Zesenhalf jaar nam Otto Verkoren ons mee naar locaties die het verleden van de Verenigde Staten levend houden. Van Jamestown in Virginia, waar de Britse kolonisten zich vestigden, tot Cahokia Mounds in Illinois, waar de Native Americans indrukwekkende sporen hebben achtergelaten. Deze laatste aflevering gaat over de hoofdstad Washington D.C.
Veel geschiedenisboeken over de Verenigde Staten beginnen rond 1492 en gaan over ‘de ontdekking van Amerika’ met de komst van de Spanjaarden in het westen, de Fransen in het noorden en de Britten aan de oostkust. In die periode leefden in Noord-Amerika echter al veel eerder gearriveerde immigrantengroepen. Zij waren mogelijk al sinds 10.000 jaar voor onze jaartelling naar het Amerikaanse continent gekomen vanuit Azië, via de Beringlandbrug die gedurende de ijstijden het hedendaagse Siberië met Alaska verbond.
Over een afstand van zo’n 800 kilometer vormen de Appalachen in Noord-Amerika een forse barrière tussen kuststrook en binnenland. Dit middelgebergte bestaat uit de Atlantische voetheuvels (Piedmont), de Blue Ridge Mountains, de vruchtbare Shenandoah Valley en de Oostelijke Plateaus (kaartje).