Dit verhaal is afkomstig uit het boek De geschiedenis van Nederland in 100 oude kaarten, van Marieke van Delft en Reinder Storm, dat in juni verscheen bij de Vlaamse uitgeverij Lannoo. Het kost 79 euro.
Zie www.lannoo.be/nl/nederland-oude-kaarten, incl. filmpje + preview van 22 (van de 400) pagina’s uit het boek.
Zijn boekdrukkers molenaars?
Een belastingkwestie verbeeld op een kaart van Sijthoff
In 1881 verscheen bij Sijthoff in Leiden een kaart waarop met ‘de kleur van meel’ is aangegeven in welke provincies ‘Boekdrukkers Molenaars zijn’. Wat voor verhaal zit daarachter? In de loop van de 19e eeuw deden in veel fabrieken stoommachines hun intrede, waar gemechaniseerde productieprocessen voorheen door windof watermolens werden aangedreven. Anders dan molens kon je stoommachines overal neerzetten, bijvoorbeeld in steden waar volop goedkope arbeidskrachten te vinden waren. De industriële revolutie leidde tot grote sociale ongelijkheid en de roep om een rechtvaardiger belastingsysteem. Er zou meer belasting geheven moeten worden op inkomsten en winst. Tot dan toe bestond een groot deel van de belastingen namelijk uit accijnzen, belastingen op primaire levensbehoeften, waardoor lagere sociale groepen een onevenredig deel van hun inkomen moesten afdragen.
In 1814 was met de Patentwet al een begin gemaakt met een belasting op de winst die een ondernemer naar verwachting zou maken. Er werd bijvoorbeeld gekeken naar het aantal werknemers of het aantal molens dat een fabriek gebruikte, en of deze door stoom, water, wind of paarden werden aangedreven. Op die manier werd het curieuze verband gelegd tussen boekdrukkers en molenaars dat op de afgebeelde Kaart van Nederland tot uiting komt. De kaart werd uitgebracht door Albertus Willem Sijthoff (1829-1913) om een conflict met de fiscus uit te vechten.
Fiscaal conflict
Sijthoff vestigde zich op 21-jarige leeftijd als boekdrukker en niet veel later ook als uitgever. Hij nam de publicatie van enkele tijdschriften over zoals De Kunstkronijk, De gracieuse en Aglaja. Ook bracht hij werken van populaire dichters uit in reusachtige oplagen en startte diverse kranten, bibliografische seriewerken en meerdelige publicaties met reproducties van werk van bekende kunstenaars. Sijthoff was vooral goed in koppelverkoop. Een roman verscheen in afleveringen in een van zijn kranten en werd vervolgens weer uitgegeven als welkomstgeschenk bij een abonnement op een tijdschrift. Sijthoff had zakelijk inzicht, grote affiniteit met het boekenvak, en de durf en drang tot vernieuwen. Zijn boekdrukkerij/ uitgeverij groeide uit tot een van de meest toonaangevende in Nederland.
Juist door zijn innovaties kwam Sijthoff in 1877 in conflict met de fiscus. Toen hij koos voor door stoomkracht aangedreven sneldrukpersen, werd hij door de fiscus extra aangeslagen, en wel in de categorie molens, waarin de stoommachines waren ondergebracht die zijn persen aandreven. Sijthoff maakte hiertegen bezwaar bij de minister van Financiën, bij Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland en ten slotte zelfs rechtstreeks bij koning Willem III (1817-1890), maar kreeg overal nul op het rekest.
Rechtsgang
Toen Sijthoff ontdekte dat Gedeputeerde Staten in andere provincies een tegenovergesteld standpunt innamen, besloot hij de zaak voor de rechter te brengen.
Hij riep collega’s die in hetzelfde schuitje zaten op om hem te steunen in zijn strijd, wat in korte tijd twintig adhesiebetuigingen opleverde. Sijthoff onderstreepte zijn stellingname met de uitgave van een brochure, getiteld Rechtsvragen ten opzichte van den aanslag van boekdrukkers die letterkundige werken drukken en uitgeven, in het recht van patent.
Toen hij door de rechter in het ongelijk werd gesteld, reageerde hij daarop met deze kaart, die hij liet verspreiden onder leden van de Tweede Kamer. Volgens Sijthoff was er sprake van rechtsongelijkheid, omdat Gedeputeerde Staten in de afzonderlijke provincies tegenovergestelde standpunten innamen. Daarom zijn op de kaart de provincies ‘waar Boekdrukkers Molenaars zijn’ (en dus extra belasting moeten betalen) wit en andere niet. Met daaronder de tekst: ‘De bezitters van deze kaart worden verzocht die provinciën van het wit te ontdoen, als hunne Gedeputeerde Staten eindelijk met het inzicht der groote meerderheid zullen gaan instemmen’.
Dichterlijke bijval
Diverse kranten wijdden een alinea aan de zaak. De Leeuwarder Courant van 1 juli 1879 meldde bijvoorbeeld dat Gedeputeerde Staten van Gelderland de boekdrukker H.C.A. Thieme na protest niet langer als molenaar beschouwde, en voegde daaraan toe: ‘Een boekdrukker in Zuid-Holland [lees: Sijthoff] is nu molenaar, in Gelderland blijft hij als vanouds boekdrukker. Of de molenaars nu ook als boekdrukkers worden aangeslagen is nog niet gebleken.’ Op 13 juli 1880 stond er zelfs in de Surinaamsche Courant een bericht over deze kwestie, naar aanleiding van een geval in Groningen. Maar Sijthoffs rechters bleven onverbiddelijk. Bij wijze van bijval stuurde een van diens auteurs (wie precies weten we niet) Sijthoff het volgende gedicht:
Zeg Heer, wie heeft U toch bevolen
Een pers te houden voor een molen?
Een drukker, en dat een Leidenaar,
Te houden voor een molenaar?
Is dan een kassier ook ontvanger?
Is dan een waschvrouw ook behanger?
De eerste daar hij geld ontvangt.
De tweede omdat zij goed ophangt?
Een slager is dan óók een snijder,
Omdat hij ’t keelgat maakt wat wijder.
Een theeketel is dan muzikant,
Een kok is dan ook fabrikant.
Neen Heer! ge moogt die zaak bekijken,
Zooals het ü wel ’t best zal lijken;
Maar dat een drukker is molenaar.
Is in ons land nog lang niet waar.
BRONNEN
- Lek, J.G. van der 1950. A.W. Sijthoff’s uitgeversmaatschappij N.V. Leiden 1851-1951. Leiden: Sijthoff.
- Maas, N. 1996. Altyt Waek Saem. De drukker-uitgever A.W. Sijthoff (1829-1913), Nieuw letterkundig magazijn 14, p. 35-41.
- Meulen, R. van der 1891. Een veertigjarige uitgeversloopbaan. A.W. Sijthoff te Leiden, 1851 – 1 januari – 1891. Amsterdam: P.N. van Kampen & Zoon.
- Digitale reis door de geschiedenis van belastingen in Nederland.
- Zie www.bdmuseum.nl/digitale-reis-door-de-geschiedenis-van-belastingen-in-nederland/