Giftig goud

1 januari 2014
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2014
Suriname
Kennis
goud
FOTO: PIETER EDELMAN/FLICKR

‘Ik zal niet ontkennen dat kwik giftig is; het is gevaarlijk’, aldus Jimmy, een lokale gouddelver in de Brokopondo-provincie. De kleinschalige goudwinning in Suriname brengt grote hoeveelheden kwik in het milieu, met alle gevolgen voor mens en natuur van dien. Constructieve oplossingen – bijvoorbeeld vanuit overheid en mvo – worden niet geboden.

 

Suriname is niet alleen rijk aan olie, gas en bauxiet; er komt ook veel goud voor, in de uitgestrekte greenstone belt in Noord-Suriname. Deze zone is onderdeel van het oeroude Guyana-schild dat zich uitstrekt van de rivier de Orinoco tot de Amazone. Goud heeft zich hier gevormd in kwartsrijke aders in laag tot matig metamorfe gesteenten. Deze kwartsaders zijn gevormd tijdens de trans-Amazonische gebergtevorming tussen 2,26 en 2,08 miljard jaar terug. Tijdens de gebergtevorming werden granitische, uitvloeiings- en sedimentaire gesteenten afgezet, die samen een greenstone belt vormen. Goudhoudende, hete hydrothermale vloeistoff en werden naar boven geperst langs breuken en door latende grindlagen. Uiteindelijk werd goud afgezet in kwarts houdende aders of in traps, zoals in de bovenkant van geplooide grindlagen. Lokale tropische bodemvorming leidde vervolgens tot verwering van het gesteente en concentratie van goud in de meters dikke kleibodems.

Door de explosieve stijging van de goudprijs is de goudwinning in Suriname sinds eind jaren '90 in opmars. Aan de ene kant zijn er de multinationals, zoals IAMGOLD. Dit concern is actief in het Rosebel-district en wint ook op grote schaal goud in Canada en Burkina Faso. De jaarlijkse omzet in Suriname bedraagt meer dan 650 miljoen US dollar.

Daarnaast zijn er in Suriname zo’n dertigduizend voornamelijk Creolen en Brazilianen, die vanuit opgezette dorpen in het gebied in groepen van zo’n tien personen het oerwoud intrekken om met primitieve middelen goud te winnen. Ze zijn vooral actief rondom het Broko pondomeer, ten zuiden van Paramaribo. Werken in de informele goudsector is een simpele manier om relatief (veel) geld te verdienen: scholing, expertise en startkapitaal zijn er amper voor nodig. Het kleinschalige winnings proces laat echter een spoor van ontbossing, vernieling en kwikverontreiniging achter.

goud
FOTO: KENNETH RIJSDIJK
Nadat de kleirijke bodem is blootgelegd, spuiten de gouddelvers de goudhoudende klei tussen de stenen los.

De kleinschalige gouddelvers verwijderen eerst de natuurlijke vegetatie zodat de bodem vrijkomt. Vervolgens graven ze de kleirijke bodem af, spuit deze los en spoelen de modder door een langwerpige houten bak met richels. Tussen de richels zit kwik waar de goudhoudende modder overheen stroomt. De gouddeeltjes binden zich aan de kwik. Dit kwik-goudamalgaan wordt vervolgens provisorisch verhit, waarbij kwikdampen vrijkomen. Het gros van de kleinschalige gouddelvers gaat zo te werk. Voor het winnen van één kilo goud gebruiken ze ongeveer één kilo kwik, en dat dagelijks. Op deze manier komt er veel kwikrijk water in de bodem en het grondwater. Het belandt uiteindelijk in het Brokopondomeer en kan tot gevaarlijke concentraties in de voedselketen accumuleren.

Het eten van vis uit riviertjes en het meer, het inademen van de dampen die vrijkomen bij de goudwinning en direct lichamelijk contact met kwik kan ernstige gevolgen voor de gezondheid hebben. Bovendien is het schadelijk voor aquatische en terrestrische ecosystemen, individuele organismen en de biodiversiteit.

Maatregelen

De lokale bevolking is zich wel enigszins bewust van de problematiek maar toont weinig actiebereidheid. Dit komt onder andere doordat gezondheidseffecten pas op lange termijn merkbaar zijn. Ondanks de aanzetten van de overheid tot meer regulering, zoals de instelling van de Commissie Ordening Goudsector, gaat de kwikvervuiling gewoon door. De Commissie probeert de mijnbouwers te laten registeren en vervolgens hulp te bieden met voorlichting en voorzieningen. De kwikvervuiling treft voornamelijk de lagere klasse van de bevolking. Die heeft weinig op met de overheid omdat ze nauwelijks gehoord wordt en vanwege de vermeende corruptie. Daardoor laat bijna niemand zich als mijnbouwer registreren en hebben de maatregelingen tot nog toe weinig effect. De afstand tot beleidsvoerders wordt nog versterkt door de gebrekkige infrastructuur, de lage bevolkingsdichtheid en de sociaaleconomische verschillen tussen inwoners van regeringsstad Paramaribo en de Brokopondo-provincie.

MVO

Naast de kleinschalige gouddelvers zijn in de Brokopondo-regio ook grootschalige mijnbouwconcerns, de toeristensector en natuurorganisaties actief. De eerste twee kunnen imago- en economische schade ondervinden door de kwikproblematiek veroorzaakt door de kleinschalige goudwinning. Onder de vlag van maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) zouden de expertise en financiële middelen van bijvoorbeeld de internationaal opererende mijnbouwbedrijven kunnen worden ingezet om een verantwoord kwikgebruik in de kleinschalige mijnbouw te stimuleren. In de praktijk komt dit echter niet van de grond. Zo blijkt uit ons onderzoek dat IAMGOLD, een van de grootste mijnbouwconcerns actief in de regio, zich nauwelijks inzet voor sociale of ecologische hulpprogramma’s. De meeste werknemers van IAMGOLD zijn buitenlander en voelen zich nauwelijks moreel verbonden met Suriname. Het mvo-programma van IAMGOLD richt zich vooral op de eigen werknemers en veel minder op de kleinschalige mijnbouwactiviteiten. Het is opmerkelijk dat bedrijven als IAMGOLD zich niet méér inzetten voor dergelijke mvo-programma’s omdat die de voelbare spanningen in het gebied zouden kunnen ver minderen. Deze spanningen ontstaan doordat de groot- en klein schalige mijnbouwers in hetzelfde gebied werken, aldus een anonieme bron. ‘IAMGOLD ondervindt problemen en hinder van de kleinschalige mijnbouwers’, maar een samenwerkings verband is ‘niet mogelijk vanwege uiteenlopende belangen’.

goud
Suriname: mijnbouwconcessies en kleinschalige goudwinning

Ook de toerismebranche en natuurorganisaties hebben last van de kwikvervuiling door de kleinschalige mijnbouwers. Het gebied wordt steeds minder interessant voor toeristen, en de ecosystemen worden zwaar aangetast. Ook deze organisaties hebben we gevraagd waarom ze niet helpen de goudwinning minder schadelijk te maken door het ontwikkelen van een mvo-programma. Dit zou de positie van de organisaties op de markt kunnen versterken en op langere termijn zouden vermindering van kwikvervuiling en herstel van de natuur kunnen leiden tot het aantrekken van bijvoorbeeld de toeristensector. Uit gesprek ken met de betrokken organisaties blijkt het opzetten van zulke mvo-programma’s lastiger dan van tevoren gedacht, omdat er nauwelijks politieke steun is vanwege conflicterende politieke belangen en omdat de financiële middelen niet toereiken.

Een vermindering van de kwikvervuiling in de Surinaamse kleinschalige goudsector is op korte termijn dus nog niet in zicht.

 

In november en december 2012 zijn interviews gehouden met een kleinschalige gouddelver, een expert in de goudindustrie in Suriname, een ondernemer in de lokale toeristensector, het Wereld Natuur Fonds en een anonieme bron van IAMGOLD. De Commissie Ordening Goudsector (COG/Commission Regulation Gold Sector) was niet bereid tot een interview.