De Markthal in Rotterdam koppelt foodbeleving aan iconische architectuur. Amsterdam en Dedemsvaart pronken met hun eigen variant van de markthal.
Eind vorig jaar startte #onderwijs2032 om te bepalen wat jongeren moeten leren om optimaal te functioneren in de samenleving van de toekomst. Aardrijkskunde kan hen een reële kijk bieden op de wereld, nu en in de toekomst. Dat vergt allereerst inzicht in het beeld dat kinderen hebben van de toekomst – voor zichzelf en hun omgeving.
Het aantal grootschalige landacquisities is sinds de voedselcrisis in 2007-2008 dramatisch toegenomen. Tientallen miljoenen hectares land zijn sindsdien in buitenlandse handen gekomen. Niet alleen voor de productie van voedsel, maar ook voor biobrandstoffen en ecosysteemdiensten als CO2 -compensatie en natuurbescherming. Dit laatste heet ook wel green grabbing. Tenminste, als dit ten koste gaat van de lokale bevolking, wat onbedoeld vaak het gevolg (b)lijkt te zijn.
Waar wonen de mensen in 2040? Hoe richten we steden in en hoe houden we rekening met klimaatverandering? Bij de leerlingenwedstrijd Atlas van de Toekomst dachten leerlingen over dit soort vragen na. Ze brachten aan de hand van vier toekomstscenario’s hun Nederland van 2040 in kaart en illustreerden dit met tekeningen van de veranderingen in de eigen leefomgeving.
De afgelopen tien jaar is het aantal grootschalige transnationale landdeals sterk toegenomen. Er wordt zelfs gesproken van een global land rush. Veelal zijn het arealen tussen de 10.000 en 200.000 hectare. Volgens een schatting van de Wereldbank zou het alleen al tussen 2008 en 2010 gaan om 45 miljoen hectare.