Geld in kaart

Atlas van de financiële wereld
Wie geïnteresseerd is in economie of het financiële nieuws in de krant beter wil kunnen volgen, vindt in de Atlas van de financiële wereld zeer complexe patronen en netwerken uitgelegd in tekst en beeld. Het blijft pittige kost, maar zeer de moeite waard.
Kern van de atlas is de verwevenheid van financiën en geografie. Simpel gezegd: uitgaven op de ene plek leiden tot inkomsten ergens anders. In de praktijk resulteert dat in zeer complexe patronen.
Neem de Indiase stad Bengaluru. Deze fungeert momenteel als IT-centrum in een mondiaal financieel netwerk. Dankzij de razendsnelle ontwikkelingen in de informatietechnologie konden banken de afgelopen decennia hele bedrijfstakken verplaatsen naar buitenlandse steden waar onroerend goed en arbeid goedkoper zijn, het zogenoemde offshoring. Tegelijkertijd besteedden banken steeds meer kerntaken zoals gegevensanalyse en klantenbeheer uit aan externe leveranciers. Deze twee ontwikkelingen samen maakten dat Bengaluru nu een mondiale speler is in de financiële wereld. In 1993 opende in Bengaluru een bedrijf dat via internet bankdiensten verzorgde. Onder de naam Finacle bedient het tegenwoordig meer dan een miljard individuele klanten. Maar het bleef niet bij dit ene bedrijf. Vanuit de financiële sector steeg de vraag naar informatietechnologie en digitale processen. Bengaluru was goedkoop als vestigingsplaats en er was kennis aanwezig. In dertig jaar groeide de stad uit tot de wereldhoofdstad van de outsourcing- en offshorenetwerken. Of het nu gaat om het Nederlandse ING of om de Bank of Australia. Hun digitale processen laten ze uitvoeren in een van de zes techparken rond Bengaluru. De atlas toont hoe de stad de afgelopen drie decennia uitdijde, met campussen en techparken aan de stadsrand. Een kaart over de volle breedte laat zien hoe 32 banken uit de Verenigde Staten, Europa en Oceanië hier momenteel diensten laten uitvoeren door 11 offshorebedrijven (figuur 1). Van een stip op de kaart van India veranderde Bengaluru hierdoor binnen enkele decennia in het Silicon Valley van India.
Redactie
Het duurde even voordat bij Noordboek de Nederlandse versie van Dariusz Wójciks Atlas of Finance: Mapping the Global Story of Money (2024) klaar was. Het vertalen van de teksten in alle kaarten en figuren van de hand van James Chesire en Oliver Uberti moet dan ook een heidense klus zijn geweest. En het is grondig gebeurd. Nergens lees je ‘Paris’ of ‘London’ en in getallen worden komma’s en punten op z’n Nederlands gebruikt. Dus 3.000 en 34,7% in plaats van 3,000 en 34.7%. Het lijken kleinigheden, maar het toont het respect van de uitgever voor de auteurs en tekenaars. Natuurlijk zitten er foutjes in, zoals de term ‘menselijke geografie’ in de allerlaatste tekst in de atlas. Maar dat valt makkelijk te vergeven na meer dan tweehonderd prachtige pagina’s.
Darius Wójcik, hoogleraar financiële geografie aan de National University of Singapore, heet de auteur van de atlas te zijn, maar is vooral de hoogste in rang binnen een redactieteam van experts verbonden aan de School of Geography and the Environment van de University of Oxford. Onder wie ook Morag Torrance, die ruim twintig geleden nog studeerde aan de Universiteit Utrecht en tien jaar terug in ons blad schreef over hypergentrification in Brooklyn (Geografie 2015-7). Het zijn allemaal hoogvliegers in hun discipline en geografisch onderlegd. Datzelfde geldt voor de tekenaars Chesire, hoogleraar geografische informatie en cartografie aan University College London, en Uberti, voormalig senior design editor van National Geographic.
Finviz
In het voorwoord stellen de makers dat ze financiën willen demystificeren. Ze leggen uit dat geld alles kan zijn dat kan dienen als ruilmiddel, rekeneenheid en waardeopslag. Een schilderij van Picasso is goed in het opslaan van waarde, maar minder handig als je een zak meel wilt kopen. Financiën veranderen werk in loon, een huis wordt onroerend goed en zelfs een hele omgeving wordt een set activa, waarvan behoud of teloorgang wordt aangestuurd door de waarde en kosten-batenanalyses. En in de tijd spelen de verwachte opbrengsten en financiële risico’s een rol. Kortom, financiën zijn de schaar die de mensheid heeft losgeknipt van Moeder natuur. Probeer daar als individu maar eens verantwoord mee om te gaan.
Bij alles wat de makers aan de orde stellen, hebben ze oog voor de geografische aspecten van financiën en economie. Finviz, de visualisatie van financiën, maakt bepaalde zaken duidelijk en helpt docenten financiële onderwerpen via een kaart of figuur in de les te brengen. Ook thuis op de bank is het genieten voor geografen.
In een historisch overzicht van de cartografie van geld wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan The Great Mirror of Folly, een in 1720 in Amsterdam verschenen boek met fantasiekaarten, waaronder die van Geks-Kop: een fantasie-eiland in de vorm van het hoofd van een nar. De Seine vormt de rand van zijn muts (figuur 2). Op de plek waar je zijn brein verwacht, staat Quinqempoix, de naam van een Parijse straat waar speculanten aandelen in de Mississippi Company verhandelden. De Mississippi Company was een monopolistische handelsmaatschappij in aandelen in de Franse koloniën in Noord-Amerika en West-Indië. In 1719 stegen de aandelenkoersen door deze handel tot stratosferische hoogten om een jaar later volledig in te storten. Het eiland bevat plaatsnamen als Bedriegers Stadt en de kleine eilandjes voor de kust heten Wanhoop, Armoed en Droefhyt. Een satirische kijk op een vroeg voorbeeld van bloei en krimp in de financiële geschiedenis.

Na een kort uitstapje over het gevecht om deze atlas gefinancierd te krijgen, volgen acht inhoudelijke hoofstukken, over onder meer activa & markten, bemiddeling & technologie, bubbels & crises, regulering & bestuur en maatschappij & milieu.
Een sterk punt van de atlas is de koppeling van de figuren aan actuele bronnen. Achter in de atlas is per hoofdstuk en thema een uitgebreid notenapparaat opgenomen. Wie zich daarop stort, komt aan de kaarten haast niet meer toe.
Potosí
De atlas bestrijkt een breed scala onderwerpen, verspreid in zowel tijd als ruimte. Neem de vondst in 1545 van een zilverlaag in Potosí (Bolivia) door mijnwerker Diego Gualpa. De Cerro rico (Rijke piek) produceerde al snel de helft van al het zilver in de wereld en Potosí werd de grootste stad van Amerika. Het zilver uit Potosí maakte van de Spaanse real de eerste mondiale munteenheid. De winning van het zilver geschiedde evenwel tegen onvoorstelbare menselijke en ecologische kosten. Vele van oorspronkelijke bewoners die door de Spanjaarden gedwongen werden in de mijnen te werken, stierven jong en de introductie van kwik om het zilver te zuiveren, veroorzaakte een dodelijke vervuiling van water, lucht en bodem. Terwijl zich in Potosí een humanitair drama afspeelde, ontstond daar – in een van de meest geïsoleerde steden van de wereld – voor het eerst iets wat je mondialisering zou kunnen noemen. Via handelsroute vanuit Azië via Manilla en Macau vonden luxegoederen zoals porselein, ivoor, parfum en tapijten hun weg naar Potosí. De trans-Atlantische handelsroute verbond de stad met Sevilla (Europa) en Luanda (Afrika). Naar Spanje ging in de eerste plaats het zilver. Uit Spanje kwamen geestelijken en bestuurders en uit Afrika arriveerden tot slaaf gemaakten (figuur 3).

Winkelcentra
De wereldwijde verwevenheid van economische activiteiten en financiële stromen is al eeuwen veel complexer dan we ons realiseren. Dat het geld dat we in een winkelketen uitgeven, niet ten goede komt aan lokale verkopers is duidelijk. Maar slechts weinigen hebben besef van de wereldwijde financiële structuren die uiteindelijk leiden tot kapitaalaccumulatie in slechts een beperkt aantal locaties. In de atlas wordt dat als volgt verwoord: ‘Mensen gaan naar een winkelcentrum om dingen te kopen of om er gewoon met vrienden rond te hangen. Ondertussen kopen sommige investeerders de winkelcentra zelf.’ Dat gebeurt door real estate investment trusts (REIT’s) over de hele wereld. Simon Property Group heerst in de Verenigde Staten, Korea en Japan; Klépierre heeft de Europese markt in handen; Link bezit vooral veel winkelcentra in Azië; en Growthpoint en Hyprop hebben netwerken in Afrika en Oost-Europa. Via ingenieuze netwerken belandt de winst van iedere peso die in een Mexicaans winkelcentrum wordt uitgegeven via Indianapolis in Oslo. En verdwijnt de winst op iedere Ghanese cedi uitgegeven in een winkelcentrum in Accra, via Johannesburg naar New York. En de winst op euro’s die wij in Amsterdam hebben uitgegeven, komt terecht in Indianapolis (figuur 4).

Onbalans
Waar het gros van de mensen wereldwijd het eigen vermogen tussen 1995-2021 met 3 à 4% per jaar zag toenemen, werd de rijkste 1% van de wereld maar liefst 9,3% rijker. De meest vermogende 1% heeft daarmee in 25 jaar 38% van alle extra wereldwijde rijkdom verzameld. De rijkste 166 mensen op aarde bezitten samen meer vermogen dan de armste 50% van de wereldbevolking (figuur 5). Dat zijn bijna 3 miljard mensen. Nivellering mag gevoelig liggen in de Nederlandse politiek, maar mondiaal zal deze noodzakelijk zijn om het economisch systeem draaiend te houden. ‘Om de groeiende ongelijkheid aan te pakken, is meer belasting nodig voor degenen met de meeste rijkdom en de hoogste inkomens, herverdeling van rijkdom en het aanpakken van belastingontduiking en -ontwijking via belastingparadijzen’, aldus de auteurs. In sommige commentaren op de atlas wordt de redactie dan ook verweten dat deze linkse sympathieën zou hebben – op de cover van de Nederlandse uitgave is Karl Marx opvallend genoeg verdwenen. Maar deze ‘linkse’ woorden komen wel uit de mond van specialisten op het gebied van geld en financiën. Onderwerpen die vaak toch als meer ‘rechts’ worden gezien.

Tot slot
De Atlas van de financiële wereld blijkt niet alleen inhoudelijk sterk. Het is ook een mooie echte atlas met een samenhangende verzameling kaarten. Dat is een verademing temidden van de stroom van boeken gevuld met min of meer willekeurig gekozen (oude) kaarten, gekozen om hun visuele aantrekkelijkheid. In deze atlas zijn de kaarten en figuren zelden geschikt om als plaatje aan de muur te dienen. Daarvoor zijn ze te complex en inhoudelijk ingewikkeld. De cartografie staat duidelijk in dienst van de informatieoverdracht en moet zeer ingewikkelde processen inzichtelijk maken. Ook bij luchtige onderwerpen als ‘Zo beroof je een bank’, over de diefstal van 81 miljard dollar van de Bangladesh Bank, en ‘De wasserettes van de wereld’, over het witwassen van vuil geld, levert dit complexe figuren op die niet in een oogopslag te doorgronden zijn. In het maken van de kaarten zit heel veel denkwerk en iets daarvan is ook nodig om ze te kunnen doorgronden.
Het resultaat is een indrukwekkende atlas, waarvan de productie niet goedkoop geweest kan zijn. Het is voor de uitgever te hopen dat er wat geld verdiend kan worden met het in kaart brengen van de financiële wereld.
- Wójcik, D. (2025). Atlas van de financiële wereld. De mondiale geschiedenis van geld in kaart gebracht. 226 p. Noordboek.