De EP campagne

15 mei 2019
Auteurs:
Virginie Mamadouh
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Herman van der Wusten
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Europese kwestie
verkiezingen
Europees Parlement
Kennis
FOTO: EUROPEAN PARLIANMENT/FLICKR
Live debat op 15 mei

De aanloop naar de beslissing over de samenstelling van het nieuwe Europese Parlement is vrijwel genomen maar in de laatste dagen kan nog een en ander gebeuren. Hieronder doen wij verslag van de gang van zaken tot de laatste campagneweek.

 

In campagnetijd wordt alles op alles gezet om een eindstreep te bereiken. Bij die eindstreep ligt een doel te wachten. In een verkiezingscampagne zijn zetels het doel met het oog op volgende politieke beslissingen. Een korte periode van verhevigde inspanning naar een gezamenlijk doel is het kenmerk van een campagne. Maar bij een verkiezing zijn verscheidene partijen daarmee tegelijk bezig, ieder met het oog op zoveel mogelijk eigen zetels. Het hele schouwspel noemen we meestal een campagne. Dat is begrijpelijk want er gelden gemeenschappelijke regels en er zijn soms gezamenlijke manifestaties (collectieve reclameborden) en gebeurtenissen waarin men elkaar treft (debatten). Maar in campagnetijd zijn ook een aantal aparte campagnes aan de gang.

Zetels, actoren, scripts

Voor het nu aantredende parlement was het afgesproken zetelaantal 705, maar op het laatste moment doet het Verenigd Koninkrijk toch weer aan de campagne mee en wordt gestreden om 751 zetels. De feitelijke verkiezing vindt plaats in de periode 23-26 mei in 28 afzonderlijke evenementen van elk een dag in alle lidstaten. Er gelden uiteenlopende kiesstelsels, verschillende drempels om zetels te verwerven en verschillende aantallen kiezers zijn nodig voor een zetel boven de kiesdrempel. Een en ander hangt samen met de electorale geschiedenis van de lidstaten en de verdeling van de zetelaantallen (bovenmatig voor kleine staten en te weinig voor de grote).

Kiezers brengen hun stem uit op basis van een voor ieder zelf samengesteld mengsel van voorkeuren voor een persoon, een politiek verbond en een beleid. In februari 2019 bleken kiezers nog vaag over hun opkomstplannen en in verwarring over wat zij in het bijzonder van de EU verwachtten. Het aanbod waaruit kan worden gekozen, wordt grotendeels bepaald door op nationaal niveau functionerende partijen met in het algemeen zwakke overkoepeling in Europese partijen. Hun politici werken soms langer, soms korter samen in parlementaire fracties met medestanders om zo meer gewicht in de schaal te leggen. Er worden ook dit keer weer pogingen gedaan om echt transnationale partijen en daaruit voortkomende fracties samen te stellen. Ze leggen nog weinig gewicht in de schaal. Partijvorming op Europees niveau en fractievorming in het Europees Parlement worden bevorderd door EU-financiering en regels. Fractievorming is zo op deze manier gebaseerd op drempels van 25 parlementsleden uit zeven landen. Van oudsher opereren ook wat parlementsleden als eenlingen of minieme groepjes een enkele keer met een opvallende specialiteit maar vaak zonder sporen na te laten. Wel kan de zo opgedane ervaring later nog nuttig van pas komen in het vervolg van een politieke loopbaan (denk aan Farage en Salvini). Het Parlement wordt in de praktijk gevuld met een gevarieerde verzameling van actoren.

Thema's

De voornaamste thema’s waar de verkiezingen om draaien, zijn zichtbaar in wat uit de opiniepeilingen naar voren komt en wat uit verschillende kampen programmatisch naar voren wordt gebracht. Elk thema wordt daarbij uiteraard van verschillende kanten op eigen wijze ingekleurd, verschillende scripts doen de ronde. In een peiling rond de jaarwisseling over de grootste aandachtspunten met betrekking tot de EU kregen uit tien mogelijkheden internationale migratie, groei in de economie en klimaatverandering de grootste aandacht in de meeste landen. Daarbij valt aan te tekenen dat bij migratie niet meer uitsluitend aan de inkomende stroom wordt gedacht, maar in sommige gevallen evenzeer aan de uitstroom. Bij de oriëntatie op de economie hoort ook nogal eens bezorgdheid over de sociale kant die tot uiting komt in aandacht voor jeugdwerkloosheid en sociale bescherming. De aandacht voor internationale migratie wordt ook nogal eens vergezeld door bezorgdheid voor terrorisme, maar we weten niet precies uit welke hoek dat gevaar verwacht wordt. Het gaat niet noodzakelijk alleen om ingekomen migranten. Uit ander onderzoek is bekend dat ook opkomend ‘autochtoon’ nationalisme wordt gevreesd. Tenslotte blijken in deze verkenning onderwerpen die politiek als urgent worden opgeworpen zoals het politiek-bestuurlijk functioneren van de EU, de fysieke controle over de buitengrens van de EU en de fysieke dreigingen die daar opdoemen, nauwelijks als zodanig benoemd te worden in de publieke opinie. Niettemin komen ze in discussies en beleidsvoornemens natuurlijk steeds weer naar voren.

In de loop van de campagne kwamen een paar hoofdverhalen steeds weer naar voren: zij draaien om de lotgevallen van een aantal hoofdrolspelers rond een leidend idee waarmee ze de samenstelling van het nieuwe Parlement naar hun hand hopen te zetten. Deze pogingen tot verschillende mises-en-scène van het hele parlement verliepen vrijwel los van elkaar en richten zich elk op een bepaald deel van het hele toneel. Binnen elk worden eigen campagnes opgevoerd. Wij richten ons achtereenvolgens op het leidende idee van de Spitzenkandidaat en de post-eurosceptische fractie. Daarnaast zijn er nog de pan-europese renaissance vanuit Frankrijk en de verloren zonen en dochters uit Groot-Brittannië, maar daar moeten we nu aan voorbij gaan.

De Spitzenkandidaat

Het Spitzenkandidaat-idee kreeg in 2014 handen en voeten nadat verschillende Europese partijen een afspraak hadden gemaakt dat zij gezamenlijk een enkele kandidaat voor het voorzitterschap van de Commissie namens het Parlement zouden voordragen en dat dit de kandidaat zou zijn van de partij die als grootste uit de verkiezingen zou komen. Van meet af aan bestond in de Europese Raad weerstand tegen dit idee. De Raad is verantwoordelijk voor de benoeming van een voorzitter (die door het Parlement moet worden goedgekeurd) en wil haar bewegingsruimte niet te ver ingeperkt zien. Ook waren diverse nationale partijleiders - niet zelden ook regeringsleiders - gekant tegen meer zichtbaarheid en gezag in de richting van het Europees Parlement. De EVP werd de winnaar en Jean Claude Juncker werd daarop de voorzitter van de Commissie. Hij stond weliswaar niet op een lijst voor het Parlement maar was ruim van te voren als kandidaat-voorzitter van de commissie door zijn partij aangewezen.

De in 2014-2019 vertegenwoordigde Europese partijen hebben zich nu opnieuw in meerderheid verenigd op dezelfde procedure. Om het idee te realiseren hebben zij opnieuw een meerderheid in het Parlement nodig. Omdat de overmacht van de EVP kleiner wordt en het parlement meer gefragmenteerd zal coalitievorming belangrijker worden, vandaar de verschuiving in de spelregels. Een coalitie achter een centrumlinkse of een centrumrechtse kandidaat is nu denkbaar. Tegelijkertijd is de weerstand in de Raad groter dan ooit – met name krachtig vertolkt door de Franse president Macron.

Voor de huidige campagne traden uiteindelijk de volgende kandidaten aan. Met uitzondering van de vakbondsman Cué en de leden van de Commissie (Timmermans en Verstager) zijn allen Europees parlementslid.

Opvallend is de afwezigheid van ALDE (de Liberale Partij). Men stelde daar een team van niet minder dan zeven kandidaten samen voor de spoedig te vervullen EU-topjobs zonder specificatie van wat voor wie. Dat werkte duidelijk niet in de richting van betere leesbaarheid van het politieke proces voor de buitenwereld. Wellicht had het te maken met de besprekingen rond de samenwerking tussen ALDE en de partij van Macron.

Verder is er sprake van vrijwel afwezigheid van Spitzenkandidaten uit de hoek van de eurosceptische partijen. Zij werden alleen vertegenwoordigd door Jan Zahradil. Zijn partij is op het moment in onzekerheid vanwege het op handen zijnde en nu weer onzekere vertrek van de Britse Conservatieven die hier een grote inbreng hadden. Volgens sommige waarnemers had Matteo Salvini, groot gangmaker van de tweede verhaallijn hier en daar laten weten dat hij ook wel oren naar de rol had, maar er werd op dat punt verder niets meer van hem vernomen.

Er waren tenslotte nog enkele randgevallen van partijen die zich ook in een verhoopt publicitair zonnetje hoopten te scharen met het Spitzenlabel. Zo was daar Orion Junqueras van de Europese Vrije Alliantie die in zich momenteel in Spaanse gevangenschap bevindt vanwege zich rol in de Catalaanse referendumkwestie. De partij is partner in de fractie van de Groenen, maar daar was al een duo actief. En er was ook nog Yanis Varoufakis namens DiEM25 die nog zetels in het EP moet verwerven en nog enkele anderen. Zij speelden als zodanig geen rol in het Spitzen-collectief.

Een belangrijk instrument waarmee de onderlinge wedijver tussen de Spitzenkandidaten in beeld kan worden gebracht, is het openbare debat in de media. Zichtbaarheid is moeizaam te realiseren bij gebrek aan Europese media. Er vonden uiteindelijk zes van zulke debatten plaats allemaal minstens in de buurt van prime time (althans voor de lidstaten met Brussels/Berlijnse of Londense tijd). Livestreams werden op nogal wat plaatsen collectief bekeken, maar voornamelijk waren ze voor een publiek in huiskamers al of niet op het tijdstip van uitzending. Taalverschillen bleven een grote barrière, al was er op verschillende manieren nogal wat moeite gedaan om daaraan tegemoet te komen. Het vroege debat in Straatsburg en de beide debatten voor de grote Duitse zenders en die in Oostenrijk beperkten zich tot de beide voornaamste Spitzenkandidaten en was in het Duitstalige gebied ook een Duitstalige aangelegenheid. Bij de aankondiging voor het Duitse politiek werd ook bij herhaling gerefereerd aan de Duitse praktijk met dezelfde benaming van de kandidaten. Bij de andere debatten waren er meer kandidaten en was er en meer aandacht voor de taalverscheidenheid. De debatten werden uitvoerig becommentarieerd in de internationale media, maar ze leidden niet tot gepassioneerde verdere debatten. Van het totale directe bereik via alle kanalen zijn nog geen schattingen bekend geworden. Hoe dan ook vonden deze debatten plaats te midden van een groot aantal debatten tussen nationale lijsttrekkers en andere politici bijna steeds binnen nationale kaders op alle mogelijke plaatsen. 

Debatten werden uitvoerig becommentarieerd in de internationale media, maar leidden niet tot gepassioneerde verdere debatten

Het verslag van de tv-uitzending uit Keulen verscheen in een grote Duitse krant (FAZ) onder de titel Tv-duel der onbekenden. Een belangrijk deel van de activiteiten van de Spitzenkandidaten was er op gericht meer bekendheid bij het Europese publiek te verwerven. Weber ging al vroeg op een tournee om te luisteren, die minstens ook grotere eigen bekendheid ten doel had. Over zijn eigen campagne en die van Timmermans kon wat materiaal worden verzamelden die een indruk van het geheel geeft. Weber legde in ongeveer een half jaar zo’n veertig - vanuit het centrale hoofdkantoor van de EVP geregisseerde en aan het begin van de periode bepaalde - bezoeken af die vooral via de hoofdsteden het grootste deel van de EU besloegen. Hij miste alleen Estland, Finland, Kroatië en Bulgarije. Opvallend is ook hoe zeer hij slechts langs Frankrijk scheerde. Uit de weergaven van zijn activiteiten als Spitzenkandidaat vooral in beeldmateriaal op de PES website valt op te maken dat Timmermans een veel geringer aantal bezoeken bracht (maar het vermoeden is dat de lijst niet volledig is) en dat hij vooral op plaatselijke uitnodigingen reageerde. Er is elders (NRC) ook een gerapporteerd geval waar hij zich plaatselijk ophield niet met de lokale PES kandidaat maar met een andere bondgenoot. Hij gaf in de laatste weken te kennen dat hij zich nu in het bijzonder op de nationale arena ging concentreren. Timmermans was aan de andere kant sterk voorbereid en dominant aanwezig bij de debatten. Weber ontbrak zelfs bij een ervan helemaal maar dat kwam dan ook vanwege een lang te voren aangegane verplichting in zijn eigen thuisbasis Beieren.

De Spitzenkandidaatverhaallijn kan op nogal wat steun rekenen, maar er is ook duchtige tegenstand. Dat geldt zowel in als buiten het Parlement. Onder de kandidaten zelf laat Weber zich continu zonder terughouding horen als een warme voorstander van het idee. Ook Timmermans geeft bij herhaling te kennen dat het doorzetten van de in 2014 voor het eerst in praktijk gerealiseerde krachtige positie van het Parlement noodzakelijk is voor haar verdere ontwikkeling. Maar hij speculeert bij gelegenheid ook wel over andere opties voor het geval dat. En dat geval lijkt niet heel ver uit de buurt te liggen. Enkele andere kandidaten belichten de verdere gang van zaken van nog wat andere kanten. Zahradil vindt niet dat de komende Commissievoorzitter noodzakelijk een van de Spitzenkandaten zou moeten zijn. De Europese Raad heeft het recht op een andere keuze, benadrukt hij. Eickhout ziet zijn duo-kandidatuur voor de Groenen als een buitenkans om verder te groeien in het Parlement. Hij hoopt dat de Groenen het brengen tot de derde grootste fractie. Dat zou de weg naar een positie als lid van de Commissie kunnen openen. Hij zou voelen voor de Energie-portefeuille.

De vraag hoever de Spitzenkandidaten het dit keer gaan brengen, wordt na de verkiezingsuitslag snel opgeschoven richting Europese Raad. Voor 28 mei heeft Donald Turk een vergadering bijeengeroepen. Maar daar zal het niet bij blijven. Het Parlement zal zich naar alle waarschijnlijkheid meerstemmig laten horen en gelden. En er staan nog alternatieve kandidaten voor het ambt van
Commissievoorzitter heel of half in de coulissen.

De post-eurosceptische fractie

In alle lidstaten staat de Europese samenwerking ter discussie. Het verzet werd zichtbaar vanaf het moment dat het Europees Parlement direct gekozen werd. Jean-Marie Le Pen zat er al vanaf 1984 als resultaat van de tweede verkiezing. Het eurosceptisch geluid is daarna sterker geworden. Vooral na de oprichting van de Europese Unie met het Verdrag van Maastricht (1992). In het parlement van 2014 kwam een aantal fracties van eurosceptische aard tot stand zowel aan de rechter als aan de linkerkant van de halvemaanvormige zittingszaal. Aan de rechterkant waar scepsis en verzet het sterkst vertegenwoordigd zijn, betrof het ECR (met enige aarzeling om er voluit voor te gaan), EFDD en ENF in totaal 154 van de 751 zetels. Al die fracties varen onder vlaggen als populistisch, anti-parlementair, rechtsradicaal, nationalistisch, nativistisch, islamofoob, anti-migrant et cetera en ze keren zich allen tegen de EU en de instituties die daar met name model voor staan in de huidige vorm.

Eind 2016 triomfeerde Trump in de Amerikaanse verkiezingen en daarvoor was het Brexit referendum in het Verenigd Koninkrijk in een overwinning voor de Leavers geëindigd. Begin 2017 werd een eurosceptische tsunami in de hele EU aangekondigd en de gehele ontmanteling van de EU leek een kwestie van tijd. Zover kwam het niet. Maar ook nadien bleven eurosceptisch gelabelde nationale partijen al of niet uit een van de drie Europese fracties vooruitgang boeken. Ook tijdens de campagneperiode groeiden zulke partijen in nationale verkiezingen, al waren ze niet de enige of zelfs maar de belangrijkste groeiers: Estse Conservatieve Volkspartij, Ware Finnen, Zweedse Democraten, Forum voor Democratie in Nederland, het nieuw gestichte Harde Koers in Denemarken (nog weer een graad ergere islamofobie: massale deportatie) en Vox in Spanje, al richtte men daar vanuit rechts-radicaal gezichtspunt de sceptische pijlen minder op de EU dan op de Spaanse staat en bleef de intree in Spaanse Parlement wat achter bij de hoge verwachtingen.

Ondertussen bleek de feitelijke uittreding van het VK uit de EU niet geheel van een leien dakje te gaan. Al dan niet daardoor sloeg in het algemeen de stemming rond de EU minstens voor het moment om waardoor het Leavers-perspectief elders een minder wenkend perspectief leek te bieden. Het kwam er nu op aan de krachten te bundelen in een nieuwe zo groot mogelijke post-eurosceptische formatie die gezamenlijk de organisatie van de EU radicaal naar eigen hand zou zetten. Zelf lieten eurosceptici dat post liever weg, maar de feitelijke verandering in perspectief was er niet minder om.

Gedurende de campagneperiode was er voor veel eurosceptische nationale partijen veel ruimte en aandrift om in de Europese politiek in bondgenootschappelijke posities te bewegen vanwege gewijzigde politieke buitenomstandigheden. De ECR verwachtte wegens spoedig Brexit de Britse Conservatieven te verliezen. Zij waren zo’n 10 jaar eerder de voornaamste initiatiefnemers tot het bondgenootschap geweest. In de EFDD was de situatie vergelijkbaar vanwege de vergelijkbare positie daar van UKIP onder Farage. Houtsnijdende nieuwe initiatieven of bewegingen in hun richting mocht je verwachten van de voornaamste achterblijvende bondgenoten, respectievelijk de Poolse PiS en de Italiaanse M5S. Voor het overige was dergelijke activiteit te verwachten van de Duitse AfD, versnipperd geraakt door herhaalde afsplitsing in verscheidene kampen binnen het Europese Parlement; en van Orban’s Fidesz in Hongarije, voortdurend in eigen land verantwoordelijk voor overtreding van Europese regels en in twisten verwikkeld met de rest van de EVP-fractie wegens vergaande euroscepsis.

De campagne van afzonderlijke eurosceptische nationale partijen stond daarom voor een belangrijk deel in het teken van de pogingen van nationale leiders om nieuwe bondgenootschappen in eigen Europese kring te smeden. Veel daarvan bleef ongetwijfeld buiten zicht. Wel kwam individuele bezoeken van nationale leidersfiguren aan elkaar in beeld met handdruk en verzekering van goede sfeer. Zo bezocht Salvini van Lega Nord al in januari de Poolse leider van PiS in Warschau, begin april ging hij bij Marine Le Pen op visite in Parijs en bij Tomio Okamura (met zijn SPD dat hier echter staat voor Vrijheid en Directe Democratie) in Praag en Orban confereerde enkele malen met zijn Poolse potentiële bondgenoot en ontving in mei Strache van de Oostenrijkse FPO. Ook kwamen enkele gearrangeerde grotere bijeenkomsten naar buiten. Een van de nationale eurosceptische partijen ontving daar de leiders van bevriende partijen feestelijk op een podium in een demonstratieve bijeenkomst in een grote zaal met vlagvertoon. De samenstelling van de groep op het podium gaf wellicht enige aanwijzing voor de bondgenootschappen die beoogd werden, maar zij konden niet altijd op deze manier gelezen worden. Korte speeches met aanduidingen van samenwerking en richting bepalende slogans, handen schudden, wellicht samenzang, en bijvoorbeeld het openbaar maken van het verkiezingsmanifest van de uitnodigende partij. Geen discussie, geen buitenmanifestatie, filmpjes van het gebeurde op het Internet. Zo’n bijeenkomst was er op 25 april in Praag van de net genoemde Okamura waarbij Le Pen en Wilders optraden bij de presentatie van zijn verkiezingsmanifest.

Marine Le Pen’s hernoemde en gereformatteerde nationale eurosceptische partij (nu Rassemblement National) heeft zich na de desastreus afgelopen presidentscampagne ook in Europees perspectief omgetoverd. Euroscepsis die uit moest lopen op Frexit, werd nu hervormd tot een programma waarin de Europese samenwerking van vrije naties op eigensoortige gezamenlijke benen zou moeten blijven staan. De in het Europese Parlement al lang nagestreefde samenwerking die uitmondde in de ENF na de verkiezingen van 2014 moest nu in iets groters worden omgezet met een eigen programma. Dat resulteerde tenslotte in Pour une Europe des Nations. Manifeste pour une ‘Alliance Européenne des Nations’, 76 bladzijden lang, vrij gedetailleerd uitgewerkt en mooi opgemaakt: de meest serieuze poging die in deze richting tot nu toe gedaan is. Het wordt ter gelegenheid van deze Europese verkiezing uit naam van RN daarnaast nog vergezeld van een kortere brochure: Projet – élections européennes 2019, die loopt onder de titel Pour une Europe des Nations et des Peuples. Let op het kleine verschil in aanduiding.

De meest centrale architect van de post-eurosceptische eenheid in deze campagne lijkt echter de Italiaanse leider van Lega Matteo Salvini. Hij is al jong beroepspoliticus geworden, actief op alle niveaus van de Italiaanse politiek en in het Europese Parlement, aanvankelijk in de Lega Nord dat hij tenslotte eigenhandig tot Lega voor heel Italië omvormde. De Lega werd de afgelopen jaren de veruit grootste kracht binnen het rechtse blok in de Italiaanse politiek ten koste van Berlusconi en anderen uit die richting. Sinds 2018 is hij als vicepremier de hoofdpersoon in een wankele coalitie met de M5S, een eveneens populistisch getinte partij die zich buiten de linker- en rechterblokken van de Italiaanse politiek staande probeert te houden. Salvini probeert nu op alle mogelijke manieren een post-eurosceptisch blok onder eigen leiding tot stand te brengen. Hij kent uit zijn Europese verleden spelers als Farage en Marine Le Pen met wie hij tijdelijke Europese bondgenootschappen heeft onderhouden. Hij breidt zijn kring steeds verder uit. Hoever hij het uiteindelijk gaat brengen blijft voor het moment onduidelijk. De gordijnen voor de nieuwe fracties zullen pas na de verkiezingen echt geopend worden.

Op 8 april deed Salvini zijn eerste poging om een eigen post-eurosceptisch blok tot leven te brengen. Pas enkele dagen van te voren werd de pers ingelicht over een belangrijk evenement in Milaan onder het motto ‘Naar een Europa van het gezonde verstand: de volken komen in beweging’. Op de dag zelf verscheen Salvini in gezelschap van leiders van de AfD uit Duitsland, de Deense Volkspartij en een partijkandidaat van de Ware Finnen in de aanstaande nationale verkiezing. De oprichting van een Europese Alliantie van Volken en Staten met Salvini als leider werd aangekondigd. Later vertelde de Deense afgevaardigde aan de pers dat het nog komende manifest drie punten zou benadrukken: een ‘Australisch’ migratiebeleid, het tegenhouden van migranten aan de buitengrenzen, bescherming van Europa’s culturele identiteit. Later in de campagne vatte Salvini zelf een belangrijk deel van het programma samen in de leuze: ‘Stem voor nationalisten om een Europees kalifaat te stoppen’. Al met al was de Alliantie op 8 april nog weinig veelbelovend. De Deense afgevaardigde duidde daar nog een verder weinig uitgesproken reden voor aan. De Duitsers en Italianen, twee grote partijen, treden hier samen op. Gezien vanuit Warschau en Parijs voelt dat niet comfortabel. Hij hoopte dat het evenement van heden hen er toch toe zou brengen hierbij aan te sluiten. Voor 18 mei vlak voor de verkiezingen is in Milaan een nieuwe bijeenkomst aangekondigd. Mogelijk worden dan nieuwe stappen aangekondigd en anders is het wachten op het volgende bedrijf na de verkiezingsuitslag.

De ambities van Salvini werden ondertussen nog wel wat verder onthuld op 2 mei toen hij een zeer openbaar bezoek bracht aan Orbán in Boedapest. Hier waren zowel partij- als regeringsleiders aan het werk. Er werd onder andere afgetast hoe men tot gezamenlijke Europese machtsvorming zou kunnen komen. Wat er dan verwachten kon worden, werd uitgestraald. Met schrijvende journalisten en filmers (plus een eigen videofilmpje van Salvini achteraf) bracht men per helikopter een bezoek aan de Hongaars-Servische grens met hoge hekken, een verharde weg erachter, wachttorens (Salvini mocht er een beklimmen) en bewakingseenheden voorzien van een hond met muilkorf (die Salvini voorzichtig mocht aaien). Men riep de EVP op om met de echte nationalisten (de eurosceptici) in plaats van met de ‘linksen’ te gaan samenwerken. Ook zo’n oproep was ook al te horen van Berlusconi, Salvini’s bondgenoot in het rechtse blok in Italië. Spitzenkandidaat Weber beweerde daarop stellig dat daar (met of zonder Orbán in zijn eigen gelederen) geen sprake van kon zijn. Een en ander bracht een verdere splitsing tussen Orban en de EVP tot stand, die zo te zien nu definitief tot Orbán’s definitieve afscheid daar moet leiden. Na de verkiezingen of toch nog ervoor op Salvini’s nieuwe evenement in Milaan?

 Naar de uitslag

In de laatste dagen van de campagne, vlak voordat de stembussen open gaan, is er nog volop activiteit. Die betreft wellicht minder de kiezers dan de politici die zich een weg banen richting nieuwe bondgenootschappen. De allergrootste nieuwe ontwikkeling lijkt de al lang verwachte volledige lijst van Macron’s Renaissance voorzien van een pan-europees tintje maar ook de aankondiging dat eventueel verkozen kandidaten van diverse herkomst uit Frankrijk en elders zich opmaken om zich er na de verkiezingen ook mee te verbinden. Er is in dat verband ook sprake van dat de ALDE-fractie in zijn huidige vorm niet zal terugkeren maar zich in een bondgenootschap met de Renaissance-lijst in een nieuwe fractie zal verbinden. Hoe een en ander precies zijn beslag moet gaan krijgen is nog allerminst duidelijk, maar op zaterdag 11 mei was men in Straatsburg feestelijk bijeen om eerste trekken van een nieuwe verhaallijn te schetsen. Wordt zeker vervolgd.

Verder is de wederopstanding van Farage als radicale stokebrand op de campaign trail in het Verenigd Koninkrijk weer voluit aan de gang met consequenties in de Britse politiek en in het Europese Parlement. In geval van een veel langer verblijf van het VK in de EU zullen hij en zijn nieuwe club afgevaardigden voor een groter eurosceptisch zeteltal zorgen maar eveneens voor een nieuwe kern waaromheen een eurosceptische fractie zich kan vormen. Dat compliceert de gang van zaken op dat punt nog weer verder. Of de overige Britse Europarlementariërs zich richting SED dan wel richting ALDE/Renaissance zullen bewegen is een andere hier opduikende vraag. Al deze mogelijke verschuivingen graven de geloofwaardigheid onder de competitie tussen de huidige Spitzenkandidaten aan. Met alle onzekerheden over bondgenootschappen in het Parlement zijn zij de toch al onvolledige serie kapiteins zonder zeewaardig schip. Het wachten is op de bondgenootschappen. De Europese Raad zal in die omstandigheden haar eigen gewicht volledig laten gelden bij de keuze van een nieuwe commissievoorzitter. Twee dagen na 23-26 mei is het zover. 

Spitzenkandidaten 2019

Manfred Weber (Duitsland) Europese Volkspartij (EVP)
Frans Timmermans (Nederland) Partij van Europese Sociaaldemocraten (PES)
Ska Keller (Duitsland) & Bas Eickhout (Nederland) Europese Groene Partij (EGP)
Jan Zahradil (Tsjechië) Alliantie van Conservatieven en Hervormers in Europa (ACRE)
Violeta Tomic (Slovenië) & Nico Cué (België) Europees Links (EL)

 

Spitzenkandidaten discussies in media

17 april France 24

1x Frans

1x Engels

Straatsburg Weber, Timmermans
29 april Livestreaming YouTube-kanaal met E/F/D ondertiteling
Politico en Maastricht University
Engels Maastricht Timmermans, Zahradil Verhofstadt, Eickhout, Tomic
2 mei Livestreaming YouTube-kanaal met E/F/D ondertiteling
Financial Time en EUI
Engels Florence Weber, Timmermans, Verhofstadt, Keller
7 mei ARD Duits Keulen Weber, Timmermans
15 mei EBU* Engels + andere** Brussel Weber, Timmermans, Zahradil, Verstager, Keller, Cué
16 mei ZDF/ORF Duits Mainz Weber, Timmermans

*Gratis aangeboden op Worldfeed, overgenomen in programmering van enkele publieke zenders zoals ORF (Oostenrijk)

** Hoofdzakelijk in Engels met hier en daar simultane vertaling andere officiële talen

Bezoeken Weber en Timmermans.pdf
Download dit document (75.95 KB)