De risicoperceptie is groter naarmate: (in volgorde van belang)
1. de angstgevoelens van leerlingen t.a.v. klimaatverandering sterker zijn;
2. leerlingen meer weten van de gevolgen van klimaatverandering en van het nut van klimaatmaatregelen;
3. er thuis meer gepraat wordt over klimaatverandering en ouders KV meer als een probleem zien;
4. leerlingen het gevoel hebben dat ze weten wat ze kunnen bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering;
5. leerlingen zich solidair verklaren met anderen en denken aan de toekomst;
6. Verder hebben leerlingen met een migratieachtergrond een minder sterke risicoperceptie dan anderen.
De bereidheid klimaatmaatregelen te nemen is hoger naarmate: (in volgorde van belang)
1. leerlingen meer weten van het nut van klimaatmaatregelen;
2. er thuis meer gepraat wordt over klimaatverandering en ouders KV meer als een probleem zien;
3. de risicoperceptie van leerlingen hoger is;
4. de angstgevoelens t.a.v. klimaatverandering groter zijn;
5. leerlingen zich solidair verklaren met anderen en denken aan de toekomst.
6. Verder zijn meisjes meer bereid klimaatmatregelen te nemen dan jongens; en
7. zijn leerlingen met een migratieachtergrond daartoe minder bereid dan de anderen.
** Hoe dikker de pijl, des te sterker de relatie. Doorlopende pijlen geven een positieve relatie
en gestippelde pijlen een negatieve relatie weer.