Als de dam breekt
Dreigende leegloop van gletsjermeren in de Andes
De gletsjers glinsteren in het Peruaanse zonlicht en de lucht is ijl op 4600 meter hoogte. Niets in het serene landschap wijst erop dat bijna tachtig jaar geleden uit dit gletsjermeer een modderstroom ontstond die Huaraz overspoelde en 6000 slachtoffers maakte. Een nieuw alarmsysteem moet de 120 duizend stedelingen straks tijdig waarschuwen.
Aan de voet van de Cordillera Blanca, de hoogste en witste bergketen in Peru, ligt Huaraz en 23 kilometer hoger bevindt zich het indrukwekkende gletsjermeer Palcacocha, waar het smeltwater van twee gletsjers zich verzamelt. In 1941 veroorzaakte een ijslawine een metershoge golf in het meer, waardoor de damwand van morene brak en er een modderstroom bergafwaarts ontstond, die alles op zijn weg verwoestte, inclusief Huaraz. Dit fenomeen heet glacial lake outburst flood (glof).
Vanwege de klimaatverandering is de kans op een nieuwe doorbraak groter dan ooit, zeggen experts van het Peruaanse instituut INAIGEM. ‘Doordat de gletsjers steeds sneller smelten worden de meren groter’, bevestigt Hans Oerlemans, hoogleraar meteorologie aan de Universiteit Utrecht en winnaar van de Spinozaprijs in 2001. ‘In dat opzicht zijn glofs gerelateerd aan klimaatverandering.’
In Peru komt het drinkwater voor miljoenen mensen uit deze meren
In de Peruaanse Andes bevindt zich meer dan 70 procent van alle tropische gletsjers op aarde. Wanneer een gletsjer groeit, duwt deze puin en verpulverd gesteente voor zich uit. Maar de laatste eeuw zijn de meeste gletsjers gekrompen, waardoor de morene nu een natuurlijke dam vormt voor het smeltwater. ‘Zo’n morene bestaat uit los materiaal en is totaal niet geschikt om een meer in te dammen’, zegt Oerlemans.
Water nodig
Wereldwijd zijn bijna alle grote gletsjers de laatste honderd jaar 2 kilometer teruggetrokken, en sinds 1990 gaat dat veel sneller. Ook in de Himalaya en de Alpen vormen glofs een gevaar. Oerlemans legt uit dat ze in zijn woonplaats in Zwitserland ook geregeld voorkomen. ‘De Zwitserse regering heeft sensoren geplaatst in de gletsjers vlak bij de meren. Als het volume van de gletsjertong snel verandert, is er grotere kans op een ijslawine.’ Zo kunnen wetenschappers beter voorspellen wanneer een meer kan leeglopen. Gaat het om een stuwmeer, dan kan de regering een deel van het water lozen om het gevaar te verminderen. In de Andes ligt dat ingewikkelder, omdat de bevolking hier veel afhankelijker is van het waterreservoir uit de gletsjers dan in de Alpen. Oerlemans: ‘In Peru komt het drinkwater voor miljoenen mensen uit deze gletsjermeren. Vandaar dat de regering de meren niet wil laten leeglopen.’ Viktor Morales Morena woont in een piepklein huisje naast de morene en geeft iedere twee uur de situatie via de satelliettelefoon door aan de alarmcentrale in Huaraz Hij komt al zijn hele leven bij deze gletsjers. ‘Ik zie ze elk jaar minder wit worden – er is steeds meer rots zichtbaar,’ zegt hij, wijzend naar de gletsjertongen van Pucaranra en Palcaraju. ‘Als het water op is, houdt het leven hier op.’
In Huaraz wonen 120 duizend mensen in het gebied dat in 1941 door de modderstroom overspoeld werd. INAIGEM heeft uitgerekend dat een modderstroom van dezelfde omvang nu 28 duizend slachtoffers zou maken. ‘Maar als de glof groter is, zouden dat er veel meer kunnen zijn’, zegt Juan-Carlos Torres, directeur gletsjerrisico’s van INAIGEM. Het Palcacocha-meer bevat inmiddels 17 miljoen kubieke meter water, terwijl er na de ramp in 1941 nog maar 500.000 kubieke meter over was van de toenmalige 12,9 miljoen. Daarbij daalde het waterpeil maar liefst 47 meter.
Alarmsysteem
Eerder heeft de regering pijpleidingen in het Palcacocha-meer gelegd om het waterniveau 2 meter omlaag te brengen. De bouw van een alarmsysteem is vanwege corona stilgelegd, maar straks is voorzien in een infraroodcamera en meteorologische instrumenten die de diepte, temperatuur, windkracht en stroming in het meer meten. Als bepaalde kritische condities worden bereikt, gaat er automatisch een signaal naar het controlecentrum. Dit ligt aan het centrale plein in Huarez, precies in het deel dat in 1941 onder water stond. Hier is altijd iemand aanwezig, die dan de tien sirenes verspreid door de stad moet aanzetten. Vanaf dat moment hebben de inwoners nog precies 25 minuten om naar hoger gelegen grond te vluchten. Katty Nuñez is comitévoorzitter van een arm wijkje aan de rivier en weet als een van de weinigen in haar buurt: ‘Het meer kan ieder moment komen. We proberen ons voor te bereiden door de vluchtroutes regelmatig uit te testen, maar we leven in constante angst.’ Dan vervolgt ze: ‘Als het zo ver is, weet mijn zoon van 12 dat hij mij niet moet gaan zoeken maar naar de afgesproken plek moet rennen.’ Nuñez heeft een noodtas klaarstaan met lucifers, een waterfles en een pakje crackers, om de eerste tijd na een ramp door te komen. De ouderen zijn ‘verdeeld’ over de jongeren, vertelt ze, om ze fysiek te ondersteunen tijdens de 25 minuten ‘rennen voor je leven’.
Weerstand bevolking
Om het vroege alarmsysteem te laten slagen, moeten de bewoners van dorpen in de directe omgeving van het meer beter worden betrokken bij het voorbereiden en uitvoeren van de projecten, stelt Inés León Yanac. Zij is antropologe en komt zelf uit een klein dorp waar haar ouders gewassen verbouwen op de bergwand, en het water uit het meer gebruiken om te irrigeren. Behalve als watervoorraad heeft het meer ook een spirituele betekenis voor de lokale bevolking. ‘Het water uit de meren is als een moeder voor ons’, zegt León. ‘Je moet het verzorgen en er met respect mee omgaan.’ Ook Morales vertelt dat hij regelmatig offers brengt aan het meer. ‘Zoetigheid, cocabladeren: je moet het meer tevreden houden anders stuurt ze je weg.’ Door gebrek aan communicatie stuit de installatie van wetenschappelijke apparatuur rond de meren soms op weerstand bij de lokale autoriteiten. In 2013 had de Peruaanse regering een vergelijkbaar alarmsysteem geïnstalleerd bij een ander gletsjermeer, Lagune 513. Ook hier was een glof opgetreden en hoewel er geen doden waren gevallen, wilde de regering de inwoners van het lager liggende stadje kunnen waarschuwen. Maar de mensen uit de bergdorpjes werden onvoldoende geïnformeerd, vertelt León. Na een periode van droogte en langdurige onenigheid over hoe het water werd verdeeld tussen platteland en stad, klommen de dorpelingen in 2016 de berg op en gingen de meetinstrumenten te lijf. Ze geloofden dat het meer teleurgesteld was door de geïnstalleerde apparatuur, omdat die de harmonie verstoorde. Twee dagen nadat ze de antennes hadden vernield, begon het te regenen.
‘Deze keer willen we niet dezelfde fouten maken’, zegt Carlos Bello, projectleider van Nicom Consorcio, het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project dat ruim 1,2 miljoen euro kost. ‘We hebben een team van vijf sociologen die de dorpjes afgaan om te vertellen wat er gebeurt en waar het goed voor is.’
Morales beseft terdege dat het leven in de op een na hoogste bergketen ter wereld risicovol is en zegt blij te zijn dat de regering actie onderneemt. Zelf heeft hij drie keer voor zijn leven gevreesd, toen hij vlak bij lawines was tijdens tochten door de bergen. Naast glofs vormen ook aardbevingen een gevaar in de hoge Andes. Op 31 mei 2020 was het precies 50 jaar geleden dat 22 duizend Peruanen om het leven kwamen in Yungay, een stadje iets verderop in de vallei. Na een aardbeving raasden ijs, sneeuw en rotsblokken met een snelheid van 120 kilometer per uur de berg af en Yungay werd volledig bedolven. Waar vroeger het centrale plein lag, steken nu nog vier palmbomen uit het puin, dat al die tijd is blijven liggen.
Ondanks de gevaren zou Morales nooit willen verhuizen. Hij wijst naar de ijskappen. ‘Deze bergen zijn onze voorouders. Hier hoor ik thuis.’