigt 147 gezinnen van farm workers en inwoners van Elgin. Sinds 2000 worden van de druivenoogst op de Lebanon Farm Th andi-wijnen geproduceerd. In 2003 kreeg Th andi-wijn als eerste ter wereld een fairtrade-certificaat.

Sommige blanke eigenaren dragen een deel van hun wine estate ‘om niet’ over aan hun werknemers, zoals in 2006 gebeurde in Wellington. Daar zijn nu 75 farm workers en hun gezinnen medeeigenaar van Diemersfontein. Zij produceren ook een eigen wijn: Thokozani. Een ander voorbeeld is de Solms Delta Wine Estate in Franschhoek. Twee blanke wijnboeren en een trust van farm workers zijn hier nu elk voor een derde eigenaar. De dagelijkse leiding is in handen van een kleurling die is opgegroeid op deze estate.

Er is ook een andere manier om als black winery voet aan de grond te krijgen in de Zuid-Afrikaanse wijnbusiness. Dat is door wijn op te kopen bij grote wijnkelders en deze als BEE-wine onder een eigen naam in de markt te zetten. Lindiwe Wine was hiermee in 2003 de eerste. Zulke bedrijven zijn vaak klein, met niet meer dan een ceo en een general manager op de loonlijst. Vele komen en gaan. In heel Zuid-Afrika zijn nu vijftig van dit soort black wineries actief. Ze zetten hun wijn bijna uitsluitend af in ZuidAfrika. Het ontbreekt hen aan de specifieke marketingkennis die nodig is om hun wijn buiten Zuid-Afrika te kunnen verkopen. Mzoli’s wine heeft zelfs gekozen voor een exclusieve niche in de markt: de shebeens (illegale cafés) en tavernes in de townships. 

 

FOTO: MARJAN HENDRIKS
Zwarte farmworkers snoeien de druivenranken op wine estate Muratie bij Stellenbosch.

Moeizaam

Resultaten van Black Economic Empowerment in Zuid-Afrika zijn tot nu toe het meest zichtbaar in sectoren die geheel of grotendeels in handen zijn van de overheid, zoals bij Eskom, dat verantwoordelijk is voor de elektriciteitsvoorziening. En in de voor Zuid-Afrika zo belangrijke mijnbouw waar de overheid bedrijven onder druk kan zetten door te weigeren concessies te verlenen of verlengen. De wijnsector, die na de apartheid sterk opbloeide, is daarentegen nog altijd een bijna exclusieve zaak van de blanke boeren en door blanke ondernemers gerunde bedrijven. Eigenaarschap van gekleurde en zwarte Zuid-Afrikanen in deze sector blijft beperkt. Black economic empowerment van deze sector verloopt, op zijn zachtst gezegd, nog altijd moeizaam. 

 



BRONNEN 

• Interview met Jeanneret Momberg, CEO van Wine Estate Middelvlei in Stellenbosch 

• Productschap Wijn 2013. www.wijn.nl 

• Sato C. 2013. Black Economic Empowerment in the South African Agricultural sector: A Case Study of the Wine Industry. IDE Discussion Paper No. 384, Chiba. 

• WOSA, Wines of South Africa 2012, geraadpleegd op: www.wosa.co.za 

• www.Netwerk24.com, 15 januari 2015 

• www.solms-delta.co.za 

• www.thandiwines.com 

• ‘Wyn’, periodieke bijlage van Die Burger (dagblad). 

• South African Wine Industry Council (SAWIC) 2007. Wine Industry Transformation Charter.