Moeizame herontwikkeling van het Scheldekwartier
De economie van Vlissingen werd meer dan een eeuw beheerst door één bedrijf: scheepswerf De Schelde. Het aan de binnenstad grenzende bedrijfsterrein ligt er nu verlaten bij. Herontwikkeling is in een stad die strijdt tegen krimp geen sinecure.
Vlissingen heeft lang trekken van een company town gehad. Afgezien van een asfaltfabiekje dat aan enkele tientallen mannen werk verschafte, was er geen ander industrieel bedrijf van enig formaat dan de in 1875 opgerichte Koninklijke Maatschappij De Schelde. De werf was in feite een min of meer zelfvoorzienend complex van verweven bedrijven, met in 1939 zo’n 3300 arbeiders. Ze werkten in de scheepsbouw (1650), de machinefabriek (1150) of in de vliegtuigbouw (500). De vliegtuigbouw was te danken aan de overname van de failliete vliegtuigfabriek Pander in 1934. De directie van De Schelde voorzag dat rederijen na de oorlog geen passagiersschepen meer zouden bestellen en hun passagiers zouden vervoeren per vliegtuig. Als scheepswerf kon je daar maar beter tijdig op inspelen. Een kwart van de Vlissingse beroepsbevolking werkte bij De Schelde, en nog veel meer inwoners waren indirect afhankelijk van het bedrijf. In de omliggende gemeenten woonden nog eens ruim duizend werknemers.
De economische dominantie van De Schelde uitte zich ook ruimtelijk. Van den Berg en Van Paassen (zie het voorgaande artikel) spraken in hun Rapport Vlissingen (1942; de cijfers hierboven zijn daaraan ontleend) van ‘een gezwel, dat zich in de binnenstad heeft ingevreten’. Blokken woningen moesten wijken voor de scheepswerf, die op het hoogtepunt in de jaren 1950 aan 4800 mensen werk gaf. Ook lang na de oorlog werd er gesloopt ten behoeve van de werf. Nog in 1963 werd het Van Dishoeckhuis, een monumentale patriciërswoning uit 1733 die in gebruik was als stadhuis, verkocht aan De Schelde. Ondanks vele reddingspogingen viel het leegstaande gebouw in 1986 onder de slopershamer.
Maar toen waren de gloriejaren van De Schelde eigenlijk al voorbij. Vanaf de jaren 1960 kregen de Nederlandse werven te kampen met concurrenten uit Azië die veel goedkoper standaardschepen bouwden. De door de overheid afgedwongen fusie tussen De Schelde en het RSV-concern bood geen soelaas. In 2001 werd De Schelde voor een symbolisch bedrag (de spreekwoordelijke één gulden) overgenomen door Damen Shipyards, een werf uit Gorinchem die de internationale concurrentie aankan door zich te richten op gespecialiseerde vaartuigen. Het zwaartepunt van Damen Schelde Naval Shipbuilding ligt in het Sloegebied, officieel bekend als Vlissingen-Oost, waar De Schelde in 1964 nog een werf opende. De oude werf in het centrum van Vlissingen was toen definitief te klein geworden; de steeds grotere schepen konden de nauwe sluizen die de werfhavens verbonden met de open zee niet langer passeren. Het terrein, 35 hectare groot en grenzend aan de binnenstad, raakte buiten gebruik.
Blokken woningen moesten wijken voor de scheepswerf die in de jaren 1950 aan 4800 mensen werk gaf
Aankoop terrein
In 2004 koopt de gemeente het voormalige bedrijfsterrein van Damen. Ze wil graag de regie houden over zo’n grote lap grond in het hart van Vlissingen. Het aankoopbedrag is 35 miljoen euro, veel geld voor een stad die ligt in een provincie waar economische en demografische krimp op de loer liggen. Maar in 2004 is men optimistisch over de ontwikkelpotentie, onwetend van de banken- en woningcrisis die in 2008 inzet en van de vervuiling van het terrein, en zich onvoldoende realiserend dat de kademuren dure restauraties behoeven. De gemeente hoopt op langere termijn het geld terug te verdienen door het terrein deel voor deel te verkopen aan projectontwikkelaars. Er is met wat passen en meten plek voor zeker 1800 woningen, volgens de plannen voor 85 procent bestemd voor midden- en hogere inkomens. Bovendien: Damen heeft het geld nodig om de scheepswerf open te houden, de gemeente heeft baat bij lokale werkgelegenheid en de rijksoverheid oefent druk uit. Damen Schelde is de enige marinewerf in Nederland en die moet behouden blijven, redeneert men in Den Haag.
Artikel 12-gemeente
Het aangekochte terrein, herdoopt in het Scheldekwartier, ontpopt zich snel als een financiële molensteen voor de gemeente. Al in 2008 stapt burgemeester Annelies van Dok-van Weele met haar wethouders op vanwege een miljoenentekort rond het project. Dit tekort is een van de redenen waarom Vlissingen in 2015 een artikel 12-gemeente wordt en onder financiële curatele van het rijk komt te staan. Van een oververhitte woningmarkt is bepaald geen sprake en dat bemoeilijkt de herontwikkeling. Marktpartijen staan niet te trappelen om te beginnen; woningbouwcorporaties zijn eveneens voorzichtig. Het enige vroege succes is de restauratie van het ruim 300 jaar oude ‘Dokje van Perry’ en de realisatie van woningen door ontwikkelaar AM op de aangrenzende kavels.
'Monaco aan de Schelde'
Anno 2017 lijkt het dieptepunt voorbij. Met een aantrekkende economie durven investeerders weer meer, al blijft alle hectiek achterwege. Vlissingen (met tegenwoordig 44.500 inwoners) is geen Amsterdam waar investeerders eerder dit jaar vochten om het Draka-terrein aan het IJ in stadsdeel Noord, waar hutjemutje 1500 woningen zullen komen.
In Vlissingen wordt de zware Plaatwerkerij van de voormalige scheepswerf omgebouwd tot een woonzorgcentrum voor ouderen. VolkerWessels kondigt de bouw van 86 koopwoningen aan. De Timmerfabriek herbergt een pop-up-restaurant en een feestlocatie tot een definitieve bestemming is gevonden. De Machinefabriek wordt waarschijnlijk een parkeergarage, en vastgoedontwikkelaar Novaform gaat er samen met WVO Zorg 178 appartementen realiseren. Het wildste plan dateert van februari 2017: een 97 meter hoge woontoren met 90 recreatiewoningen, compleet met zwembad, wellness en een jachthaven voor de deur: ‘Monaco aan de Schelde’. Hopelijk zal in 2030, als de herontwikkeling van het Scheldekwartier afgerond moet zijn, het financiële tekort voor de gemeente (in sombere tijden geraamd op meer dan 100 miljoen euro) meevallen. Maar het zou vooral mooi zijn als Vlissingen dan een herstelde binnenstad heeft, bezoekers en bewoners de maritieme historie beleven en een nieuwe stadswijk tot leven is gekomen.
Met dank aan wethouder John de Jonge en projectleider stedelijke ontwikkeling Erwin van Egmond van de gemeente Vlissingen; het artikel is mede op gesprekken met hen gebaseerd.