Op 19 juni dit jaar vertrok ik naar Livingstone (Zambia) om vijf weken mee te werken aan een bouwproject dat in het teken stond van duurzaamheid. Ik wilde kennis maken met Afrika en de (on)mogelijkheden van duurzame ontwikkeling in de praktijk ervaren. De organisatie waarmee ik in zee ging, focust op community development: de gehele gemeenschap op meerdere vlakken ondersteunen en ontwikkelen zodat ze uiteindelijk op eigen benen kan staan. Omdat de ondersteuning zo breed is, werkt iedere vrijwilliger aan één hoofdproject en is verder inzetbaar op diverse nevenprojecten. Denk aan buitenschoolse wiskunde en klasjes Engels, een middag knutselen, op bezoek in het ouderentehuis, leesles voor analfabeten.
Mijn hoofdproject draaide om de toepassing van Eco-Bricks (plastic flessen met afval erin als bouwstenen) en paste goed in het duurzaamheidsplaatje. Een aantal middagen en avonden besteedde ik met andere vrijwilligers aan het maken van de EcoBricks, die we vervolgens gebruikten voor het muurtje rondom een composthoop. De meeste tijd bracht ik echter door bij de Libuyu Community School, waar we onder leiding van een vakkundige lokale bewoner een extra klaslokaal bouwden, zodat meer kinderen tegelijk les konden krijgen.
Ik verbleef met ongeveer 25 andere vrijwilligers in een backpackers hostel net buiten het centrum van Livingstone, waar de organisatie een ‘vrijwilligershuis’ bezat. Er waren zo’n tien stafleden, onder wie acht locals. Vier van hen coördineerden de projecten, de anderen traden op als chauffeur, kok, bouwexpert of tolk.