De energieproductie en -consumptie in China verschillen in veel opzichten van die in andere landen. Dat is deels het gevolg van de beschikbare voorraden, deels weerspiegelt het de traditie van de socialistische planeconomie en het industrie- en prijsbeleid. Ook energieveiligheid speelt een belangrijke rol; China vindt zich te afhankelijk van steenkool en de import van olie.
Sinds 2005 ontstaan in China’s grote steden allerlei creatieve clusters. Ze staan ver af van de creatieve vrijplaatsen die zich vaak spontaan ontwikkelen in westerse steden. In China zijn de clusters aangezwengeld door de overheid en steeds meer ook door particuliere ondernemers, gericht op de ontwikkeling van een nieuwe, niet-industriële economie.
In Azië leven bijna anderhalf miljard mensen in de stroomgebieden van grote rivieren die in China ontspringen. Via deze rivieren stromen jaarlijks honderden miljarden kubieke meters water het land uit. De Chinezen zien dit met lede ogen aan en willen hun internationale rivieren intensiever gebruiken. Dat stuit op weerstand bij de buurlanden.
De Nederlandse bioscoopganger heeft vaak een vertekend beeld van wat de Chinese filmindustrie te bieden heeft. De maatschappijkritische films uit China die hier in de bioscoop draaien, zijn in China impopulair. Daar is de industrie vooral op zoek naar formules die het grote publiek kunnen entertainen.
De kloof tussen stad en platteland in China blijft groeien. Uit vrees voor sociale ontwrichting en om de binnenlandse consumptie aan te zwengelen, heeft de centrale overheid beleidsmaatregelen geformuleerd voor een gecoördineerde urbaan-rurale ontwikkeling (CURD). Maar lokale instanties hebben vaak een andere agenda. De problemen spitsen zich toe op het persoonsregistratiesysteem en de eigendomsrechten op grond.
Veel Chinese steden willen hun Urban Villages – ingesloten dorpen waar arme migranten huisvesting vinden – herontwikkelen tot kantoor-, winkelen woongebieden. Dit komt echter nauwelijks van de grond. Dat heeft sociale, maar ook economische en institutionele redenen. Toch gaan de dorpen hun residentiële en economische functies verliezen en zullen migranten het veld moeten ruimen. Tenzij het beleid verandert.
China kent een lange en ingewikkelde geologische geschiedenis. Landschappen kunnen zelfs op korte afstand sterk variëren. Bepalend voor de basale verschillen is de platentektoniek vanaf de oudste geologische perioden tot in de recente tijd.
Sinds midden jaren 90 is het Chinese landbouwbeleid gericht op zelfvoorziening in tarwe, rijst en maïs. Het lijkt een reactie op het artikel ‘Who will feed China’, waarin agronoom Lester Brown van het World Watch Instituut een rampscenario schetste. De nadruk op zelfvoorziening heeft de mogelijkheden van het platteland bepaald en zal dat de komende decennia blijven doen.
De jaarlijkse trek van de 2 miljoen gnoes, zebra’s en gazellen op de Serengeti mag dan indrukwekkend zijn, hij valt bijna in het niet bij de migratie van 340 miljoen mensen in China rond het Chinese Nieuwe Jaar. Bepakt en bezakt nemen ze de auto, bus, trein en vliegtuig om hun nog veelal op het platteland wonende ouders te bezoeken.