Truffelteelt nieuwe aanjager plattelandsontwikkeling Spanje

1 januari 2023
Auteurs:
Henk Donkers
Geograaf, aardrijkskundeleraar, wetenschappelijk medewerker, docent geografie/planologie/milieu en wetenschapsjournalistiek, wetenschapsjournalist
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2023
Kennis
FOTO: JUAN EMILIO PRADES BEL/WIKIMEDIA CC
De comarca Gúdar Javalambre heeft zich ontwikkeld tot het centrum van de mondiale truffelteelt.

Truffels behoren tot de duurste delicatessen ter wereld. Tot voor kort werden ze vooral in het wild verzameld, maar ze worden inmiddels ook geteeld. De Spaanse provincie Teruel is hierin koploper en heeft het ‘zwarte goud’ ontdekt als remedie tegen de ontvolking van het platteland. Ook in Nederland zijn al enkele truffelgaarden aangelegd.

 

Afgelopen zomer maakten mijn vrouw en ik een fietstrektocht door Spanje. We hadden vanuit Nederland de fietsbus naar Pamplona genomen en waren van daaruit door het Spaanse binnenland op en neer gefietst naar de provincie Alicante, via twee routes. Op weg naar het zuiden reden we over de prachtige Via Verde de Ojos Negros, een tot fietspad omgebouwde spoorlijn, die begin vorige eeuw is aangelegd om ijzererts vanuit het mijnstadje Ojos Negros op de Spaanse Hoogvlakte naar Valencia te vervoeren. Voorbij Teruel, hoofdstad van de gelijknamige provincie, belandden we ’s avonds in een plattelandshotelletje bij het stadje Sarrión in de comarca Gúdar Javalambre, een berggebied ten noordwesten van Valencia. De menukaart bekijkend viel ons op dat je er voor-, hoofd- en nagerechten kon eten waarin truffels verwerkt waren.

Een Belgisch echtpaar waarmee we aan de praat raakten, vertelde dat er in de streek veel truffels geteeld werden. Ze wezen daarbij naar een boomgaard in de verte. Ik had mijn twijfels. Aan de dof-grijze kleur en de vorm van de bomen te zien leek het mij een olijfgaard. En truffels… die werden toch in het wild verzameld, net als veel paddenstoelen? Ik zag plaatjes voor me van verzamelaars die met een snuffelend varken aan een touw truffels aan het zoeken waren onder eikenbomen. We moesten lang op ons eten wachten, maar het was erg lekker. Wel aardig aan de prijs en nauwelijks voldoende voor een hongerige fietser. De volgende dag zaten we vanwege de hitte al weer op de fiets voordat de zon zich boven de bergen vertoonde.

Landschap lezen

De onvolprezen excursieleider Wout Lentjes, met wie we onvergetelijke studiereizen gemaakt hebben, zei altijd dat je als geograaf onderweg niet alleen je ogen goed de kost moet geven en het landschap moet ‘lezen’, maar ook dat je op onderzoek moet uitgaan als het landschap vragen opriep. ‘Een echte geograaf stelt vragen en doet onderzoek’, was zijn lijfspreuk. Op die vroege ochtend viel me de vele jonge aanplant op van boomgaarden waarvan ik veronderstelde dat het olijfgaarden waren. Nog opvallender vond ik dat ze omheind waren. Waarom zou je olijfgaarden omheinen? Dat had ik nog niet eerder gezien, na heel veel bezoeken aan Spanje. Ik stapte een paar keer van mijn fiets om ze aan een nader onderzoek te onderwerpen, zowel gaarden met een wat oudere als die met jongere aanplant. En wat bleek, de boompjes leken van een afstand op olijven, maar het waren steeneiken. Waarom zou je steeneiken, die hier volop in het wild groeien, in keurige rijen aanplanten en omheinen met dure hekken? Niet voor de oogst van eikels als voer voor de varkens en de productie van de beroemde Spaanse Ibérico- en Serranoham. Wel om de teelt van kostbare truffels te beschermen tegen de vraat van wilde zwijnen en tegen truffelverzamelaars!

FOTO: MARWIEN KUHLMANN
Onderweg maakt Henk een foto van een geïnjecteerde steeneik in een jonge truffelgaard.

Booming

Nader speurwerk leerde me dat de truffelteelt booming business is, vooral in de provincie Teruel (regio Aragón) en dan vooral de comarca Gúdar Javalambre – met 3,5 inw/km2 een van de dunst bevolkte gebieden van Europa, vergelijkbaar met Noord-Scandinavië. Volgens de Spaanse krant El País heeft het gebied zich ontwikkeld tot ‘het centrum van de mondiale truffelteelt’. Er werden altijd al truffels in het wild verzameld, maar in 1987 introduceerde landbouwkundige Francisco Edo Navarette er de truffelteelt. Hij had er een thesis over geschreven en ging cursussen geven aan lokale boeren. Van degenen die eigenlijk wilden vertrekken, besloten er nogal wat om te blijven. En later vestigden zich hier zelfs boeren van elders om de truffelteelt te beoefenen. Het zorgde voor een omslag in de regio.

BEELD: BAREND KÖBBEN/GEOGRAFIE

De truffeltelers hebben zich georganiseerd in de Asociación de Truficultores de Teruel (Altruter). Die telt inmiddels ruim vijfhonderd leden. Volgens de vereniging is ruim 15.000 hectare aan truffelgaarden aangelegd, een derde van de Noordoostpolder. De leden zien in de truffel een alternatief voor graan en amandelen. Met een oogst van ruim 100.000 kilo truffels is de provincie verreweg de grootste producent. Het stadje Sarrión, waar wij vlakbij logeerden, blijkt als bijnaam ‘de wereldhoofdstad van de truffel’ te hebben. Volgens de vereniging levert de sector in de provincie ruim vijfduizend directe banen op. Er is – met enige overdrijving – een agro-industrieel complex aan het ontstaan rond de zwarte truffel: kwekerijen die met schimmels ingeënte boompjes (vooral steeneiken) als plantmateriaal leveren, bedrijven die de grond geschikt maken en omheinen, de honderden telers, de restaurants en ten slotte de bedrijven die de truffels verwerken en vermarkten. De truffel is de nieuwe motor van de regionale economie geworden. Internet speelde hierbij een hoofdrol. Dankzij het wereldwijde web gaan de truffels uit deze streek de hele wereld over. Het internet verbindt de lokale economie met de wereldmarkt.

Omkering bevolkingspiramide

Door de groei van de truffelteelt is Sarrión vanuit een neerwaartse in een opwaartse spiraal terecht gekomen. Daniel Brito, de voorzitter van Altruter die zelf in Sarrión woont, vertelt in de Heraldo de Aragon dat hij zonder de opkomst van de truffelteelt al lang verhuisd was. De opbloei van de lokale basisschool ging volgens hem gelijk op met de opkomst van de truffelteelt en zorgde voor een omkering van de bevolkingspiramide: verjonging in plaats van vergrijzing. Ook in andere plaatsen kan de truffelteelt de ontvolking verminderen of stoppen. Ik heb de cijfers erop nageslagen bij het Spaanse ministerie van Ecologische Transitie en Demografische Uitdaging. In 2021 telde Sarrión 1194 inwoners en kent vanaf 2003 een gestage bevolkingsgroei, met een opvallende stijging vanaf 2018. Vergeleken met het Spaanse gemiddelde heeft het dorp meer 15-minners en minder 65-plussers. Sarrión heeft dus minder last van ontvolking en vergrijzing dan de rest van het Spaanse platteland.

Betere vermarkting

Ondertussen werkt de vereniging hard aan vergroting van de afzetmarkt en verbetering en uitbreiding van de truffelteelt. Zo ijvert ze momenteel voor een keurmerk (BGA, Beschermde Geografische Aanduiding) voor haar zwarte truffels. Dat zou de Spaanse telers moeten beschermen tegen de goedkope en in hun ogen ‘smakeloze’ import uit China, en de toegang tot de haute cuisine moeten vergemakkelijken. Vooral in Frankrijk, waar 95% van de truffels naartoe gaat. Daar worden truffels uit Teruel vaak verkocht als Perigord-truffels, wat niet vreemd is, omdat het om dezelfde variant gaat (melanosporum).

Qua vermarkting valt er nog meer te winnen. De vereniging wil niet alleen toegang tot horecakeukens, maar ook tot die van gewone huishoudens. Daarom wil Altruter af van het dure imago van de truffel. Vaak wordt er geschermd met prijzen van meer dan 1000 euro per kilo, maar die betalen alleen toprestaurants voor topkwaliteit. Veelal ligt de prijs tussen de 400 en 500 euro, en voor een mindere kwaliteit krijgt een boer niet meer dan 150 euro per kilo. En bovendien, niemand eet een kilo truffels. Per maaltijd heb je maar 3 of 4 gram nodig.

Om de teelt uit te breiden worden er opnieuw cursussen georganiseerd voor boeren die willen overschakelen op truffels. En om de oogstzekerheid en productie te vergroten, zetten telers ook al irrigatie in. De sector is duidelijk aan het professionaliseren.

Nederland

Inmiddels is de truffelteelt zelfs tot in Nederland doorgedrongen en zit deze – mede vanwege de klimaatverandering – ook hier in de lift. In 2013 begon de Wageningse bio-procestechnoloog Judith Evenaar op de flanken van de Wageningse Berg op landgoed Oranje Nassau’s Oord de eerste truffelgaard van Nederland. Ze plantte er op 0,8 hectare grond 320 hazelaars en eiken waarvan de wortels waren geënt met sporen van de bleke truffel. In de winter van 2019-2020 oogstte ze haar eerste truffels: een halve kilo. Met haar Wageningen Truffle Center ontwikkelt Evenaar duurzame truffelketens en nieuwe teeltmethodes, geeft ze rondleidingen en cursussen en adviseert ze ondernemers die een truffelgaard willen beginnen. Zo zijn er in 2020 twee ondernemers truffelgaarden gestart op de kalkrijke gronden van Zuid-Limburg, in Eys en Schin op Geul.

Ook in het wild komen er tegenwoordig truffels voor in Nederland. Volgens de Wageningse emeritus hoogleraar bodembiologie Thom Kuyper schuift de groei van truffels door klimaatverandering naar het noorden op. Op zeker tien plaatsen in Nederland zijn ze inmiddels aangetoond, vooral in het rivierengebied en Limburg. Een wetenschapper die er in de jaren 1970 naar op zoek was, kon er toen geen aantonen.

Teelt en gebruik van truffels

Truffels zijn knolletjes van enkele centimeters doorsnee die groeien op de wortels van sommige bomen en struiken, vooral (steen)eiken, hazelaars, dennen en wilgen. Rond de bomen vormen zich uitgebreide ondergrondse netwerken van schimmels die een symbiotische relatie aangaan met hun wortels. De schimmels krijgen suikers van de boomwortels en de boom krijgt er vocht en mineralen voor terug.

In bepaalde seizoenen en afhankelijk van de omstandigheden vormen de schimmels knolletjes (truffels) die vol met sporen zitten. De evolutionaire strategie van de schimmel is dat die sporen verspreid raken. Daarvoor moeten de truffels gegeten worden door beesten. De sporen die niet verteerd worden, komen in hun darmen terecht en belanden via de ontlasting op andere plaatsen waar een nieuwe groeicyclus kan starten. Maar dan moeten beesten de truffels wel kunnen vinden. Daarom ruiken de knolletjes zo lekker en weten vooral varkens, de ideale verspreiders van de sporen, ze te vinden.

Een truffel doet er enkele maanden tot een jaar over om volgroeid te raken en te rijpen. Wereldwijd zijn er ongeveer tweehonderd soorten truffels, waarvan er dertig in Europa voorkomen en vijf geschikt zijn voor menselijke consumptie. Het meest zeldzaam en kostbaarst is de witte truffel (‘de koningin onder de truffels’) die in Italië groeit (Piëmonte, Umbrië) en tussen september en januari geoogst wordt. Daarnaast is er de zwarte truffel, waarvan een winter-, herfst- en zomervariant bestaan, afhankelijk van de oogsttijd. De zwarte wintertruffel die veel groeit in Spanje en Frankrijk, is het meest gewild. In noordelijker contreien groeien bleke en grijze truffels.

Vroeger kwamen truffels alleen in het wild voor, maar sinds de jaren 1960 worden ze ook gekweekt. Vanaf de jaren 1990 nam de teelt in truffelgaarden flink toe. Na de aanplant duurt het vier tot zeven jaar tot een schimmelnetwerk voldoende is uitgegroeid om truffels te kunnen produceren. Behalve aan een geschikte boom of struik gedijt een truffel ook alleen in specifieke klimatologische omstandigheden (uren kou en hitte, regenval) en een kalkrijke bodem.

Het oogsten is een vak apart, omdat de truffels moeilijk te vinden zijn. Eenmaal rijp geven ze een geur af, maar zelfs een geoefende mensenneus komt ze dan nog niet op het spoor. Daarom werden er vroeger varkens ingezet. Maar die houden zelf ook van truffels en zijn moeilijk in de hand te houden. Dan heb je als truffeljager kostbare truffels gevonden en slokt je varken ze op! Daarom worden er tegenwoordig speciaal afgerichte honden ingezet. Slechts enkele rassen zijn daarvoor geschikt. Als de hond een truffel gevonden heeft, moet de truffeljager ze nog uitgraven. Heel zorgvuldig om de ondergrondse schimmelnetwerken niet te beschadigen.

In de keuken worden truffels gebruikt als smaakversterker in sauzen en dressings, op vleesgerechten, in risotto en pasta, rauw, geraspt of in dunne schijfjes.