Over koken en emancipatie

15 juni 2017
Auteurs:
Annelou Ypeij
Cedla, Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie juni 2017
Zuid-Amerika
Peru
Kennis
Lima
FOTO: CHRISTIEN KLAUFUS
In de gaarkeukens maken vrouwen om toerbeurt eten klaar, zoals hier in Comedor El Mirador

De veranderende organisaties van vrouwen in Lima 1978-2015

Waar migranten van het platteland zich vanaf de jaren 60 organiseren om zelf woonwijken te creëren aan de rand van Lima, starten de vrouwen eind jaren 70 gaarkeukens. Samen koken scheelt tijd en geld, en eromheen ontwikkelen zich ook activiteiten op het vlak van gezondheid en scholing. Wanneer de gaarkeukens vanaf de jaren 80 worden ‘gekaapt’ door het regime, vervolgd door het Lichtend Pad, en de corruptie om zich heen grijpt, lijken ze te hebben afgedaan. Maar nee.

 

In de jaren '70 worden de migratiestromen van het platteland naar Lima zo groot dat de hoofdstad van Peru uit haar voegen begint te barsten. Eerder konden nieuwkomers nog werk vinden in fabrieken en onderdak in de bestaande stadsdelen, maar dit wordt steeds moeilijker. Desondanks blijven nieuwe migranten op zoek naar een beter bestaan hun hoop op Lima vestigen. Het uitzichtloze rurale bestaan is de belangrijkste reden om weg te willen (in de jaren '80 komt daar het politieke geweld bij) en vooral jonge mensen en gezinnen gaan het avontuur aan.

Omdat het beleid van het stadsbestuur volstrekt ontoereikend is om de bevolkingsaanwas in goede banen te leiden, nemen mensen steeds vaker zelf het heft in handen. De eerste landinvasies hebben al plaats in de jaren '60 en de bezetting van stukken grond aan de rand van de stad gaat er steeds georganiseerder aan toe. In een paar uur tijd bouwt een groot aantal families met palen en matten provisorische onderkomens op een tevoren bepaalde plaats. Vervolgens gaan ze aan de slag om meer permanente huizen te bouwen. Ze leggen straten aan, graven rioleringen en onderhandelen met nutsbedrijven. Omdat het bouwen van de wijk de individuele capaciteit ver te boven gaat, hebben ze zich verenigd in basisorganisaties die al deze activiteiten coördineren. Na decennia van hard werk, strijd met de autoriteiten, en financiële investeringen zijn veel van deze invasiewijken van sloppenwijken op woestijngrond uitgegroeid tot volwaardige stadsdelen met alle denkbare infrastructuur. Zo zijn in Comas, een stadsdeel in het noorden van Lima met veel van zulke in oorsprong invasiewijken, inmiddels universiteiten, banken, medische centra, hotels en twee enorme winkelcentra gevestigd.

Vrouwen zijn vanaf het begin actief in de buurtorganisaties en spannen zich in om hun huis en de buurt te helpen bouwen. Maar door de traditioneel sterk patriarchale verhoudingen is het voor hen moeilijk in het bestuur van de buurtorganisaties te komen. Veel van de problemen waarmee vrouwen dagelijks geconfronteerd worden, komen daardoor onvoldoende op de agenda. Op basis van de heersende arbeidsdeling naar sekse zijn binnen een familie vrouwen meer dan mannen verantwoordelijk voor voedselvoorziening, medische zorg en onderwijs voor de kinderen. Dat betekent niet dat vrouwen geen inkomen genereren. In tegendeel, alleen organiseren ze die activiteiten om hun verzorgende en huishoudelijke taken heen.

Lima gaarkeukens
FOTO: ANNELOU YPEIJ
De gaarkeukens ontwikkelen een steeds breder palet aan activiteiten. Naast het koken organiseren ze bijvoorbeeld micro-kredietlijnen en kinderopvang.

Samen koken

Eind jaren '70 en begin jaren '80 kent Peru veel economische problemen die zich vertalen in een groeiende armoede onder de toch al gemarginaliseerde bewoners van de invasiewijken. De voedselvoorziening wordt in veel huishoudens een steeds nijpender probleem. Omdat de vrouwen geen gehoor vinden in de buurtorganisaties maar daar inmiddels wel veel hebben geleerd over collectief werk, richten ze eigen organisaties op met voedselvoorziening als voornaamste doel. Vanaf 1978 verschijnen de eerste gaarkeukens in Comes. Door gezamenlijk in te kopen en te koken kunnen kosten worden bespaard. Nora, bestuurslid, zegt daarover in 1991: ‘Op dit moment kost een maaltijd 0,20 Nuevo Sol (destijds 0,22 US dollar). Daarvoor heb je een deel van het ontbijt en de hele lunch [de belangrijkste maaltijd in Peru, AY]. Ik haal per dag zes maaltijden af bij de gaarkeuken. We koken […] van maandag tot zaterdag. Dus dat is 7,20 Nuevo Sol voor de hele week. Natuurlijk, soms zijn de maaltijden heel karig. Je eet niet alleen van de gaarkeuken. Je geeft ook geld uit aan groenten, suiker, melk.’ 

Op mijn vraag hoeveel ze kwijt zou zijn als ze niet bij de gaarkeuken zou kopen: ‘Dat merk ik op zondag. Dan geven we 10 Nuevo Sol uit. De gaarkeuken betekent een enorme besparing. Je kunt niet zeggen dat mijn echtgenoot veel verdient. Hij neemt iedere week 25 Nuevo Sol mee naar huis. Mijn twee kinderen verdienen geld, maar niet regelmatig en bovendien is dat voor hun eigen uitgaven, voor hun studie. Ik, als bestuurslid, verdien niets.’ 

Naarmate het aantal gaarkeukens groeit, blijkt kostenbesparing slechts één van de voordelen van het gezamenlijk koken. Vrouwen werken om toerbeurt in de gaarkeuken waardoor ze minder tijd kwijt zijn aan boodschappen doen en koken dan in hun eentje. De gewonnen tijd kunnen ze gebruiken voor activiteiten die geld in het laatje brengen. Ook kunnen ze georganiseerd gemakkelijker aanspraak maken op ondersteuning van ngo’s, overheidsinstanties en donororganisaties. Daarnaast ontwikkelen de gaarkeukens, vaak aangespoord door ngo’s, allerlei activiteiten op het gebied van gezondheid, alfabetisering en andere vormen van scholing. 

Ook sociaalwetenschappelijk onderzoekers zijn geïnteresseerd in de gaarkeukens en eind jaren '80, begin jaren '90 vindt een debat plaats over de betekenis van gaarkeukens. Zijn het feministische organisaties, met andere woorden: streven de vrouwen met het gezamenlijk koken naar meer gelijkheid? Of is het werk enkel een verlengstuk van hun huishoudelijke taken en bevestigt het juist hun ondergeschikte positie in gezin en samenleving? Tot een definitief antwoord komt het niet, maar de vrouwen zelf hebben niets met feminisme, dat ze associëren met hoogopgeleide, middenklassen vrouwen, met wie ze zich niet identificeren.

Lima gaarkeukens
FOTO: ANNELOU YPEIJ
Verdeling van het eten over alle pannen die de gezinnen straks gevuld komen ophalen.

Naarmate het aantal gaarkeukens toeneemt, groeit de behoefte aan meer structuur en ontstaan overkoepelde organisaties. Bovendien zien de vrouwen de gaarkeukens steeds meer als een ontmoetingsplaats voor vriendschap, ondersteuning, ontwikkeling en solidariteit. Maria, bestuurslid van een overkoepelende gaar keukenorganisatie vertelt in 1991: ‘De gaarkeuken is niet alleen om te koken, maar ook om met anderen contacten te hebben, problemen met elkaar te delen. Je leert er min of meer hoe je dingen kunt aanpakken. Soms zijn er vrouwen die veel problemen hebben met hun man; de gaarkeuken is dan een afleiding. Er wordt met die vrouwen gepraat. In de gaarkeukens hebben we een ruimte gevonden om te kunnen reflecteren, een ruimte voor vriendschap, een ruimte om problemen te delen. Dus ga je van de gaarkeuken houden.’

Kritiek

Ondanks het succes van de gaarkeukens in de jaren '80 en begin '90 – in Lima zijn dan 250 duizend vrouwen aangesloten – komen ze in zwaar weer terecht. De terroristische organisatie Lichtend Pad, die is gestoeld op de ideeën van Marx, Mao en José Carlos Mariátequi (oprichter van de Peruaanse communistische partij), vindt dat de gaarkeukens net als andere basisorganisaties de weg naar de volledige ontwrichting van de samenleving en de daaruit voortvloeiende revolutie blokkeren. De gaarkeukens functioneren immers als sociaal vangnet om de ernstigste armoede op te vangen. Het Lichtend Pad begint daarom de gaarkeukens te infiltreren en bestuursleden te bedreigen en vermoorden. De gruwelijke moord in 1992 op Elena Moyano uit Villa El Salvador, een stadsdeel in Lima- Zuid, is hiervan het internationaal bekende dieptepunt. Onder invloed van dit geweld hebben de gaarkeukens grote moeite overeind te blijven. Daarbij is er toch al de nodige kritiek. De bestuursfuncties in de gaarkeukens zijn onbezoldigd, waardoor lang niet alle vrouwen hiervoor in aanmerking kunnen komen. Ze hebben er vanwege ander, betaald, werk simpelweg geen tijd voor. Ook vereist het bestuurswerk leiderschapskwaliteiten en een zekere mate van scholing. Het is dus niet eenvoudig goede nieuwe kandidaten te werven, waardoor bestuursleden te lang in functie blijven. De privileges die zij hebben, zoals contacten met ngo’s, reizen en cruciale posities bij de voedselinkoop en -uitgifte, gecombineerd met het gebrek aan democratische controle, leiden tot corruptie en autoritair bestuur. Bovendien worden onder het bewind van Alberto Fujimori (1990-2000) de gaarkeukens ingezet om het voedselprogramma van de overheid uit te voeren. In feite eigent de staat zich het distributienetwerk van de gaarkeukens toe. De staat maakt daarbij misbruik van het vrijwillige werk van de vrouwen en manipuleert hun organisaties om hun stem te verwerven.

Comas
FOTO: CHRISTIEN KAUFUS
In de invasiewijken van Comas zijn nog steeds veel gaarkeukens en overkoepelende organisaties actief

Economische voorspoed

Vanaf 2000, na de val van het bewind van Fujimori en de terugkeer van de democratie in Peru, breekt een periode aan van ongekende economische groei. De armoede vermindert sterk en veel families weten hun economische positie zo te verbeteren dat er een nieuwe middenklasse opkomt. Vanwege deze sociaaleconomische context én de slechte reputatie van de gaarkeukens als politiek manipuleerbaar en corrupt zou je denken dat er nog weinig animo voor bestaat en dat de gaarkeuken inmiddels wel ter ziele zullen zijn. Maar nee. In de wijk Año Nuevo in Comas waar ik sinds 2011 onderzoek doe, zijn nog steeds veel gaarkeukens en overkoepelende organisaties actief. In deze van origine invasiewijk is de armoede weliswaar verminderd, maar zeker niet verdwenen. Vooral gezinnen met jonge kinderen hebben het zwaar. De gaarkeukens ontwikkelen een steeds breder palet aan activiteiten. Naast het koken organiseren ze bijvoorbeeld micro-kredietlijnen en kinderopvang en bieden ze noodhulp bij rampen. Ook het streven naar gendergelijkheid lijkt steeds prominenter op de agenda te komen. De vrouwen die ik sprak in Año Nuevo deinzen er niet meer voor terug te praten over de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Carmen, bestuurslid van een overkoepelende organisatie, vertrouwt me toe dat het tijd wordt om ‘een echte vrouwenorganisatie’ te worden. Ze bedoelt daarmee dat de gaarkeukens zich zouden moeten richten op het bestrijden van de achterstelling van vrouwen. In dat opzicht lijkt zich, veertig jaar na de oprichting van de eerste gaarkeukens, een kentering af te tekenen richting feminisme. Maar nog steeds willen de vrouwen die term niet gebruiken en nog steeds zijn solidariteit en vriendschap een belangrijke drijfveer tot deelname. Carmen: ‘We houden gewoon van de gaarkeuken.’ •

 

Annelou Ypeij is antropoloog. Dit artikel is gebaseerd op haar veldonderzoek in 1990-1991 en vanaf 2011.

 

BRONNEN

  • Boesten, J. 2003. Poor women in Peru: Reproducers of poverty and poverty relievers. Women’s Studies Quaterly, 31(3/4): 113-128. 
  • Ypeij, A. 2000. Producing against Poverty. Female and Male Micro entrepreneurs in Lima, Peru. Amsterdam University Press.
  • Ypeij, A. 2001. Gemeenschappelijk ondernemen als overlevingsstrategie van Limeense vrouwen. Lova, Tijdschrift voor Feministische Antropologie, 22(2): 37-46.
  • Waardt, M. de & A. Ypeij 2016. Peruvian Grassroots Organizations in Times of Violence and Peace. Between Economic Solidarity, Participatory Democracy and Feminism. Voluntas, doi:10.1007/s11266-016-9805-1.