Vrijwilligerstoerisme: goede zaak?

1 mei 2016
Dit artikel is verschenen in: geografie mei 2016
toerisme
vrijwilligerswerk
Oeganda
Kenia
Kennis
vrijwillig
FOTO: WELLINGTON COLLEGE
Vrijwilligers en leerlingen van de Nabukenya Primary School in Oeganda

Vrijwilligerstoerisme is populair onder jongeren. Je ziet wat van de wereld, maakt contact met de mensen daar en kunt ook iets voor ze betekenen. Maar schieten die er veel mee op en draagt het bij aan een beter begrip van de wereld?

 

Vrijwilligerstoerisme is het nieuwe backpacken. Hostels, zuipen en drugs aan het Thaise strand zijn zó 2010. Tegenwoordig vullen jongeren hun gap year of lange vakantie met bijles geven op een basisschool in Bolivia, huizen bouwen in Ghana of neushoorns tellen in Botswana. Natuurlijk biedt het vrijwilligerswerk een unieke kans om een plek ver weg te bezoeken waar nog maar weinig toeristen zijn. En een kans om echt in contact te komen met de lokale bevolking. Bovendien kun je iets voor hen betekenen, je kunt iets terugdoen. En het is een leerzame, onvergetelijke ervaring.

Dat klinkt als een win-winsituatie: een onvergetelijke reis waar ook de bevolking op de plek van bestemming de vruchten van plukt. Toch klinken er in de media kritische geluiden over vrijwilligerstoerisme. The Guardian, Trouw en Vice Media plaatsten het afgelopen jaar artikelen waarin het nut van vrijwilligerswerk in twijfel wordt getrokken. Ook Unicef laat van zich horen met de campagne ‘Childern are not tourist attractions’. Vrijwilligerstoerisme en specifiek weeshuistoerisme doen vaak meer kwaad dan goed, luidt de boodschap. Unicef wijst erop dat een weeshuis een veilige plek zou moeten zijn voor kwetsbare kinderen en dus niet een attractie voor goedbedoelende voluntourists. Unicef stelt de potentiële vrijwilligers de vraag of zij in eigen land ook zomaar een weeshuis zouden binnenlopen.

Ook academici betwijfelen in hoeverre vrijwilligerstoerisme een positieve bijdrage kan leveren aan de levensstandaard van de lokale bevolking. De Singaporese geografe Harng Luh Sin constateert dat de vrijwilligers vaak te kort op een plek zijn om een blijvend verschil te maken. Het is ook zeer de vraag of de vrijwilligers voldoende bekwaam zijn in het werk dat zij ter plekke uitvoeren en of zij de lokale bevolking niet uit de arbeidsmarkt verdringen met hun gratis werkzaamheden. Vrijwilligerstoerisme kan dus onbedoeld negatieve effecten hebben op lokale gemeenschappen.

De kritische kanttekeningen gaan niet alleen over het effect van vrijwilligerstoerisme, maar ook over de intenties erachter. Willen de vrijwilligers echt helpen, gaan ze vooral als toerist, zien ze het als een mooie aanvulling op hun cv of willen ze zichzelf als wereldverbeteraar presenteren op social media? En hoe blijvend is hun betrokkenheid – maken ze ook een verschil in hun eigen leven hier, bijvoorbeeld als consument? En ten slotte, zijn ze in staat echt contact te maken met de lokale bevolking? Dat veronderstelt bijvoorbeeld dat ze hun stereotiepe beelden opzij kunnen zetten. 

Bloggen

Veel vrijwilligerstoeristen houden een blog bij tijdens hun reis. Zo houden ze het thuisfront op de hoogte van al hun belevenissen, en scheppen een beeld van de bezochte plaatsen en landen, in foto’s en beschrijving. De blog biedt lezers dus informatie over plekken ver weg waar ze zelf nooit zijn geweest. De bron lijkt bovendien betrouwbaar: de blogger is immers een bekende en heeft geen commercieel belang. Dit is het echte verhaal, niet wat de krant of brochure vertelt.

Kenia
Onderzochte reisblogs van vrijwilligers in Kenia

De blogs zijn in nog meer opzichten interessant. Ze bieden inzicht in de activiteiten en ervaringen van de vrijwilligers, en daarmee wellicht ook in hun gedachten daarbij. Hoe kijken zij zelf naar hun ervaringen, hun rol als vrijwilliger en het nut van hun werkzaamheden?

We hebben zeventien reisblogs geanalyseerd, die de afgelopen vier jaar zijn geplaatst op waarbenjij.nu. De vrijwilligers die deze blogs schreven, gingen allen naar Kenia, een populaire bestemming voor vrijwilligerstoerisme (zie kaart). Ze verbleven er een tot vijf maanden en hielden over de periode van vertrek tot thuiskomst een blog bij. Dit resulteerde in soms zeer uitgebreide verhalen (tot wel 22.000 woorden). Hun werk als vrijwilliger varieerde van helpen in een weeshuis en lesgeven tot werken in een ziekenhuis.

Vrijwilliger of toerist

In de onderzochte reisblogs schrijven de vrijwilligers opvallend veel over de toeristische uitstapjes die ze maken. Ze profileren zich als reguliere toeristen die op safari gaan, op het strand liggen en de belangrijkste trekpleisters bezoeken. ‘Wat je in Nederland op National Geographic ziet, zag ik in het echt! De Kilimanjaro op de achtergrond maakte het plaatje helemaal compleet’ (blog 12). ‘Wat we vooral heel erg indrukwekkend vonden was de Samburustam in traditionele kleding. Krijgers met verentooien, rode haren en andere lichaamsversieringen, en vrouwen met mooie, felgekleurde doeken en veel grote sieraden om hun nek, pols en enkels. We hopen dat jullie iets kunnen zien op de foto’s van het pure Keniaanse leven dat wij hebben mogen zien’ (blog 1). De aandacht voor de toeristisch kant van hun verblijf is in lijn met bevindingen uit eerder onderzoek. De Belgische antropoloog Noel Salazar stelt dat de vrijwilligers maar moeizaam loskomen van de tourist gaze. In de blogs rapporteren ze evenveel over het vrijwilligerswerk als over toeristische activiteiten.

De vrijwilligers komen in hun blogs maar moeilijk los van de tourist gaze

De vrijwilligers bloggen dus wel over hun werk. ‘Elke dag help ik ze met hun huiswerk of met andere schoolopdrachten. Morgen ga ik met ze knutselen, ben benieuwd hoe dat zal gaan met zo’n grote groep!’ (blog 13). ‘Zaterdag zijn we om 1 uur naar het weeshuis gegaan om te helpen met de sportdag. Je komt daar en uiteraard was het op de Keniaanse manier georganiseerd. Oftewel niks geregeld! Uiteindelijk hebben we koda koda gespeeld. Dit is hetzelfde als een estafetterace’ (blog 2). Maar naarmate het verblijf vordert, gaat het minder over de vrijwilligerstaken. Ze melden dan slechts aan het thuisfront dat het een gewone werkdag is geweest, en schrijven uitgebreid over uitstapjes. 

Knutselen

De meeste bloggers doen iets met kinderen. ‘Terug in het klasje waar Robert aan het kleuren was, heeft Lotte de kinderen wat Nederlands geprobeerd te leren. We hebben Nederlandse liedjes gezongen als “In de maneschijn”’ (blog 11). De vrijwilligers geven les in knutselen, gymmen, Engels of wiskunde – vakken waarin ze zelf niet gekwalificeerd zijn. ‘Na de grote pauze mocht ik samen met Susan naar klas vijf. Dit was echt een chaotisch zooitje, want wij moesten zelf ook elke keer nadenken over de sommen! Maar uiteindelijk is het (hoop ik dan) gelukt!’ (blog 10). Iemand anders blogt: ‘Ik heb Engels gegeven aan de kleinere. Wie had gedacht dat ik dat nog zou doen met een 4 op mijn eindexamen!’ (blog 3). Deze vrijwilliger mag ook het examen Engels nakijken. Zelf schrijven de vrijwilligers nogal luchtig over hun gebrekkige kennis, ze lijken er niet zo mee te zitten. Of willen ze de schijn ophouden voor het thuisfront?

De vrijwilligers oordelen positief over hun bijdrage. ‘Het is goed om te zien dat er in de zeven weken dat ik hier ben geweest heel veel dingen zijn veranderd. De kinderen hebben de tafels geleerd, krijgen zelfs les over hoe ze hun handen moeten wassen, en het fruit dat ik elke week heb gefinancierd, is iets wat ze nu zelf ook gaan doorzetten’ (blog 14).

Wanneer de vrijwilligers schrijven over het nut van hun werk, lijkt dat vooral neer te komen op het blij maken van de kinderen.

Vrijwillig

‘Kindjes die naar je toe komen rennen en het enige Engelse zeggen dat ze kennen: how are you? Als je vervolgens antwoordt en hun hand schudt, die ze vol spanning naar je uit steken, is het helemaal te gek. Gillen, springen en nog een hand vragen. Wel een hele aparte gewaarwording. Maar die glimlachen van oor tot oor vergeet je niet snel’ (blog 12). Iemand anders schrijft : ‘Marieke en ik gaan ons best doen om dit bedrag nuttig te besteden, zodat we straks allemaal lachebekkies op de foto hebben staan’ (blog 4). In meerdere blogs laten de vrijwilligers de thuisblijvers weten dat hun sponsorgeld goed besteed is. Ze kopen pennen of potloden voor op school, of nieuwe matrassen voor een weeshuis, en die worden enthousiast ontvangen.

Ook in een eerdere analyse van vrijwilligersblogs door master-studente geo-communicatie Eefke Meijer komt het beeld naar voren van Kenianen die blij zijn met alle hulp en spulletjes die ze krijgen. Critici tekenen aan dat wezen en kinderen in nood problemen met binding krijgen door de stoet vrijwilligers die aan ze voorbij trekt: steeds nieuwe mensen komen voor korte tijd leuke dingen met hen ondernemen om daarna weer te vertrekken. Toch doen de vrijwilligers meer dan kinderen blij maken; sommigen helpen ook mee met de aanleg van een waterleiding.

Dark continent

Bij alle goedbedoelde inspanningen dringt zich toch ook een neokoloniaal beeld op van de westerlingen die Afrika komen helpen. Dat beeld wordt versterkt doordat de vrijwilligers het moeilijk vinden los te komen van hun eurocentrische denkkaders. De blogs doen bij tijd en wijle denken aan de blanke missionarissen die het licht komen brengen in donker Afrika. Ze maken kindjes blij met pen en gum en richten hun cameralens op alles wat exotisch is. ‘Het was een klein dorpje met huisjes van modder en takken, en half naakte mensen bedekt met kleurige doeken en van die versieringen op hun lichaam. Het voelde net alsof we in het programma Groeten uit de rimboe waren’ (blog 4). In dit soort beschrijvingen zit vaak een tegenstelling met Nederland verweven. ‘Toch hebben we allebei best wel veel indrukken op de eerste dag. Er zijn veel dingen die anders gaan dan bij ons thuis. En voor hun is het hier allemaal zo normaal’ (blog 11). Dat wat anders is, wordt benadrukt en hoewel het niet altijd met zo veel woorden wordt gezegd, is dat anders niet ‘beter’. ‘Voor mijn eigen veiligheid moet ik tussen twee mensen in blijven lopen. Overal mensen, mensen en mensen’ (blog 12).

Voorbereiding

Het aantal aanbieders van vrijwilligersreizen is groot (zie kader, pag 10). De meeste bieden voorbereidingsdagen aan, vaak verzorgd door onafhankelijke organisaties als Moses en Better Care Netherlands. Op deze bijeenkomsten worden do’s en don’ts op het gebied van veiligheid aangekaart. Ook de lokale normen en waarden en de rol van de vrijwilliger komen aan bod. Deze voorbereidingsdagen zijn echter niet bij iedere organisatie verplicht. Uit de blogs blijkt dan ook dat veel vrijwilligers niet voorbereid zijn op wat ze gaan meemaken. De situatie in het land blijkt heel anders dan vooraf verwacht, en de begeleiding ter plekke laat te wensen over. Vooral de confrontatie met armoede valt de vrijwilligers zwaar. De voluntourists schrijven over emotionele ervaringen. ‘Ik moest even een traantje wegpinken toen ik die twee kleintjes zo bij mij zag zitten. Het was even erg emotioneel om over hun verdere levens te denken, ik ben zo van alle kindjes gaan houden hier!’ (blog 8). ‘Daar ging mijn traantje... denkend aan hoe moeilijk ze het hier hebben en ik van geluk mag spreken hoe goed ik het heb’ (blog 7). Zulke ervaringen monden soms uit in heimwee. De (gebrekkige) communicatie werkt dat in de hand. De vrijwilligers spreken welis waar Engels, maar het is de vraag of ze daarmee meer dan oppervlakkig kunnen praten met de bevolking over aangrijpende ervaringen.

Blijvend effect

Critici vinden in reisblogs een bevestiging van hun overtuiging dat het massale vrijwilligerstoerisme moet stoppen. De vrijwilligers zijn toch vooral toerist, vaak nauwelijks toegerust voor hun taak en komen niet los van stereotiepe denkkaders. Ze fotograferen de big five en zijn verder bezig de kindertjes blij te maken.

 

In de reisblogs ontbreekt inzicht in de achterliggende mondiale processen

Wat het blijvende effect is van hun ervaringen, wordt uit de blogs niet duidelijk. Ze ervaren de situatie ter plekke, heel lokaal, maar verwijzen niet naar het grotere plaatje. Gesprekken die masterstudent geografie en communicatie Michael van Veen in 2008 hield met vrijwilligerstoeristen duidden ook op deze ‘lokale blik’. De vrijwilligers hadden alleen de ervaringen op de plaats van het project, maar geen bredere blik of kennis. De enige verbondenheid tussen hier en daar, tussen het thuisfront en de ervaringen in Kenia die de blogs schetsen, is een directe vlucht vanaf Schiphol. Het is dan ook de vraag of voluntourists door deze ervaringen een zekere mate van wereldburgerschap verwerven. De problemen hebben ze gezien, maar in de blogs ontbreekt een inzicht in de achterliggende mondiale processen of een verwijzing naar handelingsperspectieven anders dan hun vrijwilligerswerk of het besteden van het sponsorgeld.

Natuurlijk zijn de blogs vaak vlugge krabbels gericht aan familie en vrienden. Geschreven om ervaringen te delen en niet om ontwikkelingsvraagstukken inzichtelijk te maken. Maar ze worden gelezen door het thuisfront en vormen daar de meest tastbare ervaring met Kenia. Bovendien lezen potentiële vrijwilligers de blogs ter oriëntatie. De geschetste beelden vormen daarmee de verwachtingen van de volgende groep vrijwilligers. Stereotiepe beelden van armoede en Afrika blijven zo voortbestaan. Het best geïllustreerd in de dankbare kindergezichtjes op de foto met hun gekregen schriftjes en pennen.

Wereldburgerschap

De vrijwilligerstoeristen komen met de beste bedoelingen en lijken zich in de blogs van geen kwaad bewust. Dat roept de vraag op wat de rol is van de organisaties die hen uitzenden. Zij zouden de vrijwilligers niet alleen moeten voorbereiden op de confrontatie met armoede en op interculturele communicatie, maar ook kunnen werken aan het ontwikkelen van een wereldburgerschap bij de deelnemers. Daarbij zouden ze ook de blogs van de deelnemers

kunnen betrekken. Want terwijl sommige organisaties op hun websites fragmenten van blogs plaatsen als aanbeveling, lijken zij zich weinig bewust van de kracht van de stereotiepe beelden die hierdoor in stand worden gehouden. 

 

De echte namen in de citaten uit de blogs zijn bekend bij de onderzoekers.

Aanbieders

Het aantal aanbieders van vrijwilligersreizen voor Nederlanders is groot. Een kleine zoektocht op internet brengt ons bij de grote spelers als SIW Internationale Vrijwilligersprojekten, maar ook bij kleinere Nederlandse organisaties als Travelactive, Travel4change, Doingoood, GapXperience, Het Andere Reizen en Ontmoet Afrika. Een deel van de aanbieders richt zich volledig op vrijwilligerstoerisme, andere organiseren een breed scala van ‘buitenlandervaringen’ zoals stage, au pair en bijzondere groepsreizen.

Voor schoolklassen

Op hun websites bieden ze Nederlandse burgers de mogelijkheid op een veilige en georganiseerde manier vrijwilligerswerk te doen in een ontwikkelingsland. Zij zorgen ervoor dat vrijwilligers op een plek terecht komen waar zij iets kunnen bijdragen. Geïnteresseerden kunnen zich individueel aanmelden, aanhaken bij een groep, als gezin op pad gaan en soms als schoolklas. Onder de naam Students2gether (Het Andere Reizen in samenwerking met Commundo), Expeditie Onderwijs (Doinggoood) en Worldmapping worden speciale reizen voor schoolklassen aangeboden. Slogans als ‘It’s better to see something once than to hear about it a thousand times’ (Worldmapping) en ‘Geeft u uw leerlingen een kans om het beste uit zichzelf te halen en daadwerkelijk te ervaren wat het leven in een land in ontwikkeling betekent’ (Students2gether) benadrukken de waarde van zo’n reis voor scholen. Een ander genoemd argument is de profilering van de school.

Aandacht voor kritiek

Op de website leggen de organisaties uit wat vrijwilligerswerk in het buitenland inhoudt, wat het bijzonder maakt en waarom het belangrijk is. Een deel van de organisaties valt hierin terug op de stereotypen van ontwikkelingslanden. Zo worden deze aangeduid als arme landen waar slechte omstandigheden zijn, waardoor het vrijwilligerswerk nuttig is. Iedereen, dus jong en oud, met of zonder vaardigheden, kan als vrijwilliger iets bijdragen, aldus de sites. Andere organisaties besteden expliciet aandacht aan de kritiek die er is op vrijwilligerstoerisme. Een nog kleiner deel van de aanbieders probeert de potentiële vrijwilligers voor tebereiden op ethische en interculturele kwesties. Een deel van de organisaties koppelt vrijwilligers aan projecten op basis van hun vaardigheden en motivatie.

Niet goedkoop

Vrijwilligerstoerisme is niet goedkoop. De deelnemers betalen voor de vlucht en voor het verblijf daar en voor de hulp van de organisatie. Daarnaast wordt vaak verwacht dat deelnemers vooraf geld inzamelen voor het goede doel. Worldmapping heeft daarom voor deelnemende schoolklassen een fundraising toolkit ontwikkeld, waarmee de leerlingen allerlei acties kunnen organiseren.