Aardrijkskundeles van Dimitri Nijsten
Aardrijkskundedocenten zijn er in verschillende soorten en maten, én met verschillende motivaties. In deze rubriek interviewt Ton van Rietbergen steeds een andere docent over de passie voor het vak en het onderwijs. Dimitri Nijsten wil mavo-scholieren hun mogelijkheden laten zien.
'Stap maar uit op station Schiedam Nieuwland; daar zou Geografie-redacteur Frank van Dam vast beeldend over kunnen schrijven. Ik vang je daar wel op.’ Dat mailt Dimitria Nijsten mij. Hij is sectiehoofd aardrijkskunde en decaan van mavo Schravenlant XL in Schiedam.
Toen hij op zijn 21e bij de Fontys Hogeschool in Sittard de vakopleiding geografie had afgemaakt, verliet hij het Limburgse land omdat hij in Schiedam meteen fulltime aan de slag kon. Hij heeft sindsdien nog geen minuut spijt van die stap gehad, want ‘ik kan me makkelijk aanpassen en ben voor een Limburger nogal direct en dat komt me hier goed van pas’.
Na alle witte gymnasia en vwo’s in deze reeks is de wijkschool in Schiedam wel iets heel anders. Hier schuifelen vooral leerlingen met een getint uiterlijk voorbij. De sfeer op de school is ontspannen. Zo regent het high fives en iedereen zwaait vrolijk naar mij als ik me even in een deuropening heb geposteerd. Het is me duidelijk dat op deze mavo andere vaardigheden zijn vereist dan op de gymnasia.
Het is ook om die reden dat Dimitri mij heeft benaderd. Onder het mom van ‘ik wil de kinderen vooral hun mogelijkheden laten zien’ brengt hij graag zijn diorama-aanpak (modelbouw) onder de aandacht. Hij laat kinderen in een workshop zelf een modelhuis bouwen en in een dioramalandschap plaatsen. ‘Ze gaan daarbij op een praktische manier aan de slag met wiskunde en leren zo omgaan met begrippen als perspectief. Maar ook en vooral moeten ze zelf keuzes maken en deze motiveren. En met hun handen werken. Dat is bij allochtone kinderen van belang want de ouders wijzen hen nauwelijks op de mogelijkheden die technische opleidingen bieden. Ze willen voor hun kinderen vooral een betere toekomst en dat betekent in hun ogen geen vieze handen krijgen. Daardoor gaan ze allemaal richting economische of administratieve banen. Maar juist dat type werk staat onder druk en verdwijnt uit Nederland.'
'In technische beroepen, die vaak allang geen vuile handen meer vereisen, zijn er veel meer mogelijkheden. Met de diorama-aanpak hoop ik dat de kinderen ervaren hoe leuk het is om te knutselen en vanuit een concept op papier planmatig iets tot werkelijkheid te maken. De workshops zijn echt populair en de resultaten goed. Vooral de concentratie en rust gedurende de workshop vallen op. Je ziet de leerlingen groeien en het is mooi om te zien hoe ze de ervaringen uit de eigen omgeving meenemen in het ontwerp.'
'Zelfstandig werken vinden ze toch vaak lastig'
'Als aardrijkskundemethode gebruiken we de Geo. Voorheen hadden we BuiteNLand, maar die vonden we iets te veel op het examen gericht. De Geo biedt gewoon wat meer, en dat heeft vooral onze tl-groep echt nodig. Onze leerlingen pak je met name met verhalen. Zelfstandig werken vinden ze toch vaak lastig. Zo kijken we regelmatig naar het journaal en bespreken het daarna. Vooral een ingang zoals “stel je nu voor dat je daar zelf had gestaan” doet het goed. Bij aardrijkskunde en geschiedenis volgen we dezelfde aanpak en werken we nauw samen. Mijn huidige collega bij geschiedenis heeft nog twee jaar stage bij me gelopen en is toen gegrepen door het leraarschap.
'Zelf vind ik fysische geografie leuk en ik mag graag met Google Maps door de Alpen surfen en de krimpende gletsjers laten zien en bespreken. Het examenthema Toerisme en natuurlijke hulpbronnen leent zich voor zo’n aanpak. Al is het maar omdat veel toerisme naar Marokko en Turkije gaat. Daar vertellen leerlingen graag over. Hun favoriete voetbalclubs zijn trouwens nog steeds Galatasaray en Fenerbahçe. De ontwikkeling en groei van infrastructuur met de serie Nederland van Boven bieden ook veel aanknopingspunten.
'Met orde houden heb ik inmiddels geen moeite meer. Mijn blik is vaak genoeg, maar zoals voor elke docent waren mijn eerste twee jaar een bescheiden hel.’