De markten van Brussel

1 februari 2017
Auteurs:
Manuel Aalbers
geografie en toerisme, KU Leuven
Dit artikel is verschenen in: geografie februari 2017
Blog: Brussels Lof
Brussel
Opinie
markt Brussel
FOTO: SIMON BLACKLEY/FLICKR

Brussel is een stad van pleinen’, schreef ik in mijn vorige column. Er waar zijn pleinen uiterst geschikt voor? Juist, voor markten. Net als in Nederland zijn veel Belgische pleinen vernoemd naar de markten die er werden of worden gehouden. Het Vossenplein in de Marollen is in Nederland misschien de bekendste. Hier wordt 365 dagen per jaar alles tussen kunst en kitsch verkocht – de inhoud van duizenden zolderkamers en huizen van overledenen. De term vlooienmarkt mag zijn uitgevonden in Amsterdam (het Waterlooplein was oorspronkelijk het eiland Vlooienburg), maar de grootste vlooienmarkt bevindt zich in Brussel. Regen, ijzel, hitte, kerst, nieuwjaar – niets houdt de markt tegen.

Twee markten in Brussel claimen de grootste of op-een-na-grootste van Europa te zijn: de zondagse Zuidmarkt voor, naast en onder de sporen van het Zuidstation aan de rand van de gemeente Sint-Gillis, en de Markt van de Slachthuizen, tien minuten verder lopen in de gemeente Anderlecht. Beide zijn een afspiegeling van Brussel met voedsel en kleding, maar ook handelaars en klanten uit de hele wereld.

De oude slachthuizen dienden tot voor kort nog als slachthuis annex slagerij, maar de bloederige markthal is inmiddels vervangen door een nieuw exemplaar waar de karkassen niet meer direct achter de toonbank hangen en dat is ge-rebrand tot het hipstervriendelijke Foodmet. Een prettige gedachte voor velen, maar de markt verliest hiermee ook een deel van haar ‘authentieke charme’. Rondom de oude slachthuizen groeide op vrijdag-, zaterdag- en zondagmorgen een enorme markt waar je zo een paar uur kunt doorbrengen en die de Haagse markt aan de Herman Costerstraat (die de grootste openluchtmarkt van Europa claimt te zijn, waarschijnlijk omdat de Slachthuizenmarkt deels overdekt is) reduceert tot een buurtmarkt. Ook voor een nieuwe boormachine kan men terecht bij de slachthuizen.

Brussel kent ook dertien avondmarkten. De eerste begonnen als middagmarkten en pasten zich aan de marktgangers aan die steeds later kwamen opdagen, deels een gevolg van de toenemende arbeidsparticipatie van de Brusselse vrouw. De slager begon hapjes te serveren, de wijnboer schonk een glaasje. De markt werd langzamerhand een middag- en avondmarkt en begon daarmee ook een breder, jonger publiek aan te trekken. Voordat de foodtruck-trend zich meester maakte van vele wereld- en provinciesteden, kenden diverse Brusselse pleinen reeds hun avondmarkten met hapjes uit de hele wereld. Omdat veel avondmarkten voortkomen uit ‘gewone’ dagmarkten, is elke avondmarkt net weer ietsjes anders.

In de lente en zomer worden de avondmarkten druk bezocht en gaan ze vaak tot lang na de officiële sluitingstijd door. Zolang er niet te veel overlast is, doet de politie daar ook niet zo moeilijk over. Op het Kasteleinsplein in Elsene liep het in de zomer van 2015 de spuigaten uit en was er geen sprake meer van een markt met hapjes en drankjes, maar eerder van een enorm openluchtcafé. Voor de aanpalende cafés werd woensdagavond wat zaterdagavond voor de meeste cafés elders is: de avond om de helft van de omzet binnen te halen. Het drinkfestijn leek andere functies van het plein te gaan verdringen. De politie kon het aantal klagende bellers niet meer aan en begon met strenger toezicht op naleving van de sluitingstijd van de markt. De cafébazen worden nu geacht omliggende straten te vrijwaren van drinkende kroegtijgers. Hoewel dat laatste maar mondjesmaat lijkt te lukken, neemt het naleven van de marktsluitingstijd wat druk van de ketel. 

markten van Brussel
FOTO: THE INTEGER CLUB
De rommelmarkt op het Vossenplein, in de Marollen

Waar vind je al die Brusselse markten?