Conferentie duurzaamheidsdidactiek: Hoopvolle toekomst

Docenten voelen zich soms machteloos in een wereld waar veranderingen niet altijd verbeteringen zijn en ontwikkelingen zelden echt tot duurzaamheid leiden. Een bevlogen groep lerarenopleiders wil handvatten bieden om het gesprek met leerlingen aan te gaan en wel resultaten te bereiken.
Als je ze vraagt hoe het er nu voorstaat met duurzaamheid in het (aardrijkskunde)onderwijs, maken Ingeborg Tiemessen (HvA) en Jelle Boeve-de Pauw (UU) meteen tijd voor een gesprek. Kort gezegd is hun antwoord: niet goed! Nederland bungelt onderaan in allerlei internationale rijtjes als het gaat om duurzaamheid. Het rapport Learning for Sustainability in Europe: Building Competences and Supporting Teachers and Schools uit 2024 toont een onthutsend beeld. Of het nu gaat om basis- of voortgezet onderwijs, nergens heeft duurzaamheid een eigen plek in het Nederlandse onderwijssysteem. En dus staan onze docenten er grotendeels alleen voor als ze leerlingen bewust willen maken van de duurzaamheidsgedachte. Daarom organiseren Ingeborg en Jelle samen met een groep gedreven onderzoekers en lerarenopleiders nu voor de tweede keer de Conferentie over duurzaamheidsdidactiek. Lessen voor een hoopvolle toekomst. Dit jaar vindt deze plaats op 11 april in Utrecht.
Netwerken
Op de conferentie zullen 250 docenten en leraren in opleiding ervaren dat ze niet alleen staan. Natuurlijk zijn er de key-note sprekers, die de laatste stand van de wetenschap toelichten en cabaretier Dolf Jansen zal de dag hoopgevend en met humor afsluiten. Maar het belangrijkste element vormt de interactie tussen de deelnemers.
De eerste duurzaamheidsconferentie vorig jaar toonde de organisatoren hoe dit zou kunnen werken. Bijna verlegen presenteerden docenten Laura de Hoog en Patricia van Lieshout (docenten aardrijkskunde en biologie) hun ervaringen met op duurzaamheid gericht onderwijs. Op hun vmbo-b/k-school in Veghel laten ze leerlingen zien dat duurzaamheid in onze voedselproductie enkel mogelijk is als we daarin samen optrekken met de boeren. De Hoog en Van Lieshout inspireren hun leerlingen onder meer door een Natuurbeleefweek te organiseren en het project Toekomstboeren, met excursies naar biologische boeren in de omgeving van de school. Hun aanvankelijke schroom tijdens de conferentie bleek ongegrond. Met hun presentatie oogstten ze groot succes en werden algauw het middelpunt van geïnteresseerde gelijkgestemden docenten.

Connecties
Terwijl de eerste duurzaamheidsconferentie vooral groepssessies bevatte, draait het op 11 april om connecties. Dat wil niet alleen zeggen dat de docenten onderling contact hebben tijdens de lunchpauze, maar ook via speeddaten. Deze ‘connectiecarrousel’, zoals de organisatoren het noemen, is dé plek om elkaar te ontmoeten en onderling ervaringen uit te wisselen. In de carrousel zitten ook onderzoekers die graag luisteren naar docenten en hen ook wat te vertellen hebben. Onderzoek ontmoet onderwijs. Dat is in twee richtingen verrijkend. Docenten zullen ook ondervinden dat ze er met hun vragen en onzekerheden niet alleen voor staan. En ze krijgen een platform aangeboden om hun best practices uit te dragen.
Er is veel energie en gedrevenheid, maar veel docenten weten niet zo goed hoe ze onderwijs over duurzaamheid moeten aanpakken. Het is ook moeilijk! De grote vraag is: hoe vind je in je onderwijs een balans tussen probleembesef en een hoopvol toekomstperspectief? Het gaat erom in ons onderwijs de ernst van de zaak duidelijk te maken maar de leerlingen niet verlammen met doemscenario’s. Je wilt de leerlingen juist laten inzien dat handelingen van nu de toekomst positief kunnen beïnvloeden. De conferentie wil daaraan bijdragen. En docenten kunnen elkaar hierbij inspireren.
Helpdesk
Het is de bedoeling dat ook deze gemeenschap er niet alleen voorstaat. Dat kan bijvoorbeeld door een helpdesk in te richten en zo het netwerk in stand te houden. De jaarlijkse conferentie transformeert zo in een beweging, in continuïteit. Zo zal het effect meer dan een oplichtend vlammetje zijn. Via de helpdesk gaat een pool van onderzoekers en opleiders gericht helpen om de vragen die bij docenten leven, beantwoord te krijgen. Dit kan voorkomen dat een groep die enthousiast gestart is, vastloopt. Het is namelijk best lastig om groepen docenten voor langere tijd enthousiast te houden. Er is bestendigheid nodig, het echte werk moet dag in dat uit in de klas gedaan worden. De meeste docenten willen bijdragen aan een betere toekomst en sommigen zijn zelfs iets activistisch. De bewustwording onder leerlingen verhogen is dan een eerste stap. Maar de volgende, leerlingen actief betrekken bij de toekomst van de wereld, is lastig. Nogmaals, laten we leren van elkaars successen en mislukkingen.
Alle docenten
Aardrijkskunde en biologie zijn voor de hand liggende vakken als het over duurzaamheid gaat. Maar docenten van álle vakken en niveaus binnen het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs zijn welkom op de conferentie. Duurzaamheid beperkt zich niet tot een enkel vak. Het merendeel van de deelnemers is afkomstig uit vakken binnen mens en maatschappij en de bètavakken. De conferentie trekt ook docenten in talen, wat een bredere, vakoverstijgende benadering op school mogelijk maakt. Bijvoorbeeld door aandacht voor duurzaamheid te combineren met een buitenlandse excursie vanuit een taalvak.
Het programma omvat naast de lezingen, speeddates en inspiratiesessies (elf inhoudelijke pitches over succesverhalen in de duurzaamheidsdidactiek) ook maak- en werksessies. Daar gaan deelnemers actief aan de slag met duurzaamheidsdidactiek. Tot slot sluit vegetariër, marathonloper en cabaretier Dolf Jansen de dag af: serieus lachen!