Anna van den Broek is student Earth Surface and Water aan de Universiteit van Utrecht. Ze specialiseert zich in natuurlijke gevaren zoals overstromingen en aardverschuivingen. Het liefst kijkt ze daarbij naar natuurlijke oplossingen voor de problemen die zich voordoen, zodat naast een oplossing ook meer ruimte ontstaat voor de natuur.
Groenland groen - Het planten van bomen in het land van ijs
Het eens kale Groenland warmt op door klimaatverandering, waardoor het steeds geschikter wordt voor boomgroei. Echter, vanwege de geïsoleerde ligging van Groenland is natuurlijke groei door overgewaaide zaadjes bijna onbestaande. Een beetje hulp is dus welkom.
Tiny Forests als antwoord op klimaatuitdagingen
In een wereld waar klimaatverandering een steeds urgentere kwestie wordt, groeit de behoefte aan innovatieve oplossingen om de impact ervan te verzachten. Een van de veelbelovende benaderingen is het aanplanten van bomen, die niet alleen kunnen helpen CO2 uit de atmosfeer op te nemen, maar ook kunnen bijdragen aan het herstel van ecosystemen, het bevorderen van bodemkwaliteit en het vergroten van biodiversiteit. In deze context is het concept van 'Tiny Forests' naar voren gekomen als een krachtig instrument om deze doelstellingen te verwezenlijken, zelfs in de meest onwaarschijnlijke en afgelegen gebieden, zoals zuidelijk Groenland.
Een Tiny Forest is een klein bos, meestal kleiner dan een voetbalveld, dat tot doel heeft de biodiversiteit te vergroten, kinderen en omwonenden spelenderwijs over de natuur te leren en de lokale bevolking bewust te maken van het belang van bomen en klimaatverandering.
Groenland, met zijn uitgestrekte ijskappen en ruige landschappen, staat misschien niet bekend om zijn weelderige bossen. Toch is het juist hier, in de schijnbare wildernis, dat de noodzaak van bebossing het meest urgent is. In samenwerking met de organisatie 'Greenland Trees', heeft een team van onderzoekers en natuurbeschermers een gedurfd project opgestart om de mogelijkheden van het aanleggen van een Tiny Forest te onderzoeken in Narsaq, een dorpje in het meest zuidelijke puntje van Groenland met slechts 1346 inwoners.
Bomeninventarisatie en groei
Verschillende aspecten van het onderzoek werden aangepakt. Allereerst werden de reeds geplante bomen in kaart gebracht. Sommige bewoners hadden al bomen geplant en waren bereid om te vertellen hoe ze dat hadden gedaan. In totaal werden ongeveer 150 bomen geteld, variërend in hoogte van 2 tot 8 meter, voornamelijk wilgen en populieren, met enkele lariksen. Ter vergelijking: alleen al in 2021 telde het stadscentrum van Utrecht meer dan 3000 bomen.
Naast het in kaart brengen van de bomen, was er interesse in waar en hoe bomen en grotere struiken het beste groeien. Monsters van bladeren, bodem en veen werden meegenomen naar Utrecht voor laboratoriumonderzoek. De bladeren tonen aan dat bestaande vegetatie goed kan groeien, en dat ook geplante boompjes grote kans hebben om tot bomen uit te groeien. Het lijkt echter lastiger voor de bomen om zich voort te planten, gezien er weinig pollenactiviteit werd gevonden in de bodems die wijzen op het reproductieproces van de bomen.
Ten slotte werd ter plaatse bodemonderzoek uitgevoerd om advies te kunnen geven over de bodembewerking die nodig is voordat bomen geplant kunnen worden, en om te bepalen welke bomen het meest geschikt zijn om te planten. In Narsaq heeft de bodem weinig organisch materiaal en is slechts ongeveer 15 centimeter diep. Daarom moeten bomen met ondiepe wortels en een hoge tolerantie voor arme bodems worden geplant. Wel kunnen de bomen geholpen worden door de stenige bodems goed om te woelen en organisch materiaal toe te voegen voordat de kleine bomen geplant worden.
Naast dat de bodem een limiterende factor kan zijn voor de groei van vegetatie, zullen de bomen ook te maken krijgen met de extreme weersomstandigheden op Groenland. Temperaturen van onder de -10 °C zijn in de winter geen uitzondering, en zware stormen vanaf de ijskap komen ook regelmatig voor. Daarnaast ligt er in de winter veel sneeuw, wat in de lente door smelt zal zorgen voor een plotseling verzadigde bodem. Tot slot zijn de winterdagen extreem kort, op zijn kortst ziet Narsaq maar vijf en een half uur zon. Door online archieven te doorzoeken, is een lijst met bomen gevonden die zowel op het gegeven type bodem kunnen groeien als bestand zijn tegen de omstandigheden op zuidelijk Groenland. Veel van deze bomen zijn gekozen omdat ze in vergelijkbare omstandigheden groeien, op het randje van de boomgrens in het noorden van Canada, Alaska en IJsland. Op deze manier is de kans het grootst dat de bomen ook in zuidelijk Groenland kunnen overleven. Een greep uit de boomsoorten zijn berken, lariksen, sparren, dennen en wilgen.
Lokale betrokkenheid en bosbouwinitiatief in Narsaq
Een belangrijk onderdeel van de expeditie naar Narsaq was het betrekken van de lokale gemeenschap. Gedurende twee ochtenden werden er lessen gegeven aan leerlingen van ongeveer 13 jaar oud om hen te informeren over klimaatverandering, de gevolgen ervan en hoe bomen kunnen helpen. De lessen waren zeer succesvol en omvatten interactieve presentaties en experimenten. Uit een enquête die na afloop van de lessen werd afgenomen, bleek dat de kinderen zeer geïnteresseerd waren in klimaatverandering en onderzoek in het algemeen. Daarnaast toonden ze veel belangstelling voor het leven in Nederland en voor het volgen van een studie buiten Groenland.
Er werden ook interviews gehouden met oudere bewoners om hun waarnemingen van klimaatverandering door de jaren heen te verzamelen. Ze spraken over het terugtrekken van de ijskap en extremere weersomstandigheden, die impact hebben op de lokale visserij en het leven in het dorp. Daarnaast is hun gevraagd naar hun mening over het aanplanten van bossen, waarop vrijwel allemaal erg positief werd gereageerd. Ze hoopten op een groener en gevarieerder Groenland, met hopelijk een vruchtbaardere bodem.
Het doel van de organisatie 'Greenland Trees' is om de mogelijkheden voor bebossing in Zuid-Groenland te onderzoeken, waar dit eerste project aan heeft bijgedragen. Met de hulp van de bewoners ziet de toekomst van de bomen er rooskleurig uit. Het streven is om in de nabije toekomst meer soortgelijke projecten op te zetten in andere dorpen met verschillende scholen, om meer bomen te kunnen planten en een groter deel van de lokale bevolking te betrekken bij een groenere toekomst voor Groenland.