Wereldkampioen globalisering
Globalisering is zo’n veelgebruikte term waarvan iedereen ongeveer weet wat die betekent. Maar ongeveer is niet precies. Ook globalisering kun je meten en in kaart brengen. Een van de onderzoeken waarin dat wordt gedaan, is de jaarlijkse Global Connectedness Index, uitgebracht door koeriersbedrijf DHL. Aan de hand van een aantal indicatoren – verkeer van goederen, diensten, kapitaal, personen, internet en telefoon – worden trends in globalisering onderzocht. Elk land krijgt een score. In de laatste monitor, met 2013 als peiljaar, staat Nederland bovenaan, vóór Ierland, Singapore en België.
Ondanks de taaie materie is de index een lust voor het oog, met leesbare tabellen en inzichtelijke landenkaartjes die laten zien met welke partners elk land handel drijft. Voor de internationale stromen zijn er fraaie wereldkaarten. Na een lange periode van ‘regionaliseren’, waarbij vooral de relaties tussen omliggende landen toenamen, is de wereld sinds 2005 gestaag aan het globaliseren. De gemiddelde afstand waarover goederen, mensen en kapitaal zich verplaatsen neemt toe. Maar van een ‘platte’ wereld is nog lang geen sprake, schrijven de onderzoekers. Zo gaat van het internetverkeer slechts 17 procent over landsgrenzen heen.
Ook de meeste handel vindt nog steeds plaats in de eigen regio. Voor Nederland geldt dat 57 procent van onze export naar de vier nabije handels partners Duitsland, België, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk gaat. Opkomende wereldmacht China globaliseert sneller dan de meeste westerse economieën, maar staat nog altijd op een bescheiden 84e plaats, vooral omdat een groot aandeel van de Chinese productie binnenslands blijft.
De eerste plaats van Nederland is niet alleen eervol. De koppositie is voor een deel te danken aan de grote in- en uitgaande investeringsstromen. Voor sommige politici mag het dan gevoelig liggen om Nederland een belastingparadijs te noemen, in de Global Connectedness Index draaien ze er niet omheen. Meer dan 70 procent van de in- en uitgaande buitenlandse investeringen in Nederland komt voor rekening van special financial entities. Het zijn dus geen ‘echte’ investeringen van bedrijven, zoals wel het geval is in het verkeer tussen bijvoorbeeld de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Daar staan we dan op de kaart, tussen andere grootmachten als de Kaaimaneilanden, Bermuda en de Britse Maagdeneilanden. Helemaal connected met de rest van de wereld via een postbus op de Zuidas.