Orang-oetanvriendelijk broodbeleg

1 januari 2017
Auteurs:
Martin de Jong
geograaf en journalist
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2017
Blog: Kaartlezen
Indonesië
Opinie
orang-oetan
FOTO: FLORIEN WILLEMS
Orang-oetans op Kalimantan

De pindakaas was in de aanbieding bij de Zaanse grootgrutter – een buitenkansje voor de grootverbruiker. En er was nog keuze ook, want naast het vertrouwde huismerk stond een stapel andere potten, met het opschrift ‘100% pindakaas’. Licht wantrouwend bestudeerde ik het label. Maar het stond er echt. Ingrediënten: pinda’s. Dat kan dus blijkbaar gewoon, pindakaas van niets anders dan pinda’s. Ik pakte een pot van het vaste huismerk om te kijken wat daar dan precies inzat. Pinda’s (75%), zonnebloemolie, dextrose, gehard palmvet, zout.

Ach ja natuurlijk, palmvet. Het favoriete smeermiddel van de voedingsindustrie. Koekjes, halvarine, margarine, ijs, chocolade, kant-en-klaarmaaltijden en dus ook pindakaas; je kunt het zo gek niet verzinnen of er zit palmvet of -olie in. Echt gezond is het niet. Iets met verzadigde en onverzadigde vetten – wie daarover meer wil weten kan terecht op de website van het Voedingscentrum of op talloze foodblogs. Maar het vet is goedkoop en oliepalmen groeien snel.

Bosbranden zijn veruit Indonesisch grootste veroorzaker van broeikasgassen

Helaas doen ze dat vooral op plaatsen waar eerst tropisch regenwoud was. De kaart van Greenpeace Indonesia laat zien in welk deel van Kalimantan, het Indonesische deel van Borneo, palmolieproducenten inmiddels concessies hebben voor de aanleg van plantages (de blauw omrande vakken). Vanuit het kustgebied is het oorspronkelijke bos steeds verder teruggedrongen. Vijftig jaar geleden was Borneo bijna volledig bedekt met tropisch regenwoud, het landschap met de grootste biodiversiteit ter wereld. Inmiddels is daar nog minder dan de helft van over. Economische activiteiten als palmolieplantages, bosbouw en mijnbouw zijn niet alleen een bedreiging voor de natuur, ze leiden ook tot bosbranden. Bij de aanleg vindt ontwatering plaats en verdroogt de natte veenbodem, waardoor bosbranden zich sneller kunnen verspreiden. Sinds maart 2016 brengt de interactieve kaart van Greenpeace de actuele bosbranden in beeld, waarbij ze gebruikmaakt van zowel lokale gegevens als Nasa-satellietbeelden. Je kunt tot in detail zien waar branden zijn, welke bedrijven actief zijn in welk gebied en hoe dik de resterende veenlaag nog is. Ook is te zien waar het leefgebied van de orang-oetan is en waar dit het meest wordt bedreigd.

De kaart steunt de Indonesische regering niet alleen bij de aanpak van de bosbranden, maar is ook bedoeld als pressiemiddel tegen bedrijven die zich niet aan afspraken houden. De hoop is dat een actuele en volledige kaart een wapen is in de strijd voor behoud van het tropisch regenwoud. Pogingen om de palmolieteelt te verduurzamen met convenanten en afspraken blijken tot nu toe niet genoeg. Het verlies van areaal aan regenwoud gaat gestaag door. Net als de bosbranden: 2015 was het jaar met de zwaarste bosbranden ooit. Bosbranden zijn met afstand Indonesisch grootste bron van broeikasgassen. In een slecht jaar zorgen ze voor meer uitstoot dan een heel land als het Verenigd Koninkrijk.

Maar misschien ligt de belangrijkste oplossing in de schappen van onze supermarkt. Als we onze verslaving aan palmolie en palmvet terugdringen, zouden er minder palmolieplantages nodig zijn. Die pindakaas-zonder-flauwekul was trouwens erg lekker. 

Kalimantan
Kalimantan
Greenpeace
Leefgebieden van orang-oetans