Klimmen is leuk, ook al is het vermoeiend en soms loodzwaar.
Bovenaan mijn lijst ooit nog te bezoeken landen staat Ierland. Daar ben ik gek genoeg nog nooit geweest. Wat houdt me tegen? Geen idee. Nou ja, een partner die liever de zon opzoekt. En zo reisden we vorige maand af naar Sardinië.
Bij ons thuis zijn we dol op Toscane. Het eten, de mensen, de taal, het klimaat, de steden, het landschap. Ach, wie houdt er niet van Toscane? Een wat vergeten stukje is de Maremma, de kuststreek in het zuidwesten van Toscane. Oorspronkelijk was het een wat treurige streek. In de moerassen en lagunes langs de kust kwam veelvuldig malaria voor. Het was een dunbevolkte streek van veeboeren en er waren nauwelijks steden van enige betekenis. Heel on-Toscaans eigenlijk.
Als je vanuit Nederland de grens met België passeert, verandert het landschap. Alles ziet er opeens anders uit: de woningen, dorpen, weilanden, akkers, bossen, wegen, bedrijfsterreinen, steden, het nederzettingspatroon, de verkavelingsstructuur, alles. Het is fascinerend. De oorzaken zijn meervoudig, maar zal ik hier buiten beschouwing laten. Koester het raadselachtige.
Frank van Dam heeft twintig jaar in Utrecht gewoond. Met veel plezier, want vanuit Utrecht kun je schitterend fietsen. Verschillende landschappen staan de fietser ter beschikking: het Vecht- en Plassengebied in het noorden, het Veenweidegebied in het westen, het Rivierengebied in het zuiden en de Utrechtse Heuvelrug in het oosten.
Ik was er al even niet geweest. Vergeten hoe mooi het is. De zilte wolkenluchten, het heldere zicht, de eindeloze donkergroene akkers met aardappelplanten, de brede, lichtgevende stranden, de oude dijkjes, de bomenrijen aan de horizon. De weldadige rust.
Wie ooit over de Passo dello Stelvio is gereden, weet dat het daar druk is. Op de iconische, haarspeldrijke beklimming wordt de fietser geconfronteerd met horden motorrijders en eindeloze aantallen auto’s. Een gekkenhuis. Daarom kiezen we vandaag het dal ernaast: Val Martello.
Frank van dam woont in Den Haag en moest in Culemborg zijn. Dus wat doet een mens dan? Die gaat op de fiets. Dwars door het Groene Hart. Althans, dat was de bedoeling, want hij wilde Hollandse wolkenluchten zien. Eindeloze weilanden met koeien erin. Sloten, riviertjes, watervogels, weidevogels.
Ik schreef het al eerder: voor een fietser die in Den Haag woont, is het een beetje behelpen. Niet alleen bestaat de helft van zijn potentiële actieradius uit zee, de andere helft is verstedelijkt gebied. Of je nu een rondje van 60 of 100 kilometer fietst, de stad is altijd zichtbaar. Hoorbaar, voelbaar.
Ik ga een geheim verklappen. Dat doe ik met enige tegenzin, maar ach, geografen gun ik het mooiste. Komt ’ie: weet je waar je schitterend kunt fietsen (en mountainbiken)? In de Ribagorza. Huh? In de wat? In de Ribagorza.