Amsterdammers zijn het zat: wonen in een pretpark

1 februari 2019
Auteurs:
Fenne Pinkster
Fenne Pinkster is als stadsgeograaf verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en doet onderzoek naar de betekenis van buurten in het alledaagse leven van bewoners.
Willem Boterman
Afdeling Geografie, Planologie en Internationale Ontwikkelingsstudies, UvA
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2019
toerisme
Amsterdam
Kennis
Carrie Lam
FOTO: JOE DESOUSA
Pretpark Amsterdam: een van de talloze bachelorparty's, deze groep koos als thema Super Mario, die de prinses beschermt. Maar wie komt op voor de 'gewone' Amsterdammers?

In september 2015 verscheen op Facebook een overlijdens- advertentie: ‘Na een rijk en voltooid leven nemen wij afscheid van I amsterdam’. De actiegroep Amsterdam Uitgebrand gaf zo uiting aan de groeiende onvrede in de hoofdstad over stedelijk toerisme. Waar komt de onvrede onder bewoners vandaan en hoe reageren zij op veranderingen in hun buurt? 

 

Niet alleen in Amsterdam ageren bewoners tegen toerisme. Ook in steden als Barcelona, Berlijn, Dubrovnik, Rome en Venetie groeit het protest onder bewoners. Op zoek naar steeds nieuwe ervaringen en authentieke plekken worden toeristen aangetrokken door lokale gebruiken en manieren van leven. Amsterdam heeft in dat opzicht veel te bieden: toeristen kunnen een bezoek aan de grachten, het Anne Frankhuis en het Rijksmuseum combineren met een kijkje in de rosse buurt, een fietstocht over de gracht en het roken van een joint. Het is juist die combinatie van seks, drugs en grachten – door bewoners vaak aangeduid als shabby & chic – waardoor de stad bovenaan veel toeristenlijstjes prijkt. 

Vuurwerkfabriek
BRON: AMSTERDAM UITGEBRAND

Het overgrote deel van het toerisme concentreert zich in de Amsterdamse grachtengordel. Het is inmiddels moeilijk voor te stellen hoe vervallen dit gebied er in de jaren 60 bij lag. In die tijd werd de binnenstad als woon- en werkmilieu ouderwets gevonden en trokken veel bedrijven en bewoners weg. Vanaf de jaren 70 keerde het tij en werden de eerste tekenen van gentrificatie in de grachtengordel zichtbaar. Nieuwe, hoogopgeleide bewoners investeerden in de renovatie van vervallen panden en spoorden de gemeente aan om het centrum tot beschermd stadsgezicht te verklaren. Daarmee zetten zij een proces van opwaardering in gang dat de grachtengordel tot een van de meest gewilde woonmilieus heeft gemaakt en tot een toeristische attractie. Lang niet alle bewoners zijn daar blij mee. Interviews met mensen die al lange tijd in Amsterdam wonen, geven inzicht in de veranderingen die hun buurt ondergaat en hoe zij die ervaren. Zij signaleren twee parallelle ontwikkelingen die hun gevoel van thuis ondermijnen: de opkomst van de stad als pretpark en als museum. 

Het pretpark 

Het pretpark koppelen respondenten in de eerste plaats aan het groeiende aantal bezoekers op zoek naar vertier. In tien jaar tijd verdubbelde in Amsterdam het aantal toeristen tot bijna 9 miljoen bezoekers en 17 miljoen overnachtingen per jaar. Het is dus enorm veel drukker geworden. Bewoners vertellen hoe het ritme van het lokale verkeer verstoord wordt door slenterende voetgangers op straat en onwennig rondfietsende toeristen. Was de grote drukte vroeger beperkt tot specifieke periodes in de zomer en nationale feestdagen als Koninginnedag, inmiddels gaat het volgens veel bewoners zo het hele jaar door. Het leidt tot opstoppingen en vertragingen en belemmert bewoners in hun mobiliteit. Vooral ouderen die zich bewust beginnen te worden van hun eigen fysieke kwetsbaarheid, zijn bezorgd over botsingen of aanvaringen. 

De pretparkmetafoor wordt ook gebruikt om het gedrag van toeristen in de openbare ruimte te beschrijven. Door de reputatie van Amsterdam als plaats waar alles kan en mag, zijn er allerlei nieuwe vormen van entertainment opgekomen die bewoners niet vinden thuishoren in hun buurt. Een bewoner zegt: ‘Amsterdam moet oppassen dat het geen Disneyland wordt. Die dubbeldekkers bijvoorbeeld… zo’n rode bus hoort toch in Londen? Dat is iets voor toeristen en hoort niet thuis in Amsterdam. Nu die riksja-taxi’s […] Segways. Het hoort hier gewoon niet thuis.’

Bewoners maken vaak een onderscheid tussen de ‘goede’ toerist, die komt voor de grachten, zich netjes gedraagt en net als de bewoners waardering toont voor de mooie omgeving, en de ‘foute’ toerist, die komt om te drinken, feesten en blowen, ’s nachts luidruchtig over straat loopt en aan de rand van de gracht staat te plassen. Een bewoner vindt: ‘Je moet maatregelen nemen tegen al die dingen. Al dat gedoe hoort bij de biotoop van de platte toerist. Een groep die we misschien niet meer moeten willen hebben in de stad. Je geeft ze een bierfiets, dan maak je er een pretpark van. Dan trek je dus toeristen aan die dat soort dingen juist leuk vinden maar niet komen voor het Rijksmuseum.’ 

FOTO: FRANKLIN HEIJNEN
engels
FOTO: FACEMEPLS

Zulke activiteiten waren vroeger beperkt tot de rosse buurt, maar zijn inmiddels ook waarneembaar in de rest van het centrum. Het ‘pretparkgedrag’ gaat gepaard met meer rommel op straat, en lawaai dat ook de eigen woning binnendringt en dus niet te vermijden is. 

‘Bierfietsen, rondvaartboten, niet de gewone rondvaartboten maar borrelboten. Er is afgelopen zomer een vergunning afgegeven voor hot tubs. Met een badkuip door de gracht varen, waterfietsen. Het is een hoog gehalte lol met een hoop kabaal. […] Als je hier woont, is het gelal door de grachten wel vervelend ja. Het gaat met een hoop drank en een hoop mensen, en dat galmt over dat water tussen die panden door.’ 

Het museum 

De bewoners wijzen ook op structurele veranderingen in de grachtengordel. Ten eerste voegt het winkelaanbod zich steeds meer naar de toerist: de bakker maakt plaats voor een zaak met belegde ciabatta’s, en de groenteboer wordt een funshoppingwinkel. Met het wegvallen van alledaagse voorzieningen verdwijnen voor bewoners bekende gezichten in het straatbeeld. Het gevoel van vervreemding wordt nog versterkt doordat een groeiend aantal woningen als shortstay vakantiewoningen wordt verhuurd via platforms als Airbnb. Diverse bewoners vertellen dat ze zich ongemakkelijk voelen bij de steeds nieuwe, onbekende gezichten in het trappenhuis. Ze vinden het lastig onbekenden daar aan te spreken op gedrag, zeker als het gaat om late feestjes met drank- en drugsgebruik. De structurele verandering in het gebruik van woningen versterkt zo ook de confrontatie met het pretpark. Bovendien klagen bewoners dat bezoekers minder zorg dragen voor hun woonomgeving. Een van hen merkt op: ‘Mensen die komen, die gaan… voor bewoners is dat geen fijn idee, er is geen buurtgevoel. Het zijn anonieme mensen die komen met een koffer en die gaan met een koffer, die zetten het vuilnis buiten net wanneer de vuilnisman geweest is, want zij moeten het huis uit en zij moeten het schoon achterlaten. Dat soort dingen haalt de leefbaarheid onderuit.’ 

Bewoners zien de aanpassingen aan de behoeften van toeristen als een bedreiging voor de alledaagse functie van het centrum van de stad. Ze zijn bang dat de ‘geleefde stad’ verandert in een museum of schilderij dat alleen nog van een afstand wordt bewonderd ‘Het is een van de krachten van Amsterdam, dat het en een mooie stad is, maar gewoon een stad voor bewoners. En dat ook toeristen daar graag naar komen kijken en dat die nog zien dat het een, ja, een goede leefbare stad is. En niet verwordt tot een Brugge of een Venetië.’ 

FOTO: SCREENPUNK
Museum Amsterdam: het aantal toeristenwinkels met wafels, Nutella en kaas moet omlaag, aldus het nieuwe college. De Nutella-explosie is te danken aan het vergunningvrij maken van ijsverkoop zo'n tien jaar terug. Het merk Nutella is wereldwijd bekend, dus ook voor toeristen, en verkoopt als een trein. Maar waar zijn de gewone bakkers en slagers gebleven?

Vervreemding en vermijding 

De verhalen over het pretpark en het museum wijzen op een proces waarin de economische functie van het stadscentrum als plek van consumptie de overhand lijkt te krijgen, ten koste van de alledaagse sociale functie voor stadsbewoners. In de interviews klinkt een gevoel van verlies en onbehagen door over hoe de buurt verandert. Hoewel langzittende bewoners genieten van het uitzicht over de grachten, en zichzelf zien als verknochte Amsterdammers, voelen zij zich steeds minder thuis in hun woning. Zoals een van hen cynisch opmerkt: ‘De mooiste momenten zijn als het regent. Dan is er niemand op straat en kun je zien hoe mooi de stad eigenlijk is.’ 

Toch vinden veel bewoners dat drukte wel hoort bij wonen in het centrum. Sterker nog, die dynamiek van de stad is vaak een belangrijke reden geweest om in de grachtengordel te komen wonen, en tot op zekere hoogte waarderen de Amsterdammers het bizarre ‘straattheater’ dat aan hun huis voorbij trekt. Tegelijkertijd vinden ze dat de balans tussen de geleefde stad en toerisme zoek is. 

Met verschillende coping-strategieën proberen bewoners de gevolgen van toerisme voor hen persoonlijk te beperken. Zo hebben veel respondenten in de afgelopen jaren hun tijdruimtepatronen verlegd en dagelijkse routines zoals boodschappen doen aangepast om de grootste menigte te vermijden. Sommigen gaan op de drukste dagen van het jaar niet meer naar buiten en verblijven alleen nog aan de achterkant van hun woning, soms met dichte gordijnen, om het lawaai van buiten te verminderen. Op feest- en festivaldagen ontvluchten veel bewoners de stad helemaal. Ze gaan op bezoek bij familie of maken lange fietstochten. Degenen die het zich kunnen veroorloven, brengen een groot deel van de zomer door in vakantiehuisjes elders in Nederland of in het buitenland. Zij kiezen ervoor de buurt langere tijd te ontvluchten. Een deel van de bewoners overweegt zelfs te verhuizen. ‘Dat bootverkeer zou meer gehandhaafd moeten worden. Ook met die luide muziek. We hebben nog enorme mazzel dat we niet naast een cafe wonen. […] Ja, verhuizen is een serieuze wens van mij. We hebben een hartstikke mooi huis, maar het is heel ondiep en je hoort het lawaai in elke ruimte. Ik ben nu al heel vaak weg in het weekend, naar ons tuinhuisje, om rust te vinden. Blijkbaar pas ik niet zo goed meer in de binnenstad.’ 

Paradox 

Deze bevindingen leggen een paradox bloot in de wisselwerking tussen het pretpark en het museum. In reactie op de dagelijkse drukte en overlast van het pretpark onttrekken bewoners zich steeds meer aan de buurt en raakt het stadscentrum langzaamaan onthecht van het alledaagse leven. Onbedoeld dragen bewoners zo zelf bij aan de verdere uitholling van de grachtengordel tot museum. Tegelijkertijd ervaren bewoners een groot gevoel van machteloosheid tegenover de mondiale stroom van toeristen en de machtige reisindustrie. Dit is opmerkelijk als je bedenkt dat veel bewoners in de grachtengordel behoren tot de stedelijke middenklasse, die in de laatste decennia een bepalende rol heeft gespeeld in de ontwikkeling van de stad. Het toont aan dat er in de dynamiek tussen economische en culturele mondialisering – motoren voor de groei van toerisme – en lokale plaatsen sprake is van grote machtsverschillen. Het verklaart ook de roep van bewoners aan de gemeente – via een continue stroom van ingezonden brieven in Het Parool en protestacties als Amsterdam Uitgebrand en rolkofferdemonstraties – om het toerisme aan banden te leggen. Het nieuw aangetreden, linkse stadsbestuur wil stevige maatregelen nemen om toerismeoverlast, vakantieverhuur en verschraling van het winkelbestand te beperken. Voor de bewoners in de grachtengordel is dat een hoopvol perspectief.

 

BRONNEN

  • Colomb. C. & J. Novy 2016. Protest and Resistance in the Tourist City. London: Routledge/Taylor Francis. 
  • Nijman, J. 1999. Cultural globalizaton and the identity of place: the reconstruction of Amsterdam. Cultural Geographies 6: 146-164. 
  • Pinkster, F.M. & W.R. Boterman 2017. When the spell is broken: gentrification, urban tourism and privileged discontent in the Amsterdam Canal Belt. Cultural Geographies 24 (3): 457-472. 
  • Terhorst, P., J. van der Ven & L. Deben 2003. Amsterdam: It’s all-in the mix. L.M. Hoffman, S.S.Fainstein & D.R. Judd (Eds.). Cities and Visitors. Regulating People, Markets and City Space. Oxford: Blackwell Publishing.