Afrika in 2100: vier miljard mensen?
Hoewel Afrika een demografische transitie doormaakt, zal de bevolking de komende eeuw nog gigantisch groeien – vooral in steden. Dat legt een enorme druk op de beschikbare middelen. Sprekende cijfers en prognoses tot 2100.
Alle continenten lijken op dit moment de demografische transitie te hebben afgerond: de gemiddelde vruchtbaarheid van de vrouwelijke bevolking zit rond het vervangingscijfer, zo’n 2,1 levend geboren kinderen per vrouw (figuur 1). Alle continenten behalve Afrika.
Dat wil niet zeggen dat Afrika geen demografische transitie doormaakt. Tot voor kort was het aantal kinderen per vrouw in Afrika nog aanzienlijk hoger dan de 4,64 die recentelijk werd gerapporteerd. Het aantal kinderen per vrouw gaat gestaag omlaag (figuur 2).
Ook in Afrika zorgen het toegenomen onderwijs voor meisjes, de stijgende gemiddelde welvaart, de toenemende urbanisatie en in een aantal landen de stijgende sociale zekerheid dat steeds meer ouders kiezen voor minder kinderen. Daar staat tegenover dat de bevolkingspiramide in Afrika een heel brede basis heeft (figuur 3) – er komen nog heel veel meisjes in de vruchtbare leeftijd – en dat de gemiddelde Afrikaan steeds ouder wordt door verbeterde gezondheidszorg en hygiëne. Er blijven dus steeds meer mensen langer leven. Veel overheden en religieuze leiders in Afrika hebben bovendien weinig op met bevolkingsplanning en met het van bovenaf ingrijpen in de bevolkingsgroei. Als gevolg hiervan zal de bevolking van Afrika deze eeuw sterk blijven groeien. Figuur 4 laat zien hoezeer de bevolkingsvooruitzichten voor Afrika en Europa verschillen.
Binnen Afrika zelf bestaan eveneens grote verschillen. Zo had Niger in 2015 ’s werelds hoogste gemiddelde vruchtbaarheid (6,8 kinderen per vrouw), gevolgd door Burundi (6,1) en Mali (6,1). Nigeria, Ethiopië en Congo-Kinshasa zitten nog erg hoog met respectievelijk 5,2, 5,2 en 4,7). Andere Afrikaanse landen hebben in relatief korte tijd juist een grote daling laten zien, zoals Kenia tot 3,3, Egypte tot 2,8 en Zuid-Afrika zelfs tot 2,3 – vrijwel het vervangingscijfer. Figuur 5 en 6 tonen hoe snel dit in Zuid-Afrika is gegaan en hoe de bevolkingspiramide er daar nu uitziet.
Maar Zuid-Afrika en enkele andere landen zijn uitzonderingen in een continent dat de afgelopen eeuw al een razendsnelle bevolkingsgroei heeft meegemaakt (van circa 100-150 miljoen mensen in 1900 tot 1200 miljoen nu). Daarmee is Afrika weer terug op het percentage van vier eeuwen geleden: Afrikanen vormen ongeveer 16 procent van de wereldbevolking. Die groei zet dus de komende eeuw door, met – naar verwachting van de demografen van de VN – een bevolking van tussen de 3,4 en 5,6 miljard mensen in 2100 (laag en hoog scenario). Dat zou betekenen dat Afrika in minder dan een eeuw goed is voor 30 tot 40 procent van de wereldbevolking. In het hoge scenario betekent dit dat van elke twee kinderen die in de wereld geboren zullen worden in 2100, er één in Afrika aan zijn of haar leven begint.
Er kan natuurlijk van alles anders lopen. Grote hongersnoden, ziekte-epidemieën, enorme aantallen slachtoffers van (burger)oorlogen en massale emigratie kunnen de scenario’s uiteraard beïnvloeden. Maar het is waarschijnlijker dat de bevolking zich ontwikkelt conform de lage of mediane scenario’s. Dat betekent dat er serieus rekening gehouden moet worden met 4 miljard Afrikanen in 2100.
Verstedelijking
Er is nog een andere demografische trend die zeer waarschijnlijk doorzet: Afrika wordt een stedelijk continent. Op basis van diverse bronnen en berekeningen schetst figuur 7 de urbanisatiedynamiek in Afrika.
Afrika telt op dit moment ongeveer 50 steden met meer dan een miljoen inwoners. Lagos is met 21 miljoen binnen de totale metropolitane regio momenteel de grootste agglomeratie, gevolgd door Caïro, Kinshasa/Brazzaville en Johannesburg en omgeving (‘the Rand’) met elk al meer dan tien miljoen stedelingen. In 2100 zullen er talloze miljoensteden zijn. In Afrika zullen mega-steden aan elkaar groeien tot bandsteden met meer dan 50 miljoen inwoners, zoals die nu ontstaan rondom Beijing in China (Jing-Jin-Ji). Op dit moment is in Afrika een enorme bandstad in ontwikkeling tussen Abidjan, Accra, Lomé en Lagos.
Al die stedelingen hebben onderdak nodig, voedsel, water, energie en nog veel meer. Velen van hen zijn jong, ongeduldig en energiek. En velen zijn gezond, hebben onderwijs genoten en zijn via hun mobieltjes heel goed op de hoogte van wat er in de wereld te koop is. Dit alles zal een vraagexplosie veroorzaken naar producten uit het ommeland en als dat aanbod onvoldoende is, zal de import toenemen (een patroon dat we al vanaf 1995 sterk zien toenemen in veel Afrikaanse landen). De grote (geopolitieke) vraag is natuurlijk: kan Afrika voor een groot deel zelf in die vraag voorzien? Staat het continent aan de vooravond van een agrarische doorbaak en wellicht een industriële revolutie nieuwe stijl? Zal er sprake zijn van economisch-ruimtelijke integratie van grote delen van Afrika, zoals nu lijkt te gebeuren in Oost-Afrika en zoals gestimuleerd wordt voor West-Afrika?
En als steeds meer wordt ingevoerd van buiten het continent: heeft Afrika voldoende middelen en macht om genoeg voedsel te kopen op de wereldmarkt – voedsel waar met name ook Aziatische landen om zitten te springen?
Voor Europa zal van groot belang zijn welke delen van de Afrikaanse bevolking zich op Europa (blijven) richten. Economisch, demografisch, sociaal en politiek. Hoe gaat Europa om met de Afrikaanse jongeren die zich binnen haar grenzen willen vestigen?
Binnen Afrika zelf zal een nog veel grotere druk op land en water ontstaan dan de laatste decennia manifest is geworden. Landbouw, veeteelt, tuinbouw en bosbouw zullen sterk intensiveren (iets wat voor een deel al aan het gebeuren is) en nog veel meer natuur- en bosgebieden zullen veranderen in akkerbouwgronden en areaal voor intensieve vormen van veehouderij (inclusief veevoerproductie). Kortom: er is een sterke toename te verwachten van de druk op grond, water en grondstoffen en dus ook een grotere kans op conflicten over natuurlijke hulpbronnen. Dit alles zal ten koste gaan van natuur en klimaat, tenzij de Afrikaanse leiders en bevolking van de nood een deugd maken en gaan investeren in duurzamere vormen van landgebruik en in duurzame steden. Maar dat is een ander verhaal.