Naar een duurzamer en diverser voedselsysteem
Voedselbos-boer Wouter van Eck is tegen monoculturen en hij is niet de enige. Wat is er mis met monoculturen? En in hoeverre zijn voedselbossen een alternatief?
Veel landbouwgebieden die vroeger floreerden, zijn volgens Van Eck veranderd in woestijnen en dat komt doordat het monoculturen waren. ‘Kijk naar de Vruchtbare Halve Maan in het Midden-Oosten, het lössplateau in Noord-China en Arizona én naar de zandverstuivingen in Noord-Brabant en op de Veluwe. Allemaal gedegradeerde landbouwgebieden waar ooit een rijk ecosysteem bestond, dat vervangen werd door monoculturen van eenjarige gewassen. Die putten de bodem uit, bouwen geen koolstof op, vernietigen het bodemleven en dan eindig je in een soort woestijn.’
Lang niet iedereen zal het met hem eens zijn, maar er zijn meer mensen die kritische kanttekeningen plaatsen bij de moderne landbouw. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) is de wereldwijde genetische diversiteit van gewassen in de afgelopen decennia met maar liefst 90% gedaald. Hoewel er wereldwijd tussen de 50.000 en 300.000 eetbare planten zijn, nemen slechts 14 soorten 90 procent van de wereldwijde voedselvoorziening voor hun rekening; rijst, maïs en tarwe samen al meer dan de helft.
Uniformering voedselaanbod
Om de groeiende wereldbevolking effectief te kunnen voeden, hebben internationale landbouwontwikkelingsprogramma’s vooral gestuurd op het maximaliseren van de hoeveelheid calorieën en proteïnen per hectare, en minder op diversificatie in de geteelde gewassen. Men richt zich vooral op de zogeheten staple foods: gewassen met een hoge opbrengst die in een groot aantal klimaatzones te verbouwen zijn.
Daarnaast selecteren internationaal opererende voedselgroothandels gewassen op houdbaarheid en transporteerbaarheid (bijvoorbeeld de bestendigheid van de schil tegen kneuzingen), wat het aanbod verder uniformeert.
Aan de andere kant van de waardeketen leidt de globalisering met zijn fastfood-ketens, verwerkende industrie en retail-ketens ertoe dat traditionele voedselpatronen verdwijnen en het aanbod gestandaardiseerd wordt. Zo veranderen ook langzaam onze keukens in non-places: ze worden steeds minder bepaald door locatie, seizoen of traditie; op mondiaal niveau worden ze alsmaar uniformer. Vroeger werd er geen (stok)brood gegeten in Afrika en aten alleen Italianen pasta en pizza. Dit landbouw- en voedselsysteem is ook intrinsiek verbonden met chronische ondervoeding én overgewicht en obesitas. Omdat het voedselaanbod minder divers wordt, krijgen veel mensen een minder gevarieerd dieet.
Kwetsbaar systeem
Een voedselsysteem dat steunt op slechts een handjevol gewassen, is ook veel kwetsbaarder voor dreigingen als droogte, insectenplagen, ziektes en klimaatverandering. Zo werd in de jaren 1950 de Gros Michel-banaan – een ras dat via eindeloos klonen was ontwikkeld en vanwege de gunstige eigenschappen op grote schaal werd gekweekt – weggevaagd door de schimmel Fusarium oxysporum, de zogeheten Panamaziekte.
De focus op staple foods maakt ook dat de meeste landen slechts een paar gewassen verbouwen en de rest van hun voedsel importeren, een afhankelijkheid met grote gevolgen voor de wereldwijde voedselzekerheid. Toen de prijs van diverse granen in 2010 steeg door mislukte oogsten vanwege extreem weer in Rusland, Oekraïne, de Verenigde Staten en China, had dit gevolgen voor de politieke stabiliteit van bijvoorbeeld Egypte en Venezuela. Daar leidde de combinatie van hoge graanprijzen, hoge werkloosheid en de afwezigheid van een sociaal vangnet tot rellen en couppogingen, vanwege hun sterke afhankelijkheid van buitenlands graan om de bevolking te voeden. Ook tijdens de coronacrisis werd in veel landen de afhankelijkheid van buitenlands voedsel en lange aanvoerlijnen weer pijnlijk duidelijk.
Uitdagingen
De landbouw staat momenteel voor grote ecologische uitdagingen. Klimaatverandering, bijensterfte en schaarser wordende water- en fosfaatvoorraden maken het steeds moeilijker voldoende voedsel te blijven produceren voor de sterk groeiende en verstedelijkende wereldbevolking. Tegelijkertijd is de landbouw verantwoordelijk voor 70 procent van de wereldwijde zoetwaterconsumptie, een derde van de uitstoot van broeikasgassen en verder voor ontbossing, verlies van wetlands, natuurgebieden en biodiversiteit. De landbouw moet verduurzamen om de wereldbevolking van voldoende, kwalitatief goed en divers voedsel te voorzien.
Voedselbossen
Volgens Van Eck kunnen voedselbossen daar een grote rol in spelen. Ze zijn veerkrachtig en daardoor beter bestand tegen extreme droogte en hoosbuien dan de conventionele monocultuur. Zo verdorde het Noord-Europese landschap in de gortdroge zomer van 2018 en kelderden de opbrengsten, maar Ketelbroek bleef groen. Ook leggen voedselbossen koolstof vast in de bodem en in meerjarige gewassen, waarmee ze bijdragen aan CO2 -reductie. Daarom worden ze ook als optie genoemd in de Europese Green Deal. Met voedselbossen sla je twee vliegen in één klap (slechte vergelijking overigens in dit verband): meer bomen en toch voedsel. Een slim ontworpen voedselbos kan negen maanden per jaar eetbare producten leveren zoals noten, fruit, groenten, kruiden en zelfs vlees. De externe inputs aan arbeid en kapitaal zijn aanzienlijk kleiner dan bij de doorsnee monocultuur. Terwijl de productie van een voedselbos na elke oogst groeit. Het combineert biodiversiteit, milieubeheer, natuurbeheer én voedselproductie.
Onzekerheid
Er is echter nog veel onzekerheid over de rentabiliteit van voedselbossen. Er zijn er nog maar weinig in Nederland en cijfers over de potentiële productiecapaciteit en winstgevendheid ontbreken. Daarnaast betwijfelen critici of er grootschalig en mechanisch geoogst kan worden, of er veel vraag is naar de producten uit een voedselbos en of de gewassen houdbaar genoeg zijn. Voorstanders menen echter dat opschaling van de huidige voedselbossen mechanisatie mogelijk maakt. Ook zou een lagere productiviteit niet per se een probleem zijn, aangezien de huidige landbouw in theorie al 14 miljard mensen kan voeden. Momenteel wordt naar schatting tussen de 30 en 50 procent van het geproduceerde voedsel verspild tijdens oogst, opslag, transport, in de winkel of bij de consument. Een lager productieniveau in de voedselbossen zou daarom gecompenseerd kunnen worden door een efficiëntere inrichting van de voedselketen. En door minder vlees en zuivel te eten, want een groot deel van de landbouwgewassen is veevoer.
Barrières
Voedselbosbouwers in spé staan voor een aantal barrières. In de beginfase zijn er forse investeringen nodig voor de aankoop van grond en plantgoed. Een hectare landbouwgrond kost gemiddeld € 60.000 en daar komt nog eens € 15.000 à € 30.000 bovenop voor het pootgoed. Daarnaast is specialistische kennis nodig voor een optimale inrichting van een voedselbos. Tegenover hoge opstartkosten staat een geringe opbrengst in de eerste jaren. De meeste bomen hebben enkele jaren nodig voor ze hun eerste vruchten produceren. Het duurt minimaal vijf tot tien jaar voor een voedselbos echt productief wordt.
Opvallend is dat de interesse voor voedselbossen vooral van niet-agrariërs komt. Boeren lopen nog niet zo warm voor het idee. Dit komt onder andere omdat de huidige wetgeving niet is afgestemd op voedselbossen. Bij de aanplant van meer dan vijftig bomen per hectare verandert de status van landbouwgrond in natuurgrond, wat een flinke waardedaling betekent. Daarnaast is er vanuit de markt nog niet veel vraag naar de nieuwe producten uit voedselbossen. Het is een niche. Het onconventionele aanbod vindt vooral aftrek in het experimentele en lokaal gerichte segment van de food sector. Dat is wel aan het veranderen. Van Eck krijgt veel vragen uit de Randstad om producten te leveren, maar wil dat niet. ‘Zorg dat er voedselbossen in je eigen omgeving komen’, is zijn reactie. De markt voor voedselbosproducten moet duidelijk nog ontwikkeld worden, maar de tijd lijkt er rijp voor en een aanbod kan een vraag creëren.
Gunstig tij
In de komende jaren gaan voedselbossen de wereld nog niet voeden. Met de groeiende maatschappelijke interesse, de Green Deal Voedselbossen die een groot aantal overheidsinstanties en vele andere partijen in 2017 hebben ondertekend, en de Europese Green New Deal van Frans Timmermans kunnen ze wel een flinke boost krijgen. Zeker nu de huidige monocultuur tegen ecologische grenzen aan loopt. De FAO noemt agroforestry – een compromis tussen het voedselbos en de industriële landbouw, zie pag. 11 – een klimaatslimme en duurzame oplossing die bijdraagt aan een breed scala van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals) van de VN voor 2030.
BRONNEN
- Arenault, C. (2015). World's diet worsening with globalization, major study finds: TRFN. Reuters.
- Deelder, M. (2016). Maak kennis met de spannendste voedselinnovatie van de afgelopen jaren: het voedselbos. De Correspondent.
- Van Dinther, M. (2018). Welkom in het voedselbos, het paradijs van de luie boer. De Volkskrant.
- Van Dinther, M. (2019). Als ons landbouwsysteem failliet is, is het voedselbos dan het antwoord? De Volkskrant.
- Eetbaar Nijmegen (2018). Fruitteelt versus voedselbos.
- FAO (2004). What is happening to agrobiodiversity?
- FAO (2019). FAO’s work on climate change: United Nations Climate Change Conference 2019.
- FAO (2019). The state of the world’s biodiversity for food and agriculture.
- FAO (2019). Agroforestry and tenure.
- De Groot, E., & Veen, E. (2017). Food forests: an upcoming phenomenon in the Netherlands. Urban Agriculture magazine 33, pp. 34-36.
- Kinver, M. (2014). Crop diversity decline 'threatens food security'. BBC.
- Perez, I. (2013). Climate Change and Rising Food Prices Heightened Arab Spring. Online op ScientificAmerican.com.
- Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (2019). Op weg naar een natuurinclusieve landbouw. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
- Shiva, V. (2013). 'Seed freedom is the answer to hunger and malnutrition'. The Guardian.