Op weg naar de parlementsverkiezingen

1 maart 2019
Auteurs:
Virginie Mamadouh
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Herman van der Wusten
Geografie, Planologie & Internationale Ontwikkelingsstudies, Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2019
Europese kwestie
verkiezingen
Europees Parlement
Kennis
FOTO: EUROPEAN PARLIAMENT/FLICKR

Herstructurering politiek landschap

Minstens drie ontwikkelingen maken de komende Europese verkiezingen spannender dan ooit: nieuwe breuklijnen in het electoraat, nieuwe machtsverhoudingen tussen Parlement en Raad, én een nauwkeurigere monitoring door waarnemers kunnen het vluchtige kiesgedrag flink beïnvloeden. 

 

In 2019 is de Europese verkiezingskalender overvol. De verkiezing van het Europese Parlement is er daar een van. Die zal dit keer op meer dan gewone media-aandacht kunnen rekenen, maar moet in 18 lidstaten concurreren met andere verkiezingen. In Nederland zijn dat de provinciale verkiezingen. Bovendien stemmen kiezers tegenwoordig minder gewoontegetrouw of helemaal niet. Dat maakt alle uitslagen onzeker.

In veel lidstaten raakten de politieke voorkeuren in de loop van de tijd vrij stabiel verdeeld over een aantal partijen. Ze voegden zich naar breuklijnen waarlangs burgers zich hadden gesplitst: die van centrum/periferie, stad/platteland, confessioneel/seculier en arbeiders/eigenaren. 

Onder invloed van de mondialisering, de migratiestromen en de Europese integratie zien we nu een nieuwe breuklijn ontstaan rond de verminderde beslotenheid van de nationale staat. Aan de ene kant staan de globalisten of transnationalisten, die min of meer positief tegenover die ontwikkelingen staan, aan de andere kant de nationalisten die daar niets van moeten hebben. De eurocrisis en de immigratiecrisis hebben deze breuklijn algemeen voelbaar gemaakt. En dat zou kunnen leiden tot een grotere aanhang voor partijen die daarop focussen en de breuklijn daarmee verder bestendigen. 

Herschikking partijen 

Volgens de onderzoekers Liesbet Hooghe en Gary Marks tekende zich in 2017 in alle lidstaten zo’n transnationale breuk af tussen globalisten en nationalisten. Dit valt echter in verschillende delen van Europa anders uit, afhankelijk van het bestaande partijstelsel. Hooghe en Marks onderscheiden drie clusters (figuur 1). In Noordwest-Europa inclusief Frankrijk en Tsjechië (cirkel midden in figuur 1) zijn vooral groen en radicaal rechts nu sterk. Radicaal rechts lijkt het meest profijt te trekken uit de controverse rond de euro en migratie. Er is in Noordwest-Europa ook enige steun voor radicaal links, dat stelt dat open markten en neoliberaal beleid van Europa tijdens de crisis niet voor de nodige sociale bescherming hebben gezorgd. Maar radicaal links is vooral sterk in de zuidelijke lidstaten en Ierland (liggende sigaar figuur 1). Daar zijn de euro- en migratiecrisis vertaald in steun voor radicaal links, omdat de eigen staat geen bescherming bood. In Centraal en oostelijk Europa (verticale sigaar figuur 1) zijn vooral de rechts- radicale partijen populair die het openstellen van de nationale staat afwijzen. Volgens Hooghe en Marks is dit een voortzetting van de steun waarop ook de communistische heerschappij grotendeels bouwde: een traditioneel nationalistische voorkeur met een min of meer door de staat beschermde inkomenspositie voor de minder geschoolden. De figuur is gebaseerd op de laatste nationale verkiezingen voor 2017, dus gespreid over de laatste fase van de crisis. De ‘partijfamilies’ van radicaal links en rechts onderscheiden zich van hun niet radicale ex-familieleden door uitgesproken profilering langs de nieuwe transnationale breuklijn: afkeer van en angst voor het afbrokkelen van de staat. Al deze partijen horen tot de eurosceptici en worden vaak als populistisch gezien. 

BEELD: ©2019 GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN
Figuur 1. Clustering van landen inzake de nieuwe transnationale breuklijn

Europese vertaling 

De nieuwe transnationale breuklijn in het electoraat legt een existentieel probleem van de Europese Unie bloot. De nationalisten kunnen niet of nauwelijks leven met de gerealiseerde en nagestreefde Europese samenwerking in de vorm van de EU. De eurosceptici in het Europese Parlement hebben de laatste jaren niet veel meer gedaan dan dat geloof belijden. Zij beschikten niet over voldoende zetels om veel gewicht in de schaal te leggen en zijn onderling verdeeld. Ze speelden dan ook nauwelijks een rol in de besluitvorming. Nu hun eurosceptische geluid alom klinkt en de roep om feitelijk beleid steeds luider wordt, zullen ze moeten kiezen tussen herrie schoppen in Brussel en Straatsburg en trajecten à la Brexit in de diverse hoofdsteden faciliteren óf op zoek gaan naar een vorm van Europese samenwerking tussen soevereine staten die ze wel bevalt. Ze proberen daarom eurosceptische verbanden te smeden in het Europees Parlement. Aan de andere kant zullen globalisten zich wenden tot partijen die werken aan de verdere ontplooiing van Europees bestuur en een levendige Europese democratie. Ook op die flank staan al enkele nieuwe initiatieven in de steigers. Volgens Hooghe en Marks zullen ook de groen georiënteerde partijen hiervan kunnen profiteren. In nationale verkiezingen kunnen bestaande partijen doorgaans weinig grote programmatische wendingen maken wanneer de kiezersvoorkeuren sterk veranderen. Zou dat bij de Europese verkiezingen wel mogelijk zijn? Of zullen nieuwe partijpolitieke initiatieven in het Europees Parlement hun plek opeisen? 

Spitzenkandidaten 

Een andere bron van verschuivende verhoudingen is het mogelijke effect van de zogenoemde Spitzenkandidaten. Bij de vorige verkiezing in 2014 zag het Europees Parlement kans haar eigen positie te versterken. De voornaamste fracties beloofden steun voor de door de grootste fractie uit eigen kring aangewezen kandidaat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie, de top- oftewel Spitzenkandidaat. De Europese Raad die de uiteindelijke benoeming moet doen, zag ervan af een eigen afweging te maken, en benoemde de kandidaat van de winnende partij, Jean-Claude Juncker (EPP). 

Ook deze keer wordt veel druk uitgeoefend om de voorkeur van het parlement te volgen. In verscheidene fracties is al een Spitzenkandidaat aangewezen. Binnen het parlement is nu overeengekomen dat men zich zal verenigen op de kandidaat die na de verkiezing de meeste steun zal weten te vinden. Hierdoor wordt het mogelijk dat een kandidaat zich via steun vanuit verschillende fracties een meerderheidspositie weet te verwerven in de strijd op het voorzitterschap van de Commissie. Of de Raad zich hier wederom naar zal voegen, is niet zeker. Het gaat erom hoe zwaar de competitie tussen de Spitzenkandidaten zal meewegen in de campagne. Denk aan verbonden tussen partijen en strategisch stemmen door kiezers. 

BRIC
BEELD: ©2019 GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN
Figuur 2. Verwachte verschuiving EP-zetels 2019 ten opzichte van 2017

Betere monitoring 

Het is niet eenvoudig een beeld van het hele panorama van de Europese verkiezingen te krijgen. De campagne speelt zich af in 27 landen. Het gaat om competities tussen partijlijsten. Die zijn vaak in de eerste plaats aan landelijke partijen verbonden. Partijen uit verscheidene landen hebben zich meestal onderling verbonden onder een Europees merkteken, waarmee ze in fracties in het Europese Parlement opereren. In een enkel geval zal een Europese partij met een soort afdelingen in nationale arena’s opereren, maar ook dan zullen die ‘plaatselijke’ afdelingen een hoge mate van zelfstandigheid in de campagne genieten. Er zijn echter steeds meer initiatieven om het overzicht toegankelijk te maken voor de Europese burgers en dit zal ook een effect hebben op de campagnes en de uiteindelijke stemmen. Zo zijn in 2017 drie Weense datanerds de website Poll of Polls (https://pollofpolls.eu/) gestart. Zij verzamelen alle mogelijke peilingen uit de hele EU (voor afzonderlijke landen en EU-wijd) die in een doorlopende database verwerkt worden waaruit dan per dag de peiling aller peilingen tot stand komt – die uiteraard geen absolute zekerheid biedt. De bedenkers hebben de aanpak afgekeken van de Amerikaanse Nate Silver, die na lang oefenen op honkbalwedstrijden en paardenraces een grote reputatie in de verkiezingsvoorspellingen heeft verworven. Poll of polls publiceert de dagelijkse peiling in termen van de fracties die nu in het Europese Parlement zitten. Figuur 2 vergelijkt de peiling van 15 januari van Poll of Polls met de uitslag van de verkiezingen in 2014. 

Een belangrijke verandering is het directe effect van Brexit, als het Verenigd Koninkrijk niet langer deelneemt aan de verkiezingen. Een deel van de openvallende zetels wordt namelijk verdeeld over de 27 andere landen. En dat maakt dat de verhoudingen tussen de fracties in het parlement iets veranderen, omdat de aanhang van de fracties niet gelijkelijk over de lidstaten verdeeld is. Hoe kunnen we deze tabel nu lezen? 

Brexit hakt er flink in bij de eurosceptici van de ECR (Britse Conservatieven) en de traditioneel euro-welgezinde S&D (Labour). De S&D verliest ook zetels als een van de twee grootste steunpilaren van de traditionele Europese samenwerking. Hetzelfde geldt voor de EPP. De meest uitgesproken eurosceptische fracties van ENF (Wilders/PVV, Le Pen/RN en Salvini/Lega) en EFDD ( Farage/voorheen UKIP) laten respectievelijk een aanzienlijke winst en een stabiele omvang zien. De EFDD verliest aan de ene kant de Britse afgevaardigden van UKIP, maar ziet aan de andere kant nieuwe eurosceptische kiezers toestromen, met name van de Vijfsterrenbeweging in Italië. De Italiaanse coalitiepartner de Lega zorgt voor de grote winst van ENF. 

De Groenen van Greens/EFA staan op verlies, maar de Groenen die zich in GUE/NGL nadrukkelijker met radicaal links hebben verbonden, boeken winst. 

De cijfers kunnen in de komende campagnemaanden nog flink verschuiven. Misschien niet zozeer door de campagne, of door de zichtbaarheid van sites als Poll of Polls, maar door verwikkelingen rondom de EU, zoals Brexit, en gebeurtenissen in de nationale politiek. Bij wie zoekt Macron bijvoorbeeld aansluiting en zal hij daadwerkelijk veel stemmen trekken? 

De partijen die deel uitmaken van de eurosceptische blokken, zijn druk in de weer om nieuwe verbonden te sluiten, en nieuwe formaties lopen zich warm. De oude bolwerken van de traditionele stromingen staan in verschillende landen onder verhoogde druk, maar volgens Poll of Polls zullen ze in mei nog altijd meer dan de helft van het electoraat voor zich weten te winnen, al varieert dat sterk per lidstaat (figuur 3). 

Deze voorspellingen komen natuurlijk op losse schroeven te staan als de Brexit tot na de verkiezingen wordt uitgesteld en de Britten toch in het Parlement moeten worden vertegenwoordigd. De Britse regering heeft fondsen gereserveerd voor de verkiezingen en Nigel Farage staat in de startblokken met zijn nieuwe partij, The Brexit Party.  

BEELD: ©2019 GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN
Figuur 3. Verwachte steun voor de drie grote partijen (EPP, S&D en ALDE) in januari 2019 volgens Poll of Polls