GeoWeek 2019: meedoen is vooral heel leuk

25 november 2019
Auteurs:
Florien Willems
webredacteur geografie.nl
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2019
GeoWeek
Nederland
Nieuws
FOTO: MARJAN BLOM
Yvo geeft uitleg over de calamiteitenduiker.

Afgelopen juni was er al voor de 13e keer een GeoWeek. Vijf volle dagen waarin bedrijven scholieren op expeditie meenemen in het vakgebied van de geograaf. Waarom doen ze mee aan de GeoWeek? Vier ervaren expeditieleiders aan het woord.

 

Aan de GeoWeek namen dit jaar 98 bedrijven deel. Voor sommige expeditieleiders was het de eerste keer, anderen organiseerden al zo veel expedities dat je ze gerust Geo- Week-veteraan mag noemen. Aan enthousiasme geen gebrek: ‘Zolang jullie de GeoWeek blijven organiseren, doe ik graag mee!’ zegt Marjan Blom van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. 

De geheimen van De Hooge Boezem

Waterschap De Stichtse Rijnlanden heeft in 2013-2014 polder De Hooge Boezem achter Haastrecht geschikt gemaakt als ‘opvanglocatie’ voor water. Wanneer het water in de Hollandse IJssel te hoog komt, bijvoorbeeld door extreem veel regenval, kan het teveel aan water via het zijriviertje de Vlist en een speciale opening wegstromen naar De Hooge Boezem. Deze polder verandert dan tijdelijk in een ondiep meertje.

Tijdens de geocache-expeditie ontdekten leerlingen de geheimen van De Hooge Boezem achter Haastrecht. Ze zochten zelf de route met een gps en maakten onderweg opdrachten. Zo vonden ze verdwenen molens, bijzondere vogels, diepe en minder diepe weilanden en uiteindelijk de duiker waarmee ze de polder mochten laten volstromen met water uit de rivier.

Blom is sinds 2015 van de partij. De eerste paar jaar met een geocache-expeditie, daarna met een expeditie over het dijkleger en dit jaar stond er een kijkje in een gemaal op het programma. ‘Waterbeheer en aardrijkskunde vormen een gouden combinatie’, vindt Blom. ‘Er valt ontzettend veel expeditiemateriaal uit te halen.’ De GeoWeek is volgens Blom een perfecte gelegenheid om te laten zien wat het waterschap doet. Als adviseur educatie haakt ze graag aan bij landelijke educatieve evenementen zoals de GeoWeek. 

Ook Mirjam Delea, werkzaam bij ingenieursbedrijf A.P. van den Berg, is enthousiast over het concept. Zij organiseert al sinds 2013 expedities voor de GeoWeek. ‘Het is belangrijk kinderen op jonge leeftijd te laten ervaren hoe boeiend techniek is, want ze zijn dan al aan het ontdekken waar hun interesses liggen.’ 

Beleven 

Bij A.P. van den Berg is het GeoWeek-programma een beproefd concept: een presentatie over het bedrijf gevolgd door een rondleiding en – het belangrijkste – een bodemonderzoek. ‘De leerlingen mogen via een hendel zelf een sondeersysteem bedienen’, legt Delea uit. ‘Het zelf doen vinden ze geweldig.’ Jos Burgers en Wadie el Haddioui van de afdeling Geo-Informatie en Erfpachtbedrijf van de gemeente Den Haag zien dat iedere leerling verschilt en ergens anders op aanslaat. Al sinds 2012 organiseert het duo expedities. Ook hier is de opzet beproefd: vier onderdelen die allemaal anders zijn, voor elk wat wils. De serieuzere leerlingen kunnen hun hart ophalen aan een kaart waarop ze nauwkeurig een park moeten intekenen naast het stadskantoor. Dat vereist het nodige meet- en tekenwerk. Rauwdouwers kunnen hun energie kwijt bij het onderdeel met de meetband waarbij ze paaltjes in de grond moeten slaan. Bijna alle leerlingen worden enthousiast van het GIS-deel, omdat ze dat vaak herkennen van kaartenapps op hun smartphone. Burgers: ‘Maar al gebruiken ze hun mobieltje dagelijks, ze hebben vaak geen flauw idee waar de informatie vandaan komt en hoe het werkt.’ Dat vormt een interessant expeditie-onderdeel in een computerlokaal. Tot slot werpen leerlingen een blik door een tachymeter, een instrument dat landmeters veelvuldig gebruiken, maar waar je nog niet zo makkelijk doorheen kijkt. Volgens Blom is tijdens de expedities ‘beleven’ het belangrijkst voor leerlingen. ‘Het wauw-effect creëren en proberen leerlingen al hun zintuigen te laten gebruiken. Het gaat erom iets bij ze los te maken, emoties op te wekken. Dan blijven dingen hangen.’ En dat werkt het best door leerlingen dingen te laten doen. Zoals bij geocache. ‘Al puzzelend moeten leerlingen een schat vinden. Als dat lukt, is dat fantastisch!’ 

Blom organiseert telkens nieuwe expedities voor de GeoWeek. ‘Het waterschapswerk is heel breed en divers en ik kan er lekker mijn creativiteit in kwijt. De geocache-expeditie was drie jaar lang erg geslaagd, maar in de oorspronkelijke vorm niet meer uitvoerbaar, omdat de informatiepanelen in het gebied veranderd zijn. Dat was meteen een goede aanleiding om iets nieuws te verzinnen. Zo hebben we voor de GeoWeek van 2020 een expeditie in de maak waarvoor het idee al in 2018 ontstaan is.’ 

FOTO: MIRJAM DELEA
Leerlingen krijgen uitleg over sondeerapparaten voor grondonderzoek.
Op zoek naar vaste ondergrond

Hoe komt het dat bijvoorbeeld de toren van Pisa in Italië en de Oldehove in Leeuwarden in de loop der tijd scheef zijn gezakt? Tijdens de excursie bij A.P. van den Berg ontdekten leerlingen dat dit aan bodemverzakking ligt. Daarnaast kregen ze een beeld van een familiebedrijf dat uiteenlopende bodemonderzoekapparaten voor op land en in (diep) water ontwerpt en produceert voor klanten over de hele wereld. Met welke klantwensen en omstandigheden moet het bedrijf rekening houden bij het ontwerp? De leerlingen mochten zelf buiten aan het werk met een bodemonderzoekapparaat. Onder leiding van een technisch ingenieur maakten ze vervolgens een profiel van bodemlagen tot 8 meter diepte.

Werknemers van later 

Een van de doelen van de GeoWeek is het promoten van werk in de geosector. El Haddioui is zelf landmeter en vindt zijn werk fantastisch. ‘Wij doen mee om ons vak te laten zien aan jongeren en hen een kans te geven iets van het werk in de praktijk mee te krijgen. Er zijn niet zo veel opleidingen, waardoor het een relatief onbekend vak is.’ 

Dit jaar ging de geplande expeditie van El Haddioui en Burgers niet door, maar waren zij betrokken bij een andere GeoWeek-activiteit in Den Haag, in het Panorama Mesdag. Daar konden leerlingen met afstandsmetingen uittekenen waar Hendrik Willem Mesdag precies stond toen hij het beroemde panorama schilderde. Met de bekende GeoWeek-geodriehoeken maten leerlingen de hoogte van een kerk en aan de hand van die informatie konden ze andere gegevens berekenen. Exact het werk van een landmeter; een goede promotie voor het vak van El Haddioui. Delea: ‘Het zou leuk zijn om van toekomstige medewerkers te horen dat ze ons van de GeoWeek kennen.’ 

Maatschappelijk betrokken 

Jos Burgers ziet deelname aan de GeoWeek ook als een maatschappelijke taak van gemeentes. Ze zouden eigenlijk allemaal mee moeten doen aan zulke initiatieven, om te laten zien wat voor werk ze doen, vindt hij. 

Maar uiteindelijk is deelname vooral heel gaaf. El Haddioui: ‘Het is zo leuk te merken dat leerlingen echt iets hebben geleerd als ze hier weer weggaan.’ Burgers: ‘Er zijn ook confronterende momenten hoor. Zo werd ik dit jaar gecorrigeerd door een slimme vwo’er. Ik vertelde dat de Krayenhoff-kaart aan de wand uit circa 1822 ten behoeve van de aanleg van spoorlijnen getekend was. Maar deze jongen wist te vertellen dat er in die tijd in Nederland nog helemaal geen spoorlijnen waren. En hij had gelijk, de eerste trein in Nederland reed in 1839.’ Zo leer je zelf ook weer van de leerlingen. 

Delea merkt dat leerlingen steeds mondiger worden: ‘Ze zeggen sneller wat ze denken en stellen kritische vragen. Ik verwerk die dan in de presentatie voor de volgende klas.’ Haar valt op dat vooral de meiden uit de klassen diepgaande vragen stellen en veel interesse tonen. 

Blom heeft veel ervaring met het onderwijs; voor haar is het vooral de aardrijkskundige component die de GeoWeek zo leuk maakt. ‘Ik vind aardrijkskundedocenten geweldige mensen! Geïnteresseerd, altijd bereid ook buiten de klas iets te ondernemen.’ En precies dat kunnen ze tijdens de GeoWeek doen.

 

In 2020 wordt er weer een GeoWeek georganiseerd, van 25 tot en met 29 mei. Impressies van de expedities uit 2019 staan op www.geoweek.nl. 

FOTO: JOS BURGERS/GEMEENTE DEN HAAG
Leerlingen voeren driekhoeksmetingen uit.
Passen en meten in Den Haag

Landmeters van de gemeente Den Haag zorgen ervoor dat grenzen goed aangegeven staan op de kaart en maken een kaart dan ook zo nauwkeurig mogelijk. Bij deze expeditie leerden leerlingen hoe landmeters dat doen en welke apparatuur ze gebruiken en mochten de leerlingen daar natuurlijk ook zelf mee oefenen. Met een GIS-pakket gaven ze thema’s met kleuren aan op een kaart. Ze tekenden zelf een bestaand park na op schaal om te beseffen hoe nauw alles komt. En met een meetband en paaltjes die ze in de grond moesten slaan, konden ze in het veld aan de slag.