Cordillera Bética: Een vreemd gezicht in Zuid-Spanje

11 november 2022
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2022
geologie
Kennis
FOTO: PXHERE
Antequera met op de achtergrond de Montaña del Indio.

Het rommelt voortdurend in en rond de Middellandse Zee. Bijna elke week vindt er in Turkije of Griekenland wel een lichte aardbeving plaats en ook Italië wordt frequent getroffen. Daarnaast roeren vulkanen als de Stromboli en Etna zich regelmatig. In Spanje valt dat reuze mee. Toch vind je daar in het zuiden ook sporen van het onrustige Middellandse Zeegebied.

Nog steeds botst Afrika over de hele noordrand tegen Europa. Daartussen resten nog slechts enkele kleine oceanische bekkens in de Middellandse Zee. Door deze botsing is de Alpiene keten ontstaan, die zich door Zuid- en Centraal Europa slingert en de Middellandse Zee zelfs oversteekt naar Noord-Afrika.

De keten is op de kaart goed te volgen (figuur 1). Hij begint met de Balearen, volgt de Sierra Nevada in Zuid-Spanje, steekt de Straat van Gibraltar over, loopt door in de Noord-Afrikaanse Atlas, steekt via Sicilië over naar de Apennijnen, die overgaan in de Alpenboog met de Mont Blanc als hoogste top. In oostelijke richting daalt de keten af naar het Bekken van Wenen en verheft zich weer in de Karpaten, de Transsylvanische Alpen en de Balkan. Al deze gebergtebogen zijn ontstaan door microplaten die gemangeld worden tussen de grote Euraziatische plaat en de nog grotere Afrikaanse plaat.

BEELD: BAREND KÖBBEN/GEOGRAFIE

De Straat van Gibraltar is door dit proces enkele miljoenen jaren gesloten geweest. Aangezien in het gebied van de Middellandse Zee de verdamping de toevoer van water overtreft, is de zee toen opgedroogd. Daarbij zijn dikke lagen zout en gips op de voormalige zeebodem neergeslagen (zie ook Cyprus, Geografie oktober). Ze liggen in de oude oceaanbekkens, maar zijn ook langs sommige kusten te vinden. Toen de Straat van Gibraltar enkele miljoenen jaren terug weer openging, moet dat een enorme waterval hebben gegeven.

Iberia

De Cordillera Bética is een verzamelnaam voor gebergtes in het zuiden van Spanje en het noorden van Marokko. De Cordillera maakt deel uit van de Alpiene bergketen die zich door Zuid- en Midden-Europa slingert. Hij ligt op een voormalige microplaat, Iberia, die aanvankelijk aan de grote plaat Laurasia vastzat, maar tijdens de Trias-periode losraakte en tegen de klok in bewoog. Aan de oostzijde zat een langwerpig uitsteeksel, dat tussen de noordwaarts driftende Adriatische microplaat en Europa beklemd raakte en een rol ging spelen binnen de Alpiene gebergtevorming. Het noordwesten van Iberia zat aanvankelijk vast aan het huidige Bretagne, maar raakte daarvan los toen de draaiende beweging begon. Aldus opende zich de tegenwoordige Golf van Biskaje.

Het noordwaarts driftende Afrika botste tegen de zuidzijde van Iberia, waardoor in Andalucía een plooiingsgebergte, de Cordillera Bética, ontstond, ongeveer gelijktijdig met de Alpiene gebergtevorming (orogenese). De Cordillera is kleiner dan de Alpen en eenvoudiger opgebouwd. Maar net als in de Alpen zijn er door plooiing drie samengestelde dekbladen ontstaan, die vanwege de druk uit het zuiden noordwaarts zijn geschoven. Van boven naar beneden zijn dat het Malaga Beticum, het Alpujarride dekblad en het Subbeticum, waar eerder gevormd Nevada kristallijn overheen geschoven is. Aan de noordrand van de Cordillera Bética ligt het Prebeticum, een Flyschzone van opeenvolgende afzettingsgesteenten, die in een vroeg stadium door afbraak van het jonge gebergte in zee zijn beland. Ten noorden van het Prebiticum ligt het dalingsgebied van Guadalquivir en nog noordelijker een ouder gebergte, de Sierra Morena (figuur 2).

BEELD: BAREND KÖBBEN/GEOGRAFIE

Van zuid naar noord bestaat het gebied tussen Middellandse Zee en de Spaanse Meseta uit langgerekte, oost-west verlopende stroken die in grote lijnen uit dezelfde gesteentesoorten bestaan. Dat is een belangrijk kenmerk van plooiingsgebergten.

Net als in de Alpen zijn in de Cordillera Bética de toppen van het bovenste dekblad door de grote en langdurige druk uit het zuiden traag over de kern van het gebergte heen geschoven en aan de noordkant van het nieuw ontstane plooiingsgebergte beland. Doordat ze nu feitelijk aan de zuidrand van de slenk liggen, die al eerder ten noorden van de Cordillera gevormd was, zijn deze bescheiden bergtoppen nu als het ware de voorboden van de Sierra Nevada, het grote bergmassief verderop in het zuiden, dat zich voortzet tot aan de steile Middellandse Zeekust van de Costa del Sol.

De kleine, gekantelde toppen bevinden zich direct ten noordoosten van Antequera, een stadje ten noorden van het grote Malaga. Aan de noordkant van Antequera heb je een prachtig uitzicht op de heuvels van de lager liggende Depresión Bética, de slenk die tussen de Cordilla Bética en de Spaanse Hoogvlakte ligt. Aan de noordoostkant kijk je uit op de drie bergtopjes van het bovenste dekblad, El Peñon de los Enamorados (zie kader), die tot 874 m boven zeeniveau reiken. Ze zijn vanuit het zuiden schuin naar het noorden omhoog gebogen. Dat is schitterend zichtbaar aan de uit drie gesteentelagen bestaande kalkstenen topjes. Vanuit het zuiden helt de kalksteen eerst naar beneden, vervolgens lopen de lagen horizontaal en buigen daarna naar het noorden omhoog. Op het laagste punt tussen El Peñon de los Enamorados in het noorden en de Cordillera Bética in het zuiden, waar de lagen horizontaal lopen, ligt een autoweg waardoor de geologische structuur hier goed te volgen en te interpreteren is. De structuur hier is bijna subtiel tegenover het grote gebergte van de Cordillera. De toppen zijn zo markant dat ze tot Unesco-werelderfgoed zijn verklaard, mede dankzij de ontdekking van rotstekeningen uit het Neolithicum aan de noordzijde ervan.

Tweede naam: Montaña del Indio

De officiële naam ‘El Piñon de los Enamorados’  (de rots van de geliefden) komt van een legende over een Moors meisje dat verliefd werd op een christelijke slaaf. Samen stortten ze zich van deze hoge rots toen ze achtervolgd werden door Moorse soldaten, nadat zij hem uit de gevangenis had bevrijd. Een andere benaming voor deze rots is ‘Montaña del Indio’, omdat je er horizontaal het gezicht van een ‘indiaan’ (native American) in kunt zien.