Hypergentrification in Brooklyn

1 september 2015
Auteurs:
Theo Hoebink
gepensioneerd; stadsgeograaf; mogelijk publicist
Dit artikel is verschenen in: geografie september 2015
New York
Kennis
FOTO: SPIROS VATHIS/FLICKR

In het januarinummer van Geografie 2012 schreven Irina van Aalst en Rianne van Melik over de transformatie van een voormalig industrieterrein, Williamsburg in Brooklyn, NYC, als epicenter of the cool voor hipsters en creatieven. Zij signaleerden ook de opkomst van een gentrifying business, ingezet door overheid en projectontwikkelaars, met luxe woontorens en dito voorzieningen. De frictie tussen bevolkingsgroepen in oude wijken van NYC neemt toe, zoals te zien is in Fort Greene.

 

De huidige burgemeester van New York City, Bill de Blasio, koos als hoofdthema van zijn verkiezingscampagne in 2013 ‘het verhaal van de twee steden’. Zelf afkomstig uit Brooklyn wees hij op de hypergentrification, waardoor de sociale tegenstellingen binnen een aantal oude wijken van NYC snel zijn toegenomen. Het publieke debat hierover werd nog verscherpt na een tirade van de bekende cineast Spike Lee in de zomer van 2014. 

Hypergentrification

Het proces van hypergentrificatie staat ver van hoe het in de jaren '60 begon. Destijds kochten jonge families oude, vervallen brownstones (huizen van bruine baksteen) in arme buurten, omdat ze meer woonruimte nodig hadden. Ze waren op zoek naar goedkopere huizen maar vooral naar een woonbuurt met een grotere culturele mix. Het ging om een langzaam proces met negatieve en positieve kanten. Gevaarlijke, arme buurten werden veiliger en leefbaarder, maar een deel van de bewoners werd uit de buurt verdrongen door de prijsstijgingen die volgden. Dit is nog altijd het beeld dat de meeste schoolaardrijkskundemethoden schetsen van gentrificatie.

De huidige hypergentrificatie is omvangrijker, sneller en gemener dan de eerste golf. Ging het in de jaren '70 en '80 om een relatief klein aantal gezinnen dat de stap van Manhattan naar Brooklyn maakte, de laatste vijftien jaar hebben duizenden, meestal welvarende, nieuwkomers zich gevestigd in tientallen nieuwe wooncomplexen in Downtown Brooklyn, Williamsburg, Greenpoint en Fort Greene. De bewoners van de nieuwe white middle class ghettos zijn niet geïnteresseerd in een culturele mix. Ze worden aangetrokken door de fraaie locatie, zijn gericht op de eigen biotoop en vinden het vooral fijn dat er veel creatieven in Brooklyn zitten die ‘interessante dingen doen’.

 

FOTO: BARRY MCGEE/CARNAGENYC
De bouw van luxe appartementencomplexen in Fort Greene stuit op felle tegenstand van (oud-)buurtbewoners.

Dit proces is versneld door de rezoning onder de vorige burgemeester Bloomberg in het begin van de 21e eeuw. Het hele stadsdeel Brooklyn werd op papier heringericht en ontwikkelaars ontvingen subsidies voor de bouw van luxe hoogbouwappartementen. Liefst vier van de 25 postcodegebieden in de VS waar het gentrificatieproces het snelst om zich heen grijpt, liggen in Brooklyn. Politici, ontwikkelaars, bankiers en ceo’s van betrokken bedrijven beweren dat hypergentrificatie kan bijdragen aan een welvarend, schoon en veilig Brooklyn. Vele anderen wijzen, met Bill de Blasio, op de grote spanningen die ontstaan vanwege de (op korte afstand) steeds grotere economische en culturele tegenstellingen tussen autochtone en nieuwe bewoners. 

Merk

Was de wijk DUMBO (Down Under the Manhattan Bridge Overpass) in Brooklyn in de jaren '80 aantrekkelijk voor kunstenaars, vanaf 1995 werd Williamsburg net over de East River dé plek voor net afgestuurde twintigers. De voormalige Dominicaanse, Italiaanse en Hassidisch-joodse arbeidersbuurt kreeg steeds nadrukkelijker te maken met het zogenoemde Soho-effect. Niet alleen richtten de jonge nieuwkomers zich op kunst en ateliers, langzaamaan werd de Williamsburg lifestyle er vooral een van hippe restaurantjes, ambachtelijke kaas-, koffie-, bier- en chocolademakers en een lobby voor meer fietspaden.

Deze ontwikkeling is onder Bloomberg tussen 2000-2005 op twee manieren opgepikt. Ten eerste kregen ontwikkelaars de kans grote, luxueuze appartementen te bouwen voor de vele trust fund kids die in Williamsburg kwamen wonen: jongeren met rijke ouders die op hun 21e maandelijks geld uit een spaarfonds ontvangen waardoor ze niet hoeven te werken. Zij gingen samen met succesvolle advocaten en bankiers in de nieuwe wooncomplexen langs de East River wonen. Waren dit vijftien jaar geleden nog oude industrieterreinen langs het water, nu staan er flats van twintig verdiepingen hoog met Starbucks en andere ketens in de nabijheid, plus een particuliere watertaxi om snel naar Manhattan te komen.

Ten tweede ontwikkelde zich de laatste vijftien jaar een Brooklyn brand. Anno 2015 wordt wereldwijd – ook in Nederland – geadverteerd met Brooklyn Lager en het kledingmerk Brooklyn Industries.

FOTO: MATTHEW RUTLEDGE/FLICKR
Brownstonehuizen zijn helemaal 'the Brooklyn Way'.

Projectontwikkelaars en investeringsmaatschappijen richten zich op bewoners met een hoge levensstandaard en een weinig ‘alternatieve’ levensstijl. De prijzen van het wonen stijgen sterk en de wijk verandert van karakter. Veel kunstenaars en ambachtelijke creatieve bedrijfjes verlaten de buurt, of mijden deze en trekken nu richting Bedfort Stuyvesant en Crown Heights, waar de nieuwe frontier voor de hipster gentrification komt te liggen. Tegelijkertijd is het hippe, coole imago waarmee Brooklyn zich nu afficheert naar de rest van de wereld ver verwijderd van de vele armoedige buurten in andere delen van Brooklyn, waar armoede en criminaliteit hand in hand gaan. 

Fort Greene

De door burgemeester De Blasio gehekelde versterkte tegenstellingen manifesteren zich in veel delen van Brooklyn. Neem de wijk Fort Greene. In deze relatief kleine en tot voor kort arme wijk hebben projectontwikkelaars in korte tijd veel luxe wooncomplexen gebouwd.

Fort Greene ligt ten oosten van Downtown Brooklyn en ten zuiden van de Brooklyn en Manhattan Bridges. Door de gunstige ligging en een veelvoud aan metrolijnen is de woonwijk al meer dan anderhalve eeuw aantrekkelijk voor New Yorkers. Sinds 1840 telde Fort Greene een grote Afrikaans-Amerikaanse bevolking. Tien jaar later begonnen rijke New Yorkers met de bouw van grote, mooie brownstone huizen rondom de straten van het Fort Greene (een heus militair fort tijdens de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog). Begin 20e eeuw werd Fort Greene trendy voor de artistieke klasse. De Brooklyn Academy of Music (BAM) werd in 1908 geopend, er kwamen twee gerenommeerde theaters, en bekende Amerikaanse musici, dichters en schrijvers verhuisden naar de mooie brownstones om en nabij het park.

KAART: GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN 2015 ©
Ontwikkeling van gemiddeld inkomen in Brooklyn (1990-2012)

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden ten noorden van Fort Greene Park 35 goedkope woonflats van zes tot vijftien verdiepingen gebouwd. Ze waren bedoeld voor een groot deel van de 71 duizend arbeiders van de scheepswerven van de Brooklyn Navy Yard. Toen de haven in de jaren '60 werd gesloten, verkommerden de woningcomplexen en trokken de arbeidersgezinnen weg. Hun plek werd ingenomen door zeer arme, werkloze Afro-Amerikaanse families. Fort Greene maakte een zware tijd door met armoede, criminaliteit, drugsproblemen en langdurige leegstand van panden.

Rond 1980 begonnen kunstenaars en zwarte professionals uitgebrande en vervallen huizen op te kopen en te herstellen. Zo vestigde in 1985 filmmaker Spike Lee zijn film- en productiekantoor in de buurt, een eerste teken van een wedergeboorte.

Vanaf 1995 vestigden zich steeds meer nieuwkomers en ondernemers in Fort Greene. Veel van de vervallen brownstones werden opgeknapt en kleine supermarkten, restaurants en andere winkels openden de deuren, vooral in de straten ten zuiden van het park en nabij de Brooklyn Academy of Music. Het eerste Zuid-Afrikaanse restaurant in NYC, Madiba (vernoemd naar Nelson Mandela), en Moe’s bar (vernoemd naar Moe uit de televisieserie The Simpsons) gingen eind jaren '90 open. Een biologische supermarkt, hippe restaurantjes, dure wijnwinkels en luxe koffietentjes volgden. Werd Fort Greene eind jaren '90 door buitenstaanders nog getypeerd als ‘gevaarlijk’, in 2010 omschreef de New York Times de buurt als een van de meest succesvolle voorbeelden van een etnisch en economisch gemengde wijk. 

Hypergentrificatie 
Van 1995-2010 zochten de nieuwkomers vooral woonruimte in de opgeknapte, statige brownstones in de groene straten rondom het Fort Greene Park. De rezoning onder burgemeester Bloomberg bood projectontwikkelaars alle ruimte op voormalige industrieterreinen langs drie drukke straten rondom Fort Greene: DeKalb Avenue, Myrtle Avenue en Flatbush Avenue. In 2012 werd, na jaren vertraging vanwege allerlei politieke, financiële en bouwkundige problemen, het grote Barclays Sports Center (kosten 1 miljard USD) aan de zuidrand van Fort Greene geopend, de thuisbasis van the Brooklyn Nets. Dit bracht andere vastgoedontwikkelaars ertoe om aan de rand van Fort Greene en Downtown Brooklyn luxe woontorens te bouwen. Het eerste woon complex van 35 hoog opende in 2010 de deuren. Inmiddels zijn er vier bijgekomen en staan er nog vier torens in de planning. Ontwikkelaars hebben dit gebied omgetoverd tot een ‘cultureel district’, met 37.000 vierkante meter aan studio-, trainings- en performanceruimte, waarboven twaalfhonderd appartementen zullen worden gebouwd. 

BEELD: SATURDAY NIGHT LIVE
Beeld uit een filmpje als parodie op hypergentrification, uitgezonden via Saturday Night Live: drie neighbourhood dudes in Bushwick, Brooklyn, zien nieuwe kansen: Kevin Hart met zijn booming hondenuitlaatservice.

Frictie 
De komst van rijkere witten leidde tussen 1995-2010 tot spanningen tussen de oude en nieuwe bevolking. Veel van de nieuwe voorzieningen waren niet gericht op de armere zwarte bevolking. Sinds de bouw van de luxueuze wooncomplexen neemt de frictie alleen maar toe. De nieuwkomers zijn meer gericht op het uitzicht en de snel toegankelijke metro naar Manhattan, dan dat zij zich onderdeel voelen van de gemeenschap in Fort Greene. Terwijl zij een 7 USD dure latte aan de zuidkant van het Fort Greene Park drinken om daarna met hun well bred dogs door het park te lopen, doet de arme zwarte bevolking boodschappen met foodstamps in de goedkope supermarkten aan de noordkant van het park. Afgelopen februari werd bekend dat een van de supermarktketens gaat sluiten, omdat de eigenaar hoopt dat een vastgoedontwikkelaar hem uitkoopt.

In 2013 opende een charter school (experimentele school) de deuren voor nieuwkomers die hun kinderen liever niet naar de lokale openbare school sturen. De ouders zijn bereid daarvoor een forse opslag (tuition) te betalen en zelfs cursussen te volgen om hun kinderen op privé- of charterscholen te krijgen. Oude en nieuwe bewoners leven dus langs elkaar heen. Een plek waar ze elkaar wel tegenkomen, is het Fort Greene Park, het hart van de buurt. Werd dit park eind 19e eeuw aangelegd om een klassenconflict te voorkomen, tegenwoordig rijdt de politie er dag en nacht rondjes ter preventie van overvallen en al te heftige confrontaties tussen de oude en nieuwe bewoners.

De hypergentrificatie in Brooklyn is nog lang niet ten einde. Jonge hipsters en rijke bewoners trekken alsmaar verder Brooklyn in. De gentrification frontier schuift vanuit Manhattan dagelijks een stukje verder de wijk in. De enorme sociale en culturele tegenstellingen uit het tweestedenverhaal van burgemeester De Blasio worden in Brooklyn steeds scherper zichtbaar. 

 

Tijdens een studiereis in oktober 2014 bezocht een aantal Nederlandse aardrijkskundedocenten Brooklyn in het kader van een door de Atlantische Commissie georganiseerde studiereis. Zij werden rondgeleid door Morag Torrance, een van oorsprong Utrechts stadsgeografe, afgestudeerd in 2002, die in 2006 aan de University of Oxford promoveerde op The financialisation of the urban infrastructure landscape. Unravelling financial flows into urban geographies. Ze werkte van 2006- 2010 in Sydney, London en New York voor een vermogensbeheerder gespecialiseerd in beleggingen namens pensioenfondsen. Torrance woonde van 2007-2010 zelf in Fort Greene.
Theo Hoebink is gepensioneerd leraar aardrijkskunde en lid van de Atlantische Onderwijscommissie in Den Haag.