Naar een tweetalige Bachelor Sociale Geografie en Planologie aan de UvA… en weer terug?
In het licht van het debat over internationalisering omarmde de UvA’s bacheloropleiding in Sociale Geografie en Planologie in 2023 een tweetalige benadering. Maar met de 'Wet Internationalisering in Balans' op komst, zijn er vragen over de toekomst. Dit artikel verkent de universitaire verschuiving, de bredere discussie over taal in academische kringen, en de onzekerheden rond het voorgestelde wetsvoorstel.
De afgelopen jaren was er veel discussie over internationalisering van het onderwijs aan Nederlandse universiteiten. Groeit het aantal en aandeel buitenlandse studenten aan Nederlandse universiteiten te snel? Gaat dit ten koste van Nederlandse studenten? Leidt dit tot te hoge werkdruk en te volle collegezalen? En wat betekent dit voor het Nederlands als academische taal? Ook op geografie.nl is dit thema al eerder besproken, waarbij Ton van Rietbergen kritisch was over het ‘dogmatisch’ overstappen naar Engelstalig onderwijs en ondergetekende in reactie hierop pleitte voor tweetaligheid.
Wetsvoorstel 'Internationalisering in Balans'
In juni 2023 diende minister Dijkgraaf een wetsvoorstel in voor de ‘Wet Internationalisering in Balans’. Het voorstel biedt de onderwijsinstellingen sturingsinstrumenten, zoals numerus fixus, om de instroom en omvang van opleidingen beter te kunnen beheersen. Daarnaast wordt een nieuw taalbeleid voorgesteld: niet-Nederlandstalige bacheloropleidingen (meer dan een derde van de studiepunten anderstalig) moeten via een doelmatigheidstoets goedkeuring van de minister krijgen, en er moet een inspanningsverplichting komen voor alle studenten om hun Nederlandse taalvaardigheid te bevorderen. Van juli tot en met september kon hierop gereageerd worden in een online consultatie. Het hoge aantal reacties maakte nog maar eens duidelijk dat dit thema veel discussie oproept. Zo kwamen er kritische en bezorgde reacties van de universiteiten en de hogescholen, maar ook van VNO-NCW en MKB Nederland namens het Nederlandse bedrijfsleven. Binnenkort mogen we een advies van de Onderwijsraad verwachten, waarna het wetsvoorstel naar de Raad van State gaat.
De timing van deze mogelijke wets- en beleidswijzigingen kon voor de Bachelor Sociale Geografie en Planologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) nauwelijks slechter zijn. In september 2023 is deze bachelor overgestapt naar een tweetalig programma. Dit houdt in dat alle hoorcolleges nu voor alle studenten in het Engels zijn, en dat bij de werkcolleges uit Nederlandstalige en Engelstalige groepen gekozen kan worden. Opdrachten, tentamens, papers en scripties kunnen in het Nederlands of in het Engels geschreven worden. We voeren dit stapsgewijs per studiejaar in: dit studiejaar zijn de eerstejaarsvakken tweetalig geworden, in de komende studiejaren volgen ook de tweedejaars- en derdejaarsvakken. Tenminste, als we ervan mogen uitgaan dat we deze overstap niet al snel weer moeten terugdraaien!
Of en hoe snel de nieuwe wet er gaat komen en hoe ingrijpend deze gaat worden is nog wel de vraag. Dijkgraaf diende het wetsvoorstel een paar weken voor de val van het kabinet in. Intussen is hij demissionair minister, en hebben we verkiezingen achter de rug waarin de samenstelling van de Tweede Kamer ingrijpend is veranderd. In de verkiezingsprogramma’s en debatten was migratie een van de hoofdthema’s, waarbij naast asielmigratie en arbeidsmigratie ook studiemigratie nadrukkelijk in beeld kwam. Alle partijen zeggen wel iets over internationalisering en studiemigratie in hun programma. De meeste partijen willen studiemigratie beperken of hier voorwaarden aan stellen, al dan niet gelinkt aan de taal waarin opleidingen aangeboden worden.
Politieke standpunten en verkiezingsprogramma's
Volt is de enige partij in de Tweede Kamer die onvoorwaardelijk voor meer internationalisering kiest, maar pleit daarbij wel voor ‘maatwerk’ omdat sommige universiteiten afhankelijker zijn van internationale instroom dan anderen. Hierbij gaat het vooral om universiteiten in grensregio’s, die ook bij een aantal andere partijen (D66, BBB, ChristenUnie) bijzondere aandacht krijgen. D66 stelt ook: “We kiezen volmondig voor internationalisering”, maar het moet ‘kwaliteit toevoegen’ en het mag in het Engels ‘mits het van meerwaarde is’. D66 wil daarnaast dat afspraken worden gemaakt over streefaantallen internationale studenten op basis van de beschikbare huisvesting en voorzieningen. Maar dit moet dan wel weer gecombineerd worden met “selectieve, internationale opleidingen die tot de top van Europa behoren en waaraan grote behoefte is op de Nederlandse arbeidsmarkt”. Dus internationale studenten zijn welkom, maar met mate en vooral als ze de goede topopleidingen kiezen?
Andere partijen benadrukken vooral dat ze minder internationalisering en minder studiemigratie willen, om uiteenlopende redenen en door uiteenlopende maatregelen. Zoals bij migratie meer in het algemeen valt hierbij vaak het begrip ‘grip’, wat dat dan ook moge betekenen. GroenLinks-PvdA wil ‘grip op internationalisering’ door hoger onderwijsinstellingen anders te financieren waardoor ze minder afhankelijk worden van studentenaantallen. Ook D66, NSC, BBB en ChristenUnie willen de bekostiging van hoger onderwijs aanpassen om daarmee een financiële prikkel om meer buitenlandse studenten aan te trekken weg te nemen. GroenLinks-PvdA wil ook een betere onderbouwing van de keuze voor Engelstalige opleidingen en strenger toezicht hierop. De VVD zit op een hiermee vergelijkbare koers, maar gaat een stap verder: bacheloronderwijs moet vaker in het Nederlands, en Engels mag ook wel “alleen als dat nodig is voor de arbeidsmarkt, het specifieke vakgebied of de samenleving.” Naast migratiebeperking en taal noemt de VVD ook de numerus fixus als mogelijke maatregel. NSC gaat nog weer een stap verder op taalgebied: “Opleidingen worden voortaan in beginsel weer aangeboden in de Nederlandse taal”, met hoogstens enkele uitzonderingen. Maar ook bij die uitzonderingen zou Nederlands ergens in het curriculum een plek moeten krijgen, “zodat studenten ook deel gaan uitmaken van de Nederlandse samenleving.” De PVV tenslotte is, zoals te verwachten was, het meest uitgesproken tegen internationalisering omdat het schadelijk zou zijn voor de toegankelijkheid van universiteiten voor ‘kinderen van Nederlandse belastingplichtige ouders’ (?) en het Nederlands als academische taal ‘marginaal’ zou maken. De PVV wil de studiemigratie fors beperken en bacheloropleidingen alleen nog in het Nederlands aanbieden.
Op het moment van schrijven van dit artikel zitten PVV, VVD, NSC en BBB nog aan de formatietafel en is het nog afwachten hoe het nieuwe kabinet eruit gaat zien en welk beleid ze willen gaan voeren. Hoe dan ook, ook als we uiteindelijk een ander kabinet krijgen: de kans is groot dat er maatregelen worden genomen om zowel studiemigratie als Engelstalig onderwijs in de bachelor (en de master?) te beperken. De Wet Internationalisering in Balans zal er vermoedelijk dan ook wel komen.
Overgang naar tweetalig onderwijs
Bij onze overstap naar een tweetalige Bachelor Sociale Geografie en Planologie zijn we natuurlijk niet over één nacht ijs gegaan. Hieraan gingen jaren van discussie en voorbereiding vooraf. In die jaren stapten de meeste andere sociaalwetenschappelijke bachelors aan de UvA al over naar een tweetalig programma. Van hun ervaringen konden we dus leren, en ook van de taalkeuzes die opleidingen geografie en planologie aan andere Nederlandse universiteiten hebben gemaakt. Naast praktische redenen zoals de studenteninstroom in onze bachelor op peil houden en een betere ‘match’ van het onderwijs met onze steeds internationaler geworden docentenstaf, waren er ook inhoudelijke redenen zoals de meerwaarde van een ‘international classroom’. Ik mocht aan deze discussies en voorbereidingen een bijdrage leveren in een project voor mijn Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO). Dat gebeurde allemaal na mijn vorige bijdrage over tweetaligheid op geografie.nl die ik in 2017 schreef, maar ook na die extra ervaringen denk ik er eigenlijk nog hetzelfde over als toen.
Een tweetalige bachelor past ook goed in het taalbeleid van de UvA, zoals rector magnificus Peter Paul Verbeek bevestigde in zijn openingsrede op de Dies Natalis van de UvA op 11 januari. De UvA kiest in onderzoek en onderwijs en in haar verbindingen met de samenleving expliciet voor tweetaligheid. Hoewel de UvA dus net als het wetsvoorstel naar een betere balans tussen Engels en Nederlands zoekt, stelde Verbeek dat “het huidige politieke debat over de universitaire voertaal de plank echt misslaat.” Hij noemde het dilemma tussen Engels en Nederlands als academische taal een ‘schijndilemma’, want: “universiteiten kunnen hun kerntaken alleen op basis van tweetaligheid goed uitvoeren. (…) Een goede universiteit is lokaal geworteld en internationaal georiënteerd (…) Tweetalig is de essentie van een Nederlandse universiteit. Want alleen als we zowel in het Nederlands als in het Engels met elkaar en onze collega’s over heel de wereld kunnen spreken, blijven wij een universiteit die bijdraagt aan de Nederlandse en mondiale wetenschap en samenleving.”
Hoe wordt hierover gedacht aan andere universiteiten en hogescholen met opleidingen in geografie en/of planologie? Wordt het wetsvoorstel 'Internationalisering in Balans' verwelkomd, of zou het anders moeten, en zo ja, hoe dan? Wat zouden de consequenties zijn voor deze opleidingen als het wetsvoorstel wordt aangenomen?