In november verscheen de 55e editie van De Grote Bosatlas. Wederom iets dikker, aangepast aan een veranderende wereld en nieuwe exameneisen en voor het eerst ook digitaal. Geografie brengt de verschillen met de vorige editie in kaart.
De nieuwe Grote Bosatlas oogt dikker dan zijn voorganger en is dat ook. In 336 pagina’s beschrijft hij de wereld, waar de 54e druk daarvoor 312 pagina’s nodig had en 53e editie 288. Nee, de wereld is niet groter geworden. Er zijn enkele nieuwe elementen aan de atlas toegevoegd en het aantal thematische kaarten is uitgebreid.
Wat direct opvalt, is dat deze atlas qua uiterlijk toegegroeid is naar de andere atlassen van Noordhoff Uitgevers. De continenten in de atlas worden gescheiden door spreads met daarop oblique luchtfoto’s. Dit keer heeft ‘huisfotograaf ’ Karel Tomeï alleen de foto voor het omslag aangeleverd; de rest komt uit een andere bron. De vorige edities gebruiken hiervoor satellietbeelden. Wel jammer dat ook het deel over remote sensing en het werken met satellietbeelden uit de atlas is verdwenen. Dat onderdeel was in de 54e editie al gehalveerd van een dubbele spread naar een enkele, maar aardobservatie is nu helemaal geschrapt. Nieuw zijn de kaarten met landschappen en bijbehorende foto’s – daarover later meer.
In de klas
Met de nieuwe Bos is de introductieles atlasgebruik voor de docent een stuk eenvoudiger geworden, want de nieuwe editie begint met twee pagina’s ‘Werken met de Grote Bosatlas’. Natuurlijk moet je leerlingen nog steeds één keer vertellen hoe ze de inhoudsopgave, bladwijzers en registers kunnen gebruiken om de juiste kaart te vinden, maar daarna kun je gewoon verwijzen naar de handleiding voor in de atlas. Daarmee zal het schijnbaar doelloos doorbladeren vast niet verdwijnen. Gelukkig maar: op die manier komen leerlingen interessante kaarten tegen waarnaar ze direct niet op zoek waren. Maar het bespaart wel veel tijd als ze óók snel de kaart kunnen vinden die ze op dat moment nodig hebben.
Op andere terreinen moeten docenten met de invoering van de 55e editie meer inspanningen leveren. Er is bijvoorbeeld minder aandacht voor kaartprojecties, maar op 273, Globalisering/Wereldbeelden juist weer meer voor wereldbeelden die in andere werelddelen gangbaar zijn. Het aantal thematische kaartjes is weliswaar uitgebreid, maar een deel ervan is – soms sterk – vereenvoudigd. En ze zijn kleiner afgebeeld. Neem de spread 50-51, Nederland Politiek, godsdienst en onderwijs & werken en inkomen in vergelijking met de oude 52-53, Nederland Bevolking & werken. Het totale aantal kaarten en figuren ging van 21 naar 26, maar de schaal van een aantal veranderde van 1 : 2.500.000 in 1: 4.000.000. Je kunt dat de makers van De Grote Bosatlas aanwrijven, maar eigenlijk is het allemaal de schuld van de politiek. Bezuinigingen op het CBS hebben ertoe geleid dat sinds 2010 het schaalniveau van het ‘economisch-geografisch gebied’ is afgeschaft . In 51H, Inkomens is het schaalniveau nu veranderd in dat van COROP-gebied. Dus moet je de leerlingen uitleggen dat het gemiddelde inkomen in het COROP-gebied Utrecht (c.q. de provincie Utrecht) echt niet overal zeer hoog is.
Bij 50D, Kerkelijke gezindte is het schaalniveau teruggebracht van COROP-gebied naar provincie. En ook verderop, bij 56C, Centrale plaatsen en verzorgingsgebieden, is de kaart kleiner geworden met minder informatie. Dit heeft weer te maken met de terugkoppeling van docenten. Een aantal oude kaarten was erg complex. Door de informatie te spreiden over meerdere thematische kaartjes, wordt deze duidelijker aangeboden.
Vernieuwing
De 55e editie van De Grote Bosatlas voldoet aan de nieuwe exameneisen die vanaf schooljaar 2017/2018 gelden voor het havo- en vwo-onderwijs. Daartoe biedt de atlas een aantal nieuwe thema’s en krijgt een aantal vertrouwde onderwerpen meer aandacht dan in het verleden.
De vernieuwing begint helemaal voorin met het lijstje van kaartsoorten, dat nu is uitgebreid met Google Maps en een navigatiekaart. Duidelijk een stap in de tijd vergeleken met de autokaart – die overigens nog wel is gehandhaafd. Vooruitgang is ook zichtbaar in kaartblad 89: Europa ontwikkelingskenmerken, waar breedbandinternet zijn intrede doet.
Water
Echt grote veranderingen zijn er bij de themakaartjes over Nederland en het water. Gebleven zijn de – overigens mooi hertekende – kaarten van de Zuiderzeewerken en Deltawerken. Spread 42-43, Ruimte voor rivieren is vernieuwd en verduidelijkt. In blokdiagram men zijn de diverse maatregelen weergegeven en de gevolgen daarvan bij een normale waterstand, hoogwater en extreem hoogwater. Met deze graphics laat de atlas de traditionele kaart los en schuift enigszins richting de lesmethoden. Verhelderend is het zeker.
Ook voor dreigend water is er meer aandacht. Daarbij zijn de oude, complexe kaarten opgesplitst in meerdere deelkaartjes. Duidelijker voor de leerlingen, maar kaartliefh ebbers zullen het omzetten van de oude kaart 42A, Waterkeringen uit de vorige editie in de kaarten 42A, C, D, E in de nieuwe Bos betreuren. Eenzelfde verhaal bij waterkwaliteit. Kaart 46A: Waterbeheersing, verzilting en doorspoeling is vervangen door de kaarten 44A: Waterregulering en 44C: Verzilting waarbij de schaal veranderde van 1:1.500.000 in 1:2.500.000. De kaarten zijn minder complex, maar je kunt de data over verzilting en die over de aan/afvoer van zoet oppervlaktewater niet meer zo makkelijk combineren als op de grote oude kaart.
Echt nieuw in het deel over Nederland en water is natuurlijk de Zandmotor. Een betrekkelijk eenvoudig kaartje waaraan je in de les de veranderende ideeën over kustbescherming kunt ophangen.
Europa
Traditioneel besteedt De Grote Bosatlas veel aandacht aan Europa. De 55e editie kent een relatieve verschuiving van sociaalgeografische naar fysischgeografische onderwerpen. Verdwenen zijn de kaart van de etnische groepen op de Balkan, de kaarten Europa Cultuur: opvattingen, tolerantie en democratie en een groot deel van de kaarten uit Europa Identiteit en vertrouwen. Daarvoor in de plaats is de prachtige spread 80-81, Europa Natuurgeweld gekomen. Hierin wordt aandacht besteed aan tektoniek en vulkanisme, aardbevingen, tsunami’s, vulkaanuitbarstingen, extreem weer en overstromingen. De enorm hoge neerslag van 31 mei tot 2 juni 2013 en de overstromingen in Centraal-Europa hebben zelfs een eigen kaartje gekregen. Europa zal voor veel leerlingen een stuk spannender blijken te zijn dan gedacht. Vooral Italië blijkt een land waar je moet oppassen. Naast de recente aardbevingen komen hier ook bosbranden door droogte, tornado’s, lawines, overstromingen, dambreuken als gevolg van aardverschuivingen en vulkaanuitbarstingen voor. Gelukkig niet allemaal op dezelfde plek.
De border
Hoewel er weer veel aandacht is voor de grensregio tussen de Verenigde Staten en Mexico, blijken niet alle kaarten geactualiseerd te zijn. Sommige gegevens worden alleen verzameld bij volkstellingen en in de VS wordt de eerstvolgende pas in 2020 verwacht. Gezien de geringe wijzigingen in de bevolkingskenmerken in de kaarten die wél bijgewerkt zijn, lijkt dit voor de etniciteit van bewoners en de bevolkingsontwikkeling niet zo’n probleem. Over de migratiestromen binnen Mexico zou ik dat niet durven stellen. Daarbij toont kaart 213E1: Mexico: Migratie maar een deel van het verhaal. Sinds 2012 verlaten meer Mexicanen de VS dan er binnenkomen. Tegelijkertijd blijft het aantal Midden-Amerikanen dat via Mexico naar de VS probeert te komen, hoog. De migratieproblematiek rond de border verdient dus een kaart die een veel groter gebied beslaat.
In lijn met het nieuwe examenprogramma heeft De Grote Bosatlas gekozen voor Zuid-Amerika in plaats van Latijns-Amerika. Midden-Amerika is losgeknipt en verhuisd naar het hoofdstuk over Noord-Amerika. Nieuw voor Zuid-Amerika zijn de kaarten over natuurrampen, beroepsbevolking, bruto binnenlands product en de buitenlandse investeringen. Brazilië is als regio apart opgenomen en het aantal kaarten en figuren steeg van 15 naar 24, met meer aandacht voor de stedelijke gebieden in Brazilië en voor het Amazonegebied.
Laatste
Al met al is de 55e editie wederom een prachtige atlas geworden, waarmee het voortgezet onderwijs ettelijke jaren vooruit kan. Het is nog even afwachten of de digitale versie van de atlas zal aanslaan. Nu nog is op het eindexamen de papieren versie verplicht en digitaal is niet gratis. Dit gaat scholen jaarlijks € 12,50 per aardrijkskundeleerling kosten. Dit is inclusief de digitale atlas voor docenten, die ook los verkrijgbaar is. Mocht het concept aanslaan, dan is niet uit te sluiten dat deze editie van De Grote Bosatlas de laatste geprinte versie is in deze vorm. Zouden, daarop vooruitlopend, de kaarten die nu zijn geschrapt alvast kunnen worden opgenomen in een digitaal weeshuis van de Bosatlas?