De Geo Future School: een geo-opleiding voor de toekomst

1 mei 2014
Auteurs:
Joop van der Schee
emeritus hoogleraar onderwijsgeografie
Rob Adriaens
KNAG & Het Streek Ede
Jeroen Rijlaarsdam
Vossius Gymnasium Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie mei 2014
onderwijs
Geo Future School
Kennis
FOTO: WELLINGTON COLLEGE

Heel wat scholen profileren zich in een bepaalde richting, bijvoorbeeld als technasium, business school of cultuurschool. Wat ontbreekt, is een stroom die leerlingen stimuleert na te denken over de toekomst van planeet aarde en in contact brengt met de werkvelden waarin Nederland een mondiale speler is – want daar zitten ze te springen om aanwas. Zo werd de Geo Future School geboren.

 

Het technasium is er voor leerlingen die geïnteresseerd zijn in bèta, de cultuurschool voor alfa’s en de business school voor ondernemers in spe. Maar een stroom die het alfa- en bètadenken doorbreekt en inzoomt op de grote vraagstukken van deze tijd zoals water, energie, voedsel, klimaat, verstedelijking en globalisering, is er niet. Terwijl er grote behoefte is aan deskundigen op dit vlak.

Meerdere brainstormsessies binnen het KNAG leidden uiteindelijk tot een nieuwe stroom in het voortgezet onderwijs, gericht op geo en op de toekomst: de Geo Future School. De stroom gaat uit van de kracht van aardrijkskunde: praktisch, maatschappelijk relevant, toekomstgericht en bruggenbouwer tussen verschillende disciplines, vakgebieden en sectoren.

De eerste reacties van docenten, schoolleiders en bedrijven zijn veelbelovend. ‘Precies wat we nodig hebben op mijn school in Maassluis’, zei een aardrijkskundedocent in opleiding van de Hogeschool Rotterdam na het lezen van het plan voor de Geo Future School. ‘Dan leren mijn leerlingen beter dat je met aardrijkskunde basiskennis krijgt voor de banen in de agro business in het Westland en het werken in de Rotterdamse havens.’ Op de KNAG Onderwijsdag in november reageerden aardrijkskundedocenten al even positief. Ook kreeg het idee bijval van tien rectoren in het voortgezet onderwijs – de niet-geografen inbegrepen. Op basis van alle gesprekken met deze experts is het voorstel telkens aangescherpt. Het plan voor de Geo Future School krijgt steeds meer vorm. Hoog tijd dus om er aandacht aan te besteden in Geografie

Grote vraagstukken

De bedenkers willen met de Geo Future School vijf doelen realiseren. 

  • Meer aandacht in het voortgezet onderwijs voor de grote vraagstukken van nu en de toekomst. Denk aan het omgaan met energie, voedsel en klimaat, (wereld)burgerschap, het watervraagstuk, geopolitiek en het vraagstuk hoe naast smart and healthy cities een leefb aar platteland mogelijk is. 
  • Een brug bouwen tussen het gepolariseerde alfa-bètadenken. Een duurzame samenwerking smeden tussen vakken in het voortgezet onderwijs. 
  • Een duurzame samenwerking tot stand brengen tussen het onderwijs, het bedrijfsleven en (kennis)instituten. Jongeren in een vroeg stadium kennis laten nemen van de uiteenlopende werkterreinen voor geografen en de daarin opererende nationale en internationale bedrijven. 
  • Jongeren de instrumenten in handen geven om zich te ontwikkelen tot kritische burgers die zich durven richten op het nationale én het internationale terrein. 
  • Het onderwijs laten aansluiten bij de groeiende mogelijkheden die ontwikkelingen zoals de ‘Geo-revolutie’ bieden: geografische informatie wordt steeds beter ontsloten en voor meer mensen toegankelijk.

Integratie

Er zijn vier belangrijke aanleidingen om de Geo Future school te starten. 

AFBEELDING: GEO FUTURE SCHOOL
  1. Het ontbreekt aan een onderwijsstroom die alfa en bèta verenigt. Het huidige voortgezet onderwijs legt een sterk accent op het aanleren van basisvaardigheden, vooral rekenen en taal, en vertoont een behoorlijke mate van verzuiling tussen de schoolvakken. Sinds enkele jaren kiezen veel scholen in het voortgezet onderwijs voor streaming. Scholen profileren zich met bijvoorbeeld een kunststroom of een bètastroom. Ook het technasium en VECON Business School zijn daar voorbeelden van. Veel van deze stromen richten zich óf op alfa- óf op bètaleerlingen. Een stroom die alfa en bèta bij elkaar brengt en samenwerking tussen vakken stimuleert, is er op dit moment niet. Terwijl het bedrijfsleven juist behoefte heeft aan mensen met integrale kennis. 
  2. De grote vraagstukken van deze tijd verdienen meer aandacht in het onderwijs. Onderwijs moet jongeren voorbereiden op de toekomst. Dat houdt meer in dan het leren van basiskennis en basisvaardigheden. Jongeren moeten ook leren denken in planningsvraagstukken, oplossingsstrategieën en scenario’s. Op een aantal terreinen dienen zich grote vraagstukken aan die oplossingen vergen die succesvol kunnen zijn op lange termijn. Water, energie, voedsel, verstedelijking, klimaat, wereldburgerschapsvorming en duurzame globalisering – al deze vraagstukken spelen op mondiale schaal, maar ook in Nederland. Ze komen momenteel wel aan bod in het voortgezet onderwijs, bijvoorbeeld bij aardrijkskunde, economie en NLT, maar verdienen meer aandacht. Het belang is groot, ook de komende decennia. Bovendien zijn deze vraagstukken bijzonder geschikt om jongeren te laten ervaren hoe allerlei factoren en actoren in elkaar grijpen in een complexe wereld en hoe belangrijk het is om te kunnen denken in oplossingen en scenario’s. 
  3. Het voortgezet onderwijs en het bedrijfsleven moeten dichter tot elkaar komen. In een aantal sectoren behoren Nederlandse bedrijven en instellingen tot de top van de wereld, zoals de watersector, de internationale handel en logistieke sector, agrofood en energie. Het zijn belangrijke pijlers van de Nederlandse economie en er is veel vraag naar goed opgeleide werk nemers in deze sectoren. Tot nu toe is daarvoor weinig aandacht in het voortgezet onderwijs. Er is nauwelijks tot geen samenwerking met bedrijven en instellingen. Jongeren hebben dan ook nauwelijks een beeld van het werk en de banenkansen bij deze bedrijven en instellingen, en het belang en de relevantie ervan. Terwijl bedrijven en instellingen juist behoefte hebben hun ideeën te spiegelen aan die van jongeren. 
  4. Er voltrekt zich een aantal snelle veranderingen in onze maatschappij. Eén ervan is de ‘Geo-revolutie’. Locatiegebonden digitale informatie speelt een grote rol in onze moderne samenleving. Navigatie in de auto en het gebruik van Google Earth zijn daar alledaagse voorbeelden van. Geografische informatiesystemen (GIS) vormen ook het ‘brein’ voor voorlichters, piloten, planners, politie, brandweer en vele anderen. Het is de opmaat naar een tijd waarin geografische informatie en geospatial technology ons leven nog veel meer gaan beheersen. Via onze smartphone of tablet zullen wij in de toekomst veel vaker bewust of onbewust gebruik maken van geo-informatie. De sectoren die nu al veel met deze informatie werken, zoals de watersector, de energiesector, de transportsector en de land bouwsector, hebben behoefte aan goed gekwalificeerde Geo-ICT’ers die bedreven zijn in het omgaan met geo-informatie. In het huidige onderwijs is de aandacht hiervoor nog te beperkt. 

Kortom, de Geo Future School beoogt een onderwijsstroom te creëren die een brug slaat tussen alfa en bèta, die aandacht besteedt aan de grote uitdagingen van nu en morgen, en die voorbereidt op een breed en belangrijk werkveld. 
 

FOTO: FREDDY SCHINKEL
Aandacht voor waterbeheer: opgeblazen balgstuw bij Ramspol vanwege gevaarlijk hoogwater vanuit het IJsselmeer richting Zwartsluis.

Vorm

Scholen die de nieuwe stroom invoeren en voldoen aan de eisen kunnen straks het predicaat Geo Future School voeren. De stroom komt niet in plaats van het vak aardrijkskunde. Het is iets extra’s. De leerlingen doen dus gewoon hun examenprogramma aardrijkskunde. Scholen die het predicaat Geo Future School voeren, bieden vanaf de derde klas havo en vwo ook een Geo Futureprogramma aan. Naast het reguliere lesprogramma wordt daarvoor in de derde klas minimaal één extra lesuur ingeruimd. Leerlingen volgen Geo Futuremodules. In de bovenbouw kunnen leerlingen de Geo Futurerichting kiezen bij de profielen N&T, N&G, E&M en C&M. Een leerling die de Geo Future School volgt, heeft in ieder profiel het vak aardrijkskunde in zijn pakket. Daarnaast volgt deze leerling Geo Futuremodules; voor de havo-bovenbouw in totaal 80 slu en voor de vwo-bovenbouw 120 slu. De Geo Futuremodules worden bij voorkeur vakoverstijgend aangeboden en dus vormgegeven door bevoegde aardrijkskundedocenten en een of meer docenten van vakken als economie, NLT, natuurkunde, maatschappijwetenschappen, scheikunde, geschiedenis en informatica. Een school kan kiezen voor het koppelen van één of enkele vakken aan aardrijkskunde per profiel. Bijvoorbeeld een koppeling met natuurkunde of scheikunde in de profielen NT of NG en een koppeling met economie, maatschappijwetenschappen of geschiedenis in de profielen EM of CM. 

Criteria

Scholen die het predicaat Geo Future School voeren, voldoen aan de volgende criteria.

  1. Ze bieden per leerjaar minstens twee door het KNAG gecertificeerde Geo Futuremodules aan. Bij deze modules worden bedrijven en instellingen in de regio betrokken die zich bezighouden met de thema’s van de Geo Future School. Groepen scholen werken samen met bedrijven en/of instellingen in de regio. Docenten en leerlingen organiseren in het kader van Geo Futuremodules gastlezingen en bedrijfsexcursies. De Geo Futuremodules zijn activerend voor leerlingen en behandelen levensechte vraagstukken.
  2. Scholen bieden per leerjaar minstens één veldwerk dat betrekking heeft op een thema dat aansluit bij de Geo Future School en waarin onderzoekend leren centraal staat. Leerlingen sluiten de Geo Future School af met een Geo-onderzoek (80 slu) over een thema dat aansluit bij de Geo Future School. Dit onderzoek kan ingezet worden als profielwerkstuk.
  3. Scholen bieden in de bovenbouw een internationaliseringsprogramma aan dat wordt afgesloten met een buitenlandse reis. Deze reis heeft een thema dat aansluit bij die van de Geo Future School. Binnen het internationaliseringsprogramma worden contacten gelegd met scholen in het buitenland. Er kunnen uitwisselingen georganiseerd worden. Het aanbieden van extra lessen Engels (bijvoorbeeld Cambridge English) is op de Geo Future School niet verplicht, maar wordt wel aangemoedigd.
  4. Scholen organiseren minstens tweemaal per jaar een TEDbijeenkomst voor leerlingen in de Geo Futurestroom. Bij deze bijeenkomsten wisselen sprekers uit bedrijfsleven, instellingen, politiek en onderwijs de nieuwste ideeën en inzichten uit met leerlingen. Ook leerlingen worden uitgedaagd een TED-sessie te geven, bijvoorbeeld over hun eigen Geo-onderzoek.
  5. Scholen bieden leerlingen die hun havo- of vwo-diploma halen en de Geo Futuremodules en hun Geo-onderzoek met succes hebben afgerond een apart certificaat aan bij hun diploma. 

Bedrijven en instellingen

Op 26 februari is het plan voor de Geo Future School besproken met vertegenwoordigers van diverse instellingen en bedrijven in het Geofort bij Herwijnen. Aanwezig waren het RIVM, het ministerie van Infrastructuur & Milieu, Parkstad Limburg, GroenGelinkt, Museon, EIC Mainport Rotterdam, Shell, LievenseCSO, Geodan, TNO, de Raad van Europa en twee rectoren van scholen voor voortgezet onderwijs. De bijeenkomst was zeer geanimeerd. Na een presentatie van de plannen voor de Geo Future School pleitte rector en geograaf Elly Loman van het Vathorst College in Amersfoort ervoor niet te voorzichtig te zijn. Zet de Geo Future School maar stevig neer, luidde haar advies. Haar positieve houding vond veel instemming. De aanwezigen onderstreepten het belang van multidisciplinair leren denken, het mondiale perspectief leren zien en Geo-ICT leren toepassen. De discussie ging onder meer over wat bedrijven en instellingen aan een samenwerking met scholen hebben. ‘Wat levert het ons op?’ Een vraag die de aanwezigen zelf beantwoordden: jonge mensen uitdagen mee te denken over de onderwerpen waarmee wij bezig zijn. We kunnen vaak van ze leren. Daarnaast is het onze maatschappelijke taak jongeren te helpen zich goed te oriënteren op verschillende werkvelden.

FOTO: POR-AEROVIEW
Met de aanleg van Maasvlakte 2 kan Rotterdam de nieuwste generatie containerschepen ontvangen. Landwinning en waterwerken, handel en transport zijn gebieden waar Nederland groot in is. Op de foto de ceremoniële binnenkomst van het eerste containerschip op 22 mei 2013.

Pilot

De Geo Future School wordt komend schooljaar uitgetest. Het KNAG beoogt op termijn de volgende constructie voor de Geo Future School. Scholen kunnen het predicaat aanvragen bij het KNAG. Zij krijgen dan enkele Geo Futuremodules en hulp bij de invoering van de nieuwe stroom. De scholen die meedoen, verplichten zich te voldoen aan de eisen van de Geo Future School. Zij gaan samen met partners ook zelf Geo Futuremodules ontwikkelen, die ze ter certificering aan het KNAG voorleggen. Om het predicaat te kunnen blijven voeren, moeten scholen na twee jaar deelname minstens twee gecertificeerde Geo Futuremodules ontwikkeld hebben. Ze stellen deze modules beschikbaar voor en wisselen deze actief uit met andere Geo Future Scholen. Om het predicaat Geo Future School te voeren, betaalt een school per jaar 5000 euro lidmaatschapskosten aan het KNAG. Een school krijgt hiervoor ondersteuning bij de ontwikkeling van de Geo Futurestroom en kan aansluiten bij door het KNAG op te richten netwerken van Geo Future Scholen. Binnen deze netwerken worden ideeën, modules en contacten uitgewisseld.

De eerste pilotscholen gaan na de zomer van start. Vooralsnog op havo en vwo, maar binnen het KNAG wordt ook al aan een vmbo-stroom gedacht. De Geo Future School staat nog in de kinderschoenen, maar kan met uw hulp leren lopen.

 

Reacties zijn welkom op info@knag.nl o.v.v. Geo Future School

Leerlingen over de Geo Future School

Naast bedrijven, schoolleiders en docenten consulteerden de bedenkers ook de doelgroep waar het uiteindelijk allemaal om draait in het onderwijs: leerlingen. Zij reageerden enthousiast op het voorstel voor de Geo Future School. Positief vinden ze de toekomstgerichte insteek, de band met bedrijven, de TED-sessies, het doen van onderzoek en internationalisering. Uiteraard hadden zij ook kritische opmerkingen en die zijn meegenomen bij het maken van het huidige projectplan. Zo vonden leerlingen het Engels als voertaal voor de Geo Future School een mooi streven, maar ze betwijfelden de haalbaarheid ervan. Dit is uit de plannen geschrapt. Leerlingen gaven aan de mogelijkheden van Geo-ICT in het onderwijs te zien. Zaken als serious gaming en storytelling via interactieve kaarten of GIS zien zij graag terug in het onder wijs. Ze waarschuwden voor een te grote nadruk op informatica. Eén leerling vatte de Geo Future School wel heel krachtig samen: ‘op bezoek bij bedrijven, nadenken over de toekomst en een buitenlandse excursie, wie wil dat niet?’