Geo Future School: de modules
In het meinummer van Geografie 2014 schreven we al over Geo Future School. Tien scholen zijn inmiddels bezig met deze onderwijsstroom in oprichting of oriënteren zich erop. Zelf ook een Geo Future Module maken? Lees hier hoe het kan.
Geo Future School is precies wat de naam zegt: onderwijs over onze planeet en over de toekomst. Het belang van toekomstgericht onderwijs is evident. Het blijkt onder andere uit de brief ‘Toekomstgericht funderend onderwijs’, waarmee staatssecretaris Sander Dekker op 17 november 2014 een discussie over het onderwijscurriculum aanzwengelde. Het belang blijkt nóg meer op de werkvloer. Toekomstgericht onderwijs stimuleert leerlingen zich te verdiepen in vraagstukken en te denken in mogelijkheden in plaats van obstakels. Want zij hebben de toekomst in handen.
Geo Future School is meer dan alleen toekomstgericht onderwijs. Het gaat ook om samenwerking met bedrijven en andere schoolvakken, het maakt differentiatie tussen leerlingen mogelijk en biedt ruimte voor de zogenoemde hogere denkvaardigheden en 21st century skills. Geo Future School wil het bestaande schoolvak aardrijkskunde niet vervangen, maar aanvullen.
Geo Future module in drie stappen
Belangrijk voor Geo Future School zijn de modules van ongeveer tien lessen die leerlingen uitdagen het beste resultaat te halen. Zo’n module ontwikkelen is niet eenvoudig; er moeten veel keuzes worden gemaakt. Te beginnen met het thema. Het ligt voor de hand hier een van de Grand Challenges te kiezen op het gebied van energie, water, voedsel, verstedelijking, logistiek en geopolitiek. Daarna moet je als docent een partner zoeken met wie je de module uitwerkt: een bedrijf of instelling actief op het terrein van de gekozen Grand Challenge. Er is een hele waslijst van potentiële partners. Denk aan energiebedrijven, logistieke bedrijven, adviesbureaus, waterschappen en kennisinstituten. Een aantal mogelijke partners heeft het KNAG in een vroeg stadium al geadviseerd bij de ontwikkeling van Geo Future School.
Waar de partner inhoudelijke input kan leveren en de actuele stand van zaken kan weergeven, is het schrijven van de module vooral een taak voor docenten. Hoe ga je als docent verder wanneer je een thema en een beoogd partner hebt?
Een eerste stap is het formuleren van de doelen die je wilt bereiken: wat moeten leerlingen na afloop van de module weten, kunnen en beseffen?
Een tweede stap is het opstellen van de eindopdracht. Die wordt bij de start van de module al genoemd. Op die manier weten leerlingen gedurende de hele module wat ze aan het eind met de opgedane kennis moeten doen.
De derde stap is de inhoud van de module. Uitgangspunt van Geo Future School is een opbouw in denkvaardigheidsniveaus.
In het begin moet er vooral aandacht zijn voor lagere vaardigheden als identificatie, begrijpen en toepassen. Geo Future School wil de Grand Challenges zo dicht mogelijk bij de belevingswereld van leerlingen brengen. Zelf informatie verzamelen kan daar sterk aan bijdragen. Zo leggen leerlingen een kennisbasis die nodig is om verderop in de module aan de slag te gaan met hogere denkvaardigheden, zoals analyseren, evalueren en creëren. Bij de eindopdracht moeten die hogere ‘kundes’ zeker worden aangesproken. Leerlingen maken dan bijvoorbeeld zelf een ontwerp, stellen een probleemanalyse op of werken oplossingsstrategieën uit. Zij presenteren ook de eindopdracht. Niet in de vorm van een klassieke spreekbeurt, maar in een pitch of TED-talk. Het gaat erom het publiek echt te overtuigen. Aan een module kan bijvoorbeeld ook een excursie worden verbonden naar het bedrijf waarmee de module is gemaakt. Of een presentatie door iemand van het bedrijf.
21st century skills
De eerste ervaringen met Geo Future Modules leren dat leerlingen er in eigen tempo doorheen gaan. De politiek vraagt het onderwijsveld expliciet om te differentiëren. In een ‘klassieke’ les is dat niet eenvoudig in te passen; bij een Geo Future Module kan dit wel. Het is belangrijk dat de docent go, no-go momenten inbouwt, waarbij leerlingen pas echt groen licht krijgen als ze hebben aangetoond het voorafgaande deel van de module goed te beheersen.
Behalve differentiëren tussen leerlingen wordt van het onderwijs ook het nodige gevraagd op het gebied van 21st century skills. Wat die precies inhouden, is niet eenduidig omschreven. Vaak genoemd zijn samenwerken, kennisconstructie, ict-gebruik voor leren, probleemoplossend en creatief denken en planmatig werken. Geo Future School biedt uitgelezen kansen om leerlingen hiermee te laten oefenen. In een module met de opbouw zoals hiervoor geschetst, komen al deze skills aan bod. Denk bij ict- gebruik zeker ook aan geo-informatie. Naast een mediarevolutie en een nanorevolutie voltrekt zich immers ook een geo-revolutie. Geografische informatie wordt steeds toegankelijker. Denk aan navigatie in de auto, Google Earth en de geo-informatiesystemen die het ‘brein’ vormen voor bijvoorbeeld piloten. Deze geo-revolutie verdient een vertaling in het onderwijs.
Kwaliteitsborging
Het KNAG heeft een format gemaakt voor Geo Future Modules. Niet als keurslijf, maar om te zorgen voor eenduidigheid en herkenbaarheid. Dat is van cruciaal belang bij de ontwikkeling van een nieuwe stroom. Toetsing van nieuwe modules aan dit format maakt kwaliteitsborging mogelijk.
We hopen met Geo Future School een nieuwe dimensie toe te voegen aan het aardrijkskundeonderwijs. Met de geo-revolutie en toekomstgericht onderwijs lijkt het erop dat aardrijkskunde eindelijk weer de wind mee heeft . Geo Future School biedt de mogelijkheid van toekomstgericht en vakoverstijgend onderwijs met inzet van hogere denkvaardigheden en 21st century skills.
Ook een Geo Future School worden? Meld u aan bij info@knag.nl en vraag het informatiepakket aan.
MEER INFORMATIE:
- www.geofutureschool.nl
- www.21stcenturyskills.nl
- Annelies Beek via a.beek@knag.nl
Doen! [KADER]
Rodney Nanninga, docent CSG Het Streek in Ede liet zijn klassen 3 vwo werken aan een Geo Future Module. Wij waren reuze benieuwd naar zijn ervaringen.
Waarin verschilt een Geo Future Module van een traditionele aardrijkskundeles?
‘Bij Geo Future School leg je het initiatief meer bij de leerling. Het lesmateriaal is zo samengesteld dat ze er vanzelf achter komen dat ze bepaalde dingen niet weten, terwijl ze die kennis wel nodig hebben om de opdracht uit te voeren. Ze gaan het zelf uitzoeken of roepen de hulp van de docent in, maar moeten dus zelf het initiatief nemen. Als docent ben je vooral aan het coachen. Ik probeer bijvoorbeeld veel vragen te stellen om erachter te komen of leerlingen snappen waar ze mee bezig zijn.’
Merk je verschil in de manier waarop leerlingen aan een Geo Future Module werken ten opzichte van een gewone les?
‘In de eerste lessen vonden de meesten het moeilijk. Ik hoorde opmerkingen als “wat moeten we nou doen” en “ik snap niet hoe ik dat moet weten”. Na een paar lessen hebben de leerlingen de uiteindelijke eindopdracht in beeld. Vanaf dat moment zie je ze de klas binnenkomen en niet op mijn instructie wachten, maar gewoon beginnen waar ze vorige keer zijn gebleven.’
Geo Future School is onder andere bedoeld om meer te differentiëren tussen leerlingen en hen zelf verantwoordelijk te maken voor hun leerproces. Zie je dit terug in de les?
‘Veel meer dan in gewone lessen! Leerlingen kunnen in principe in hun eigen tempo werken en de eindopdracht is vrij, zodat ze daarin iets van zichzelf kunnen leggen. Je hebt veel gelegenheid leerlingen te observeren of vragen te stellen. Je ziet heel snel verschillen. Mij viel op dat leerlingen die in de normale lessen niet zo hard werken of leren, nu met slimme inzichten komen op het gebied van duurzaamheid. Aan de andere kant zie je leerlingen die heel goed en nauwkeurig werken, maar het moeilijk vinden zelf een visie op duurzaamheid te ontwikkelen. Door gesprekken tijdens de les kun je leerlingen helpen met de verschillende vaardigheden die bij Geo Future School komen kijken.’
Nog tips voor docenten die willen starten met een Geo Future Module?
‘Doen! Neem de tijd om dingen rustig uit te testen en laat je normale programma los. Ga niet te snel het werk voor de leerlingen doen; laat ze ervaren wat ze nog niet weten of kunnen. Wees actief door leerlingen te vragen wat ze aan het doen zijn en waarom ze een opdracht op een bepaalde manier uitvoeren. Dat levert je een schat aan informatie op over het inzicht en de werkhouding van de leerlingen.’