Het Chesapeake & Ohio Canal

25 november 2019
Auteurs:
Dit artikel is verschenen in: geografie november/december 2019
Plaatsen van herinnering in de VS
Verenigde Staten
Opinie
BEELD: NATIONAL PARK SERVICE
Plan voor een toeristische route met de auto langs het Chesapeake & Ohio Canal tussen Washington en Cumberland
Plaatsen van herinnering in de VS [6]

Deze tweemaandelijkse rubriek zoomt in op locaties die het verleden van de Verenigde Staten levend en levendig houden.

Het Erie Canal, de verbinding tussen de Atlantische Oceaan en de Grote Meren via New York en de rivier de Hudson, kwam gereed in 1825. Met een lengte van 584 kilometer en 35 sluiscomplexen was het een groots project dat in slechts 8 jaar werd gerealiseerd. Het Eriekanaal halveerde de transportkosten van de Grote Meren naar New York en was lange tijd bijzonder succesvol, zowel voor de haven van New York, als voor de economische ontwikkeling van het noordelijke deel van de staat New York én de zuidelijke kuststroken van het Ontario-, Erie- en Michiganmeer. 

Het succes van het Eriekanaal schreeuwde om navolging. Zo kreeg Cleveland een verbinding met de Grote Meren via het Ohio & Erie Canal (1832) en werd Chicago met de meren verbonden via het Illinois & Michigan Canal (1840). 

Ook in Washington werd gepleit voor een kanaal dat de Amerikaanse hoofdstad met de Grote Meren zou verbinden. Daardoor zouden Washingtons havens aan Chesapeake Bay (Georgetown en Alexandria) ook kunnen profiteren van de lucratieve handel tussen de Grote Meren en de Atlantische Oceaan. 

Het aanvankelijk geplande traject van het Chesapeake & Ohio Canal

Vooruitgangsgeloof 

Voor de bouw van het nieuwe kanaal werd in 1828 de Chesapeake & Ohio Canal Company opgericht, een combinatie van Amerikaanse ondernemingszin en onwrikbaar vooruitgangsgeloof. Het werkkapitaal werd aangetrokken door de uitgifte van aandelen met aantrekkelijke winstverwachtingen. Het oorspronkelijke plan ging uit van een kanaal van ruim 500 kilometer. Dit zou in twee fasen gerealiseerd worden, eerst van Washington tot Cumberland in Maryland (219 km) en daarna van Cumberland tot Pittsburgh, aan de Ohio-rivier (311 km). Men besloot het kanaal tot Cumberland aan te leggen naast de woest kolkende Potomac, met zijn vele stroomversnellingen en watervallen. De reliëfverschillen zouden overwonnen worden met 35 sluiscomplexen.

Tegenslagen 

Al gauw werd duidelijk dat de kanaalaanleg tot Cumberland problematischer was dan gedacht. Allereerst waren er 75 in plaats van 35 sluiscomplexen noodzakelijk. Daarnaast bleken de oevers zo erosiegevoelig dat over zeer grote afstanden beschoeiing noodzakelijk was. Ook het hak- en graafwerk in hard gesteente kostte veel meer tijd en geld dan begroot. Nieuwe kapitaalemissies waren noodzakelijk om een faillissement van de kanaalmaatschappij te voorkomen. Bovendien bleek op ongeveer driekwart van de bouw dat er een tunnel aangelegd moest worden dwars door vijf enorme hoefijzerbochten van de rivier de Potomac. De geldverslindende Paw Paw Tunnel vormde de zoveelste financiële tegenvaller, die de kanaalmaatschappij andermaal op de rand van een faillissement bracht. 

Concurrentie 

In 1850 bereikte het C&O-kanaal het stadje Cumberland. De aanleg had echter zo veel tijd gekost, dat het vrachtvervoer te water inmiddels goeddeels was ingehaald door het beduidend snellere transport per trein. Acht jaar tevoren had de Baltimore & Ohio Railroad zich al in Cumberland genesteld en de spoorlijn vanaf de kust doorgetrokken naar Pittsburgh. 

Het tweede deel van het kanaaltraject werd nimmer gerealiseerd. Het Chesapeake & Ohio Canal bereikte nooit de Ohio-rivier. Dat nam overigens niet weg dat het kanaaltraject van Cumberland naar Washington nog vele decennia van betekenis was voor het vervoer van (bouw)hout, natuursteen, granen en vooral steenkool naar Georgetown en Alexandria. Dit stroomafwaartse vervoer naar de Atlantische Oceaan zou profijtelijk blijken voor zowel de aandeelhouders als de stadjes langs het kanaal. 

Gesloten 

In 1924 was het kanaal niet langer rendabel en werd het gesloten voor vrachtvervoer en goeddeels overgelaten aan de elementen. Gaandeweg groeide echter de belangstelling voor de geschiedenis van het kanaal. Na eindeloos lobbywerk werd in 1971 het Chesapeake & Ohio Canal National Historical Park gesticht voor dagrecreanten, lange-afstandswandelaars en -fietsers, kajakkers en klimmers. Zo’n 3 miljoen bezoekers, vooral uit de nabijgelegen grote steden, doen jaarlijks het park aan. Bij de zeven Visitor Centers van de National Park Service wordt in tentoonstellingen veel aandacht geschonken aan de overweldigende natuur, de grote betekenis van de kanalen in de Amerikaanse geschiedenis en de historische kanaalscheepvaart. De fietstocht over het jaagpad naar Cumberland is tegenwoordig zelfs verlengd en loopt via een fraaie route over de Great Alleghany Gap naar Pittsburgh. Zover kwam het C&O-kanaal nooit.

Het C&O Canal bij Williamsport met op de voorgrond een treinspoor/eindstation. Het spoor zou later uitgebreid worden naar Cumberland. Iets verderop passeert het kanaal een aquaduct over de Conococheague Creek. Links stroomt de Potomac. De foto is gemaakt tussen 1900 en 1906.

BRONNEN

  • Camagna, D. 2005. The C&O Canal. From National Project to National Historical Park. Gaithersburg, Belshore Publications, Maryland.
  • High, M. 2001. The C&O Companion. Johns’s Hopkins Press, Baltimore.
  • Hahn, T.F. 1984. The Chesapeake and Ohio Canal. Pathway to the Nation’s Capitol. The Scarecrow Press, Metuchen, New Jersey.
  • Meinig, D.W. 1993. The Shaping of America. A geographical Perspective on 500 Years of History. Volume 2: Continental America 1800-1867. Yale University Press, New Haven.
  • Pater, B. de & O. Verkoren (red.) 2007. Noord-Amerika. Een geografie van de Verenigde Staten en Canada. Van Gorcum, Assen.