Fietsen in Brussel (2)

1 april 2017
Auteurs:
Manuel Aalbers
geografie en toerisme, KU Leuven
Dit artikel is verschenen in: geografie april 2017
Blog: Brussels Lof
Opinie
Willamestraat
BEELD: GOOGLE STREETVIEW
Om de steile Willamestraat in te gaan moet je vaak inhouden of stilstaan
op de drukke Waversesteenweg. Inzet: De fietskaart van Brussel toont in roze
de straten met een beperkte en in rood een serieuze helling.

Dat fietsen in Brussel niet altijd een pretje is, heeft u wellicht nog onthouden van mijn vorige column. De grote boosdoeners waren toen de automobilisten en de fietssuggestiestroken. Zonder agressie en suggestie zou het voor de fietser in Brussel veel beter toeven zijn. Maar dan blijft er nog een probleem over: de fysische geografie. Het laagste punt in Brussel is 18 meter en het hoogste 130 meter. Dat lijkt niet veel, maar als het in Amsterdam al moeilijk wordt een 12 meter hoge brug over ’t IJ te leggen, omdat die brug dan al bij Artis moet beginnen, begrijpt u dat het in Brussel nog net iets moeilijker is. 

Die 118 meter gaan ook niet geleidelijk omhoog. Brussel wordt doorsneden door riviertjes en (ondergrondse) beken, dus het is op en af, en dan nog wat meer op voordat je ook echt boven de 100 meter geraakt. Veel delen van Brussel zijn bijna helemaal plat, terwijl in andere buurten bijna elke straat een hellingsgraad van minimaal 5 procent lijkt te hebben. Ook 10 procent komt geregeld voor. De Robert Willamestraat in de Brusselse gemeente Oudergem komt dichter in de buurt van de 20 procent. Toch rij ik ’m graag. Niet dat ik een masochist ben, maar een blok zeer zwaar klimmen op de Willamestraat staat gelijk aan minutenlang met een paar procent omhoog en die ga je toch voelen in je benen. Dan liever wat snelheid opbouwen en met een korte, krachtige inspanning dat hellinkje op. Probleem is dat ik van de drukke Waversesteenweg linksaf moet om de Willamestraat in te gaan, daarvoor vaak moet inhouden of tot stilstand moet komen en dus geen snelheid kan opbouwen. Aan de hoge kant van de Willamestraat wacht gelukkig een beloning: een kilometer vrijliggend fietspad (nou ja, gedeeld fiets/voetpad) op een voormalig spoortalud, hoewel dat ook weer met een klimmetje eindigt.

De mobiliteitsdienst van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest heeft net als sommige andere steden in de wereld, zoals het heuvelachtige én fietsgekke San Francisco, een fietskaart gemaakt met daarop in roze de straten met een beperkte en in rood een serieuze helling. In lila de fietspaden. Als u goed zoekt, ziet u de R.R. Willamestraat iets onder het midden van de kaart. De eerste ‘R.’ staat voor Rue, naar de goede gewoonte om Rue, Place of Avenue vóór de naam te zetten en straat, plaats of laan erachter, omdat dit korter is dan twee keer de volledige straatnaam.

fietskaart Brussel
BEELD: STAP- EN FIETSKAART BRUSSEL, DIENST BRUSSEL MOBILITEIT

Natuurlijk, de geoefende fietser doet niet moeilijk over een klimmetje hier en daar, maar een geoefende fietser word je niet zomaar. Dat zijn mensen die al fietsen. Het gaat erom hoe je mensen op de fiets krijgt die tegen die hellingen opzien. Dat blijkt niet gemakkelijk en hoewel het aantal fietsers in Brussel nog elk jaar toeneemt, begint die stijgende lijn langzamerhand wel af te vlakken. Met betere fietspaden en meer voorlichting (en boetes!) aan automobilisten lok je heus nog wel een paar duizend extra mensen de fiets op, maar om van Brussel een echte fietsstad te maken, moet je verder gaan.

Slimme, fietsgekke architecten hebben al plannen klaarliggen om langs alle spoorwegen fietspaden te leggen. Die spoorwegen zijn namelijk zo aangelegd dat ze beekdalen overbruggen, heuvels afsnijden en altijd een beperkte hellingsgraad kennen. Denk verder aan een paar extra stadsliften die goed toegankelijk zijn voor fietsen. Misschien dat die helpen om fietsen in Brussel tot een succes te maken. Maar ik zie de bui al hangen: binnen de kortste keren staan er wachtrijen voor de fietsliften en rij ik weer lekker over de Willamestraat