Marker Wadden: van natuurbehoud tot natuurnieuwbouw

9 maart 2018
Auteurs:
Jan van Mourik
Universiteit van Amsterdam
Dit artikel is verschenen in: geografie maart 2018
Hoeders van het landschap
Opinie
FOTO: JAN VAN MOURIK
Natuurbouw in uitvoering

Natuurmonumenten stelt natuur, landschap en cultuurhistorie veilig door gebieden aan te kopen en te beheren. Ook bij de Marker Wadden ligt de nadruk op bescherming van bedreigde natuur, in dit geval van het Markermeer. Maar dan op een bijzondere manier: door de aanleg van een groep nieuwe eilanden.

 

We vragen Roel Posthoorn, projectdirecteur van de Marker Wadden, waarom Natuurmonumenten met de aanleg van nieuwe eilanden in het Markermeer is overgestapt van natuurbehoud naar natuurbouw.

Hoe raak je als natuurbeschermer betrokken bij natuurnieuwbouw?

‘Natuur kun je niet bouwen, het gaat om het herstellen of creëren van condities waaronder de natuur zich kan ontwikkelen. De Marker Wadden zijn daarvan een vrij extreem voorbeeld, als reactie op de verregaande civieltechnische ingrepen in de Zuiderzee en het IJsselmeer uit het verleden (zie kader).

schaapskudden
BEELD: © GEOGRAFIE & KÖBBEN, 2018
Marker Wadden in het Markermeer

'We leven in Nederland op de grens van land en water, en die grens is altijd in beweging geweest. Ik werk al vele jaren op die grens. Het “tussenland” noem ik het zelf. Zo heb ik de omvorming van het eiland Tiengemeten begeleid. Daar trekt de cultuur zich terug ten gunste van de natuur. Het water krijgt de ruimte, ontpolderen heet dat. Bij de Marker Wadden ligt het net andersom. De eilanden zijn bedoeld om het Markermeer weer natuurlijke oevergebieden te geven.

'In de tweede helft van de 20e eeuw werd steeds duidelijker dat klassieke natuurbescherming de enorme achteruitgang in de biodiversiteit niet kon stoppen. De grote ontginningen en ruilverkavelingen, intensivering van de landbouw en de uitbreiding van stedelijk gebied leidden tot een enorme versnippering van de resterende natuurgebieden. Mede dankzij het eerste Natuurbeleidsplan (1990) is de strategie van natuurbescherming verbreed van alleen behoud naar ook herstel, ontwikkeling en verbinding. Een gebied als de Oostvaardersplassen, dat zich razendsnel kon ontwikkelen na de droogval van Zuidelijk Flevoland, was daarbij een belangrijke inspiratiebron. Vanaf dat moment zijn natuurgebieden uitgebreid en opnieuw met elkaar verbonden in de Ecologische Hoofdstructuur, ofwel het Nationale Natuurnetwerk.’

FOTO: JAN VAN MOURIK
Roel Posthoorn op de Marker Wadden.

Hoe kwam het idee voor de bouw van de Marker Wadden tot stand?

‘In het Markermeer is veel onderzoek uitgevoerd, zeker toen het steeds slechter ging met de vis- en vogelstand. De aandacht richtte zich niet alleen op de oorzaken van de achteruitgang, maar ook op mogelijke oplossingen. Een steeds terugkerend element van de analyses was de ontwikkeling van een groot moerassig gebied in het meest troebele deel van het Markermeer, dat ervoor zorgt dat de hoeveelheid slib in het water vermindert. Bovendien ontstaan door de aanleg van eilanden veel natuurlijke oevergebieden, zoals rietvelden en zandbanken. Dat zijn cruciale en nu vrijwel ontbrekende componenten van het ecosysteem van een zoetwatermeer. Vanuit Natuurmonumenten werd dat idee van harte ondersteund.

'De analyses lagen rond 2010 dus klaar, maar midden in de economische crisis voelde de overheid weinig voor een forse investering in natuurherstel. Om de patstelling te doorbreken, was volgens Natuurmonumenten een positieve interventie nodig. We wilden van een probleem (heel veel slib in het Markermeer) een oplossing maken (eilanden maken van slib, klei en zand). Met de aanleg van eilanden ontstaan natuurlijke oevergebieden en vermindert de hoeveelheid slib in het meer, en dat is gunstig voor de vis- en vogelstand. Bovendien vinden veel mensen het leuk een eiland te bezoeken. We hebben ons idee voorgedragen aan het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij, dat is bedoeld voor baanbrekende initiatieven. Met de toegekende bijdrage van 15 miljoen euro in 2012 konden we zelf een eerste grote private bijdrage op tafel leggen. We zijn daarna direct aan de slag gegaan om een publiek-private samenwerking op te zetten met de overheid om zo snel mogelijk te kunnen starten met de uitvoering van de eerste stap.’

BRON: BUREAU VISTA
Ontwerp van de Marker Wadden (5 november 2015)
Van Zuiderzee tot Marker Wadden

Na de dijkdoorbraken van de Zuiderzee in 1916 werd besloten het klaarliggende plan van ingenieur Cornelis Lely uit te voeren en de Zuiderzee af te sluiten. Als eerste fase in de ‘drooglegging’ van de Zuiderzee werd in 1930 de Wieringermeer ingepolderd. Toen twee jaar later het laatste gat in de Afsluitdijk gedicht werd, was de scheiding van Zuiderzee en Waddenzee een feit. Tussen 1936 en 1968 werden de Noordoostpolder en de beide Flevopolders gerealiseerd.

In 1976 kwam de Houtribdijk tussen Enkhuizen en Lelystad gereed als eerste fase in de aanleg van de Markerwaard, maar het zou bij deze dijk blijven. Door intensivering van agrarische productietechnieken nam de behoefte aan landbouwgrond af, terwijl de vraag naar ruimte voor stedelijke ontwikkeling groeide. Mede door de protesten tegen inpoldering van het Markermeer door natuurbeschermers, vissers en de recreatiesector besloot het kabinet in 1986 de inpoldering op te schorten. In 2003 volgde het besluit er helemaal van af te zien. Maar terwijl het IJsselmeer wordt gevoed door ‘vers’ IJsselwater, bereikt dit niet het Markermeer dat achter de Houtribdijk ligt. De ecologische kwaliteit van het meer loopt sterk achteruit. Vereniging Natuurmonumenten kwam in 2012 met plannen naar buiten om in het noordoostelijk gedeelte van het Markermeer een archipel van eilanden aan te leggen, de Marker Wadden, en zo de natuurwaarden van het hele meer te verbeteren.

Hoe ziet de ingreep in de abiotiek (aanleg van eilanden) eruit? En hoe werken jullie toe naar de beoogde biotische respons (natuurontwikkeling)?

‘De eilanden van Marker Wadden worden bijna helemaal opgebouwd met zand, klei en slib uit het Markermeer. Al het materiaal wordt in de directe omgeving van eilanden gewonnen. Zo ontstaat tegelijk een onderwaterlandschap van putten en geulen. De eilanden hebben een buitenrand van pleistoceen zand dat op grotere diepte gewonnen wordt. Ze worden opgevuld met klei en slib dat in het Holoceen is afgezet in het Markermeer. Voor de winning van dat materiaal zetten we een snijkop-zuiger in, die het naar een sproeiponton perst. De sproeier spuit de grond in laagjes op precies de goede plek, net zolang tot deze boven water komt.

'Er ligt nu al een complex van vele honderden hectares aan ondiep water, zanddammen en slikvelden. Een kaal landschap, nu nog vrijwel zonder begroeiing. Maar wanneer je goed kijkt zie je de eerste planten al staan. We verwachten dat de ontwikkeling naar een begroeid eiland razendsnel gaat verlopen. Binnen een jaar na aanleg hebben we in 2017 al de op één na grootste visdievenkolonie van Nederland op het eiland, met ruim 1800 broedparen. Op een deel van de slikvelden wordt riet ingezaaid. Dat moet helpen om een gevarieerde begroeiing op gang te krijgen.'

Welke plek hebben de Marker Wadden in het grotere geheel?

‘Het Markermeer maakt nu al deel uit van het Nationaal Natuurnetwerk (voorheen EHS) en valt ook onder de Europese natuurbeschermingsregels (Natura2000). Door de ontwikkeling van de Marker Wadden willen we niet alleen de achteruitgang van vogels en vissen stoppen, maar ook ruimte creëren voor planten en dieren die nu nauwelijks een plek hebben in het Markermeer. Zo komen er geen rietvogels voor omdat er geen natuurlijke oevergebieden zijn. Zij zullen daar straks wel een plek vinden. Belangrijk is vooral dat we het Markermeer met de nieuwe inrichting robuuster en toekomstbestendiger maken.’

Al het zand, klei en slib wordt in de directe omgeving van de eilanden gewonnen

Gaan de Marker Wadden een duurzame toekomst tegemoet?

‘De Marker Wadden dienen meerdere doelen: een betere waterkwaliteit, een betere natuurkwaliteit, meer ruimte voor natuurbeleving en ruimte voor innovaties. Het combineren van deze doelen is de kracht van het project, maar het kan natuurlijk ook wrijving geven. Daarom hebben we ervoor gekozen direct 1000 hectare te ontwikkelen. Dat geeft genoeg ruimte voor ruimtelijke zonering. Op het eerste en grootste eiland bevinden zich de haven en alle voorzieningen. Recreatie en natuur gaan hier hand in hand. Op de volgende eilanden heeft de natuur het voor het zeggen en zullen vrijwel nooit mensen komen.’

Kunnen we van Natuurmonumenten meer nieuwbouwprojecten verwachten?

‘Een ingreep als de Marker Wadden kan vooral noodzakelijk zijn bij grootschalige landschappen die sterk aan kwaliteit hebben ingeboet. Maar het is altijd maatwerk. Het Haringvliet is bijvoorbeeld in 1970 van de zee afgesloten. Daar zien we het liefst dat de Haringvlietsluizen opengezet worden, zodat de zee en de rivier weer met elkaar verbonden zijn. Technisch is het heel eenvoudig, er zijn geen grote inrichtingswerken nodig, maar toch ook complex omdat de aanvoer van zoetwater voor de omringende landbouwgebieden geborgd moet worden.'

Nog even geduld

Op dit moment is de archipel in wording nog een bouwplaats en dus niet toegankelijk. Er geldt een vaarverbod en er wordt volop gewerkt met groot materieel. Openstelling volgt naar verwachting In de herfst van dit jaar. Tot die tijd verzorgt Natuurmonumenten incidenteel excursies naar het gebied voor een beperkt aantal deelnemers. Geografie mag er hiervan een verloten aan een school met en groep aardrijkskundeleerlingen die aan de Marker Wadden een profielwerkstuk willen wijden (zie geografie.nl/markerwadden).