Cahokia Mounds, Illinois
Veel geschiedenisboeken over de Verenigde Staten beginnen rond 1492 en gaan over ‘de ontdekking van Amerika’ met de komst van de Spanjaarden in het westen, de Fransen in het noorden en de Britten aan de oostkust. In die periode leefden in Noord-Amerika echter al veel eerder gearriveerde immigrantengroepen. Zij waren mogelijk al sinds 10.000 jaar voor onze jaartelling naar het Amerikaanse continent gekomen vanuit Azië, via de Beringlandbrug die gedurende de ijstijden het hedendaagse Siberië met Alaska verbond (kaart).
Voor de Europese kolonisten waren de ‘indianen’ vooral een sta-in-de-weg bij het realiseren van eigen plannen. En de vroegste bewoners van het subcontinent delfden meestal het onderspit. Waar het continent volgens grove schattingen omstreeks 1500 zo’n 2-3 miljoen native Americans telde, waren deze groepen, mede door uit Europa meegebrachte ziekten, eind 19e eeuw gedecimeerd tot zo’n 500 duizend leden.
Diverse culturen
Omstreeks 1492 waren er rondtrekkende jagers en verzamelaars, maar ook groepen met vaste woonplaatsen, die akkerbouw of visserij bedreven. Terwijl de jagers en verzamelaars leefden in zeer eenvoudige, reizende (familie-)verbanden, was er in het tegenwoordige Mesa Verde National Park/Colorado in 800-500 jaar voor Christus al een indrukwekkende transitie geweest naar sedentaire woonvormen, met akkerbouw en ambachten, zoals wevers, pottenbakkers en (kunst)smeden.
Westelijker, tussen de Grote Meren en de rivieren Ohio en Mississippi kwamen de Mississippian Cultures tot bloei. Het ging om goed georganiseerde, groenten verbouwende native Americans, die al in staat waren een grote bevolking van voedsel te voorzien. Dat is onder andere te zien op de Cahokia Mounds State Historic Site, aan de Mississippi in Illinois (kaart). Dit park beslaat zo’n 9 km2 en er ligt een flink aantal opgeworpen aarden heuvels (mounds), die vroeger waarschijnlijk religieuze functies hadden. Monk’s Mound is met 30 meter de hoogste.
Archeologisch onderzoek wijst uit dat Cahokia een verstedelijkte samenleving was van zo’n 15.000 mensen, die tevens heersten over het omliggende platteland. In Cahokia werd vooral gebouwd met leem en hout. Daartoe werd tot in de wijde omgeving veel bos gekapt. De ontbossing zou uiteindelijk tot forse erosie hebben geleid.
De akkerbouw vergde irrigatie en waterbeheersing. Daarvoor bestond een netwerk van grote en kleine kanalen, bedijking en wateropslagplaatsen. In het ontvangstgebouw van het park hangen afbeeldingen van laagten met wateroppervlakten tussen de verspreide woningen.
Vermoedelijk was Cahokia een theocratische (door priesters geleide) samenleving met top-down gezagsverhoudingen, een stringente arbeidsverdeling, geïnstitutionaliseerde ongelijkheid en oorlogsvoering tussen concurrerende Mississipian Cultures.
Door de aanwezigheid van de symmetrische mounds wordt weleens een relatie verondersteld met de Azteken in Midden-Mexico. Ook zij kenden een gestratificeerde en gemilitariseerde samenleving met (geestelijke) leiders en ‘werkers’. Maar het is zeer onwaarschijnlijk dat er contact is geweest tussen deze culturen. De Mississippian Cultures worden beschouwd als een op zichzelf staande ontwikkeling van volkeren naar een strak geleide, sedentaire samenleving, die uiteindelijk (mede) bezweek door verdroging in de Kleine IJstijd.
De eerste chiefdoms van de Mississippian Cultures kwamen tot stand tussen 1000-1200 na Chr. De bloeiperiode lag tussen 1200-1400 en de ondergang volgde in 1400-1450, een halve eeuw voor de Europeanen voet aan wal zetten.
Erkenning
Het heeft heel lang geduurd voor de Native American Population een plaats begon te verwerven in de Amerikaanse geschiedenis en in de samenleving, met een betere rechtspositie en meer (sociale) veiligheid. De bevolking telt nu zo’n 6,5 miljoen personen en dat aantal groeit door relatief hoge geboortecijfers. Een substantieel deel woont in erkende Native American Nations (de vroegere ‘indianenreservaten’), maar verreweg de meeste leden wonen en werken daarbuiten, veelal in steden in de wijdere omgeving.
Recente studies zoals van Dunbar-Ortiz (2015), Blackhawk (2023), Hammalainen (2023) en Wilbur (2023) vertellen ook een ander verhaal dan de traditionele historische literatuur. En de aanwezigheid van Native American Representatives in het Amerikaanse Congres kan duiden op een betere acceptatie. Het begin van erkenning is er.