Ophef rond wetsvoorstel landhervorming

1 januari 2015
Auteurs:
Ad van Hout
Community Interaction, Universiteit Stellenbosch
Dit artikel is verschenen in: geografie januari 2015
landbouw
Zuid-Afrika
Kennis
FOTO: SANDISO PHALISO/WCN
Protest van kleinschalige boeren bij het Zuid-Afrikaanse parlement tegen het langzame tempo van de landhervorming en tegen gebruik van genetisch gemodificeerd zaad.

Een radicaal wetsvoorstel van om de alsmaar uitblijvende hervorming van het grondeigendom in de landbouw vlot te trekken, leidt tot felle reacties. Behalve een rechtvaardige verdeling en werkgelegenheid is ook de voedselvoorziening van een groot deel van Afrika in het geding.

 

Bij gelegenheid van 'twintig jaar democratie' wordt in de ZuidAfrikaanse media de balans opgemaakt van de landbouw. In al die beschouwingen krijgt één kwestie zelden de aandacht die het verdient. Dat is het nog altijd uitblijven van een hervorming van het grondeigendom in de landbouw. Het progressieve magazine NewAfrican opent in het augustus/septembernummer met wat ze noemt de ticking timebomb. Zonder daadwerkelijke toegang tot land voor zwarte boeren zal Zuid-Afrika op korte termijn imploderen, voorspelt het blad. Een recent wetsvoorstel van de ANC-minister van Land Reform and Rural Development Nkwinti moet de impasse doorbreken die al jaren bestaat. Maar gezien de felle reacties is het de vraag of dit wetsvoorstel het ontstekingsmechanisme van de bom tijdig onklaar kan maken.

Landroof

Wat ging eraan vooraf? In 1910 roepen blanke kolonisten (Afrikaner Boeren en Engelse settlers) de Unie van Zuid-Afrika uit. De Natives Land Act van 1913 berooft zwarte boeren van 93 procent van hun land. Al die grond komt in handen van blanke boeren. De 7 procent die voor de zwarte boeren overblijft , ligt in droge, voor productieve landbouw weinig geschikte gebieden. Later in de jaren '60, nadat vanaf 1948 de Apartheid is verankerd in wet- en regelgeving, wordt dat magere areaal bij de vorming van de gewraakte thuislanden uitgebreid tot 13%. De oorspronkelijke zwarte eigenaren van het door de blanke boeren geconfisceerde land kunnen tegen een schamel loon als landarbeider gaan werken bij de blanke boeren. En dat alles blijft zo tot het officiële einde van de Apartheid in 1994.

De in de jaren '20 en '30 van de vorige eeuw bekende zwarte schrijver-journalist en eerste secretaris-generaal van het ANC, Sol Plaatje, schrijft direct na de inwerkingtreding van de Natives Land Act met Native Life in South-Africa een felle aanklacht tegen dit grove onrecht. De eerste zin van dit boek luidt: 'Awaking on Friday morning, June 20, 1913, the South African Native found himself, not actually a slave, but a pariah in the land of his birth.' Daarna beschrijft Plaatje het tragische lot van zwarte boeren aan de hand van de lotgevallen van Kgobadi, die op grond van de Natives Land Act afstand moet doen van het land dat al generaties lang het bezit is van zijn familie. Een blanke boer wordt de nieuwe eigenaar; hij biedt Kgobadi aan om bij hem voor 30 shilling (nu ongeveer 150 dollar) per jaar te komen werken als landarbeider. Kgobadi slaat dit vernederende aanbod af. Hij en zijn familie zullen nooit meer terugkeren op hun voormalige eigendom. Kgobadi sterft in bittere armoede. Miljoenen zwarte boeren ondergaan hetzelfde tragische lot als hij.

Vestingstad
KAART: GEOGRAFIE & B.J. KÖBBEN 2015 ©
Zuid-Afrika
Landbouw in Zuid-Afrika

De Zuid-Afrikaanse landbouw heeft een duaal karakter: een moderne, commerciëe sector die voor de markt produceert, en een traditionele die vooral gericht is op zelfvoorziening. De moderne, commerciële landbouw is nog bijna altijd het exclusieve domein van zo'n zestigduizend blanke boeren. Ruim zeshonderdduizend zwarte boeren bedrijven de zelfvoorzienende landbouw. Zuid-Afrika heeft een oppervlak van 1,2 miljoen vierkante kilometer. Dat is ongeveer 32 keer Nederland. Daarvan is slechts 12 procent bruikbaar voor de verbouw van  gewassen. Van die 12 procent geeft slechts een vijfde dankzij gunstige natuurlijke omstandigheden hoge opbrengsten. Doorslaggevend daarbij is de beschikbaarheid van water. Grote delen van het land ontvangen veel te weinig neerslag voor intensieve landbouw, en de regen valt bovendien heel onregelmatig. Ongeveer 1,3 miljoen ha landbouwgrond wordt dan ook bevloeid of kunstmatig beregend. Intensieve akkerbouw en het gemengd bedrijf zijn alleen mogelijk in gebieden waar 's winters (bijvoorbeeld De Westkaap) of ís zomers (bijvoorbeeld KwazuluNatal) de nodige neerslag valt. Runderen worden op een extensieve manier gehouden in de semi-aride regio's, en schapen en geiten in de aride gebieden als de Karoo. Het meest voorkomende gewas is mais, gevolgd door tarwe, suikerriet en zonnebloemen. De wijnbouw concentreert zich in de Cape Winelands, ten oosten van Kaapstad. Een nieuw fenomeen zijn de wildboerderijen (private game farms) waar toeristen de Big Five kunnen zien en soms kunnen jagen op groot wild. Bijna alle agrarische producten worden in Zuid-Afrika zelf verwerkt. Deze agroindustrie is goed voor 20 procent van de waarde van de totale industriële productie. Na metaal en chemie is het de belangrijkste industrietak. Zuid-Afrika is voor alle belangrijke agrarische producten zelfvoorzienend en een belangrijke exporteur naar Afrikaanse buurlanden als Namibië, Botswana, Mozambique en Zimbabwe. Ook Swaziland en Lesotho importeren bijna al hun voedsel uit Zuid-Afrika. Citrusvruchten, fruit, rooibosthee, bloemen en wijn vinden vooral hun weg naar West-Europa. Er wordt ook steeds meer (dure) wijn geëxporteerd naar China.

Claims

Het Freedom Charter van het ANC uit 1955 spreekt nadrukkelijk over de noodzaak om na de omverwerping van het apartheidsregime het landeigendom radicaal te hervormen. Maar in de twintig jaar dat het ANC aan de macht is, komt daar weinig van terecht. Bij de onderhandelingen tussen de regering van De Klerk en het ANC in de periode 1990-1994 kiest men voor het compromis van de Willing Seller - Willing Buyer (WSWB). Volgens dat principe zou de overheid op de open markt grond moeten opkopen om die vervolgens te verdelen onder landloze zwarte boeren. Daarnaast stelt de eerste ANC-regering in 1994 de Restitution of Land Rights Act op die bepaalt dat zwarte boeren tot 1998 de tijd krijgen om claims in te dienen op land dat vóór 1913 aantoonbaar familiebezit was. Tot 1998 worden er slechts tachtigduizend claims ingediend, terwijl dat er naar schatting vijf keer zo veel hadden kunnen zijn. Dat die uitblijven, wordt toegeschreven aan onvoldoende voorlichting en frustrerende, bureaucratische procedures. Ook een gebrekkige registratie van eigendomsrechten heeft daarbij ongetwijfeld een rol gespeeld.

In 1994, bij het aantreden van de eerste democratisch gekozen ANC-regering, hebben zo'n zestigduizend blanke commerciële boeren 87 procent van de landbouwgrond in handen. De regering wil in vijf jaar 30 procent, ofwel 25 miljoen hectare van het landbouwareaal overhevelen naar zwarte boeren. In 2012, achttien jaar later, is maar een kleine 8 miljoen hectare, een derde van de beoogde hoeveelheid, in handen gekomen van zwarte boeren.

FOTO: KATE HOLT/AFRICA PRACTICE/DFAT
Een vrouw op haar landje in Kaapstad, opgezet door een lokale vrijwilligersorganisatie met steun vanuit Australië. Het project voorziet in voedsel en inkomen voor de lokale, kleine boeren.

National Development Plan



Anno 2014 wordt algemeen toegegeven dat noch de WSWB, noch de Restitution of Land Right Act veel heeft opgeleverd. Nog altijd is 79 procent van de landbouwgronden in het bezit van blanke boeren. In twintig jaar tijd is dus maar 8 procent van de grond herverdeeld. In juni ondertekent president Zuma een amendement op de Restitution of Land Rights Act van 1994. Dit amendement heropent de in 1998 gesloten mogelijkheid om claims in te dienen, voorlopig tot 30 juni 2019.

In 2011 stelt een breed samengestelde commissie van deskundigen uit wetenschap, bedrijfsleven en politiek het National Development Plan (NDP) 2030 op. Prominent lid van deze commissie is ANC-kopstuk Cyril Ramaphosa, de huidige vicepresident. In het hoofdstuk over de rurale economie staat dat een gedegen landhervorming noodzakelijk is om het volle potentieel van de landbouw in Zuid-Afrika te kunnen benutten. Niet alleen qua productiecapaciteit, maar ook qua werkverschaffing. Volgens het NDP moet de landbouw tot 2030 bijna 1 miljoen nieuwe banen (640 duizend direct en 325 duizend indirect) scheppen. Sinds 1994 is er 5,4 miljoen hectare landbouwgrond herverdeeld en is er op basis van de tachtigduizend ingediende claims 2,4 miljoen hectare toegewezen aan de erfgenamen van zwarte boeren die land verloren door de Natives Land Act.

De verdere landhervorming moet wel werkbaar, effectief en pragmatisch zijn, stelt het NDP. Het voorstel is daarom in een hoger tempo dan tot nu toe land terug te geven aan zwarte boeren, echter zonder de markt voor landbouwgrond te verstoren en het zakelijk vertrouwen in de commerciële (lees: blanke) landbouw weg te nemen. Zwarte boeren die land krijgen toegewezen, moeten een gedegen training krijgen (onder andere door blanke, commerciÎle boeren met veel kennis en ervaring) om zich de benodigde agrarische knowhow en commerciÎle vaardigheden eigen te maken.

Ook moeten ze toegang krijgen tot kredieten om te kunnen investeren. Pas dan zullen ze ook voor de markt kunnen gaan produceren en mensen in loondienst nemen en de werkgelegenheid in de landbouw verruimen.

FOTO: THE WANDERING ANGEL
Na twintig jaar ANC-bewind leeft het grootste deel van de zwarte en gekleurde bevolking op het platteland en in de townships nog in bittere armoede. Op de foto: krot in Limpopo, in het noordoosten van Zuid-Afrika.

Twintig jaar democratie

In 2014 vierde Zuid-Afrika dat twintig jaar geleden, in 1994, met de eerste vrije, democratische verkiezingen voorgoed afscheid werd genomen van het verwerpelijke apartheidsregime. Dat die overgang vanaf 1994 vreedzaam, zonder bloedvergieten, is verlopen, wordt alom toegeschreven aan het bindend vermogen, de verzoenende houding en het charisma van de vorig jaar overleden Nelson Mandela. Veel Zuid-Afrikaanse media maken dit jaar ter gelegenheid van de twintigste verjaardag van de vrije democratie de balans op. Altijd worden allereerst de democratische vrijheden van het nieuwe Zuid-Afrika nog eens expliciet gekoesterd. Direct gevolgd door de vaststelling dat de problemen van het land op velerlei gebied nog immens zijn. Daarbij klinkt de kritiek op het al twintig jaar regerende ANC steeds luider. Het ANC liet zich in de bevrijdingsstrijd leiden door socialistische idealen, maar heeft sinds ze het land regeert, vanaf 1994 zonder aarzeling gekozen voor een vrijemarkteconomie waarin buitenlandse investeerders van harte welkom zijn. Dat heeft vooral in de laatste jaren van 20e eeuw geleid tot een forse economische groei waardoor Zuid-Afrika zelfs mocht aanschuiven bij de groep van BRIC-landen (vanaf dat moment BRICS). De laatste jaren stagneert de economische groei echter, de waarde van de Rand is behoorlijk gedaald en begin dit jaar is Zuid-Afrika door Nigeria voorbijgestreefd als het land in Afrika met het grootste bruto nationaal product (bnp). De voor de export zo belangrijke mijnbouwsector wordt regelmatig lamgelegd door maandenlange, vaak gewelddadige stakingen, geleid door machtige vakbonden. Maar pijnlijk voor het ANC is vooral dat de ongelijkheid tussen een rijke boven laag en de grote arme massa de afgelopen twintig jaar is toegenomen. Door de politiek van Black Economic Empowerment (BEE) en positieve discriminatie (affirmative action) tellen de rijke bovenlaag en de middenklasse wel steeds meer zwarte en gekleurde mensen en bevinden zich onder de arme massa ook steeds meer poor whites. Raciale scheidslijnen lijken gaandeweg vervangen te worden door klassenverschillen. Wat dat betreft is er zeker veel veranderd sinds de afschaffing van de Apartheid. Maar het grootste deel van de zwarte en gekleurde bevolking in Zuid-Afrika leeft zowel op het platteland als in de treurigstemmende townships nog altijd in bittere armoede. Meer dan een kwart van de geregistreerde beroepsbevolking heeft geen werk. Mede daardoor steken in de townships soms gewelddadige vormen van xenofobie de kop op, gericht tegen de miljoenen, vaak illegale migranten uit andere Afrikaanse landen die het verwijt krijgen banen in te pikken. Lokale en provinciale overheden slagen er maar niet in de basale diensten te leveren die van hen verwacht mogen worden. En dan zijn er nog de zich opstapelende corruptieschandalen waarin vele ANC-politici, met president Zuma voorop, verwikkeld zijn.

Wetsvoorstel

Sinds februari laait de discussie over de landhervormingen weer hoog op in de media. Dit naar aanleiding van een wetsvoorstel van Gugile Nkwinti, de minister van Land Reform and Rural Development. Met zijn voorstel, Strengthening Relative Rights of People Working the Land, wil de minister voorkomen dat landarbeiders die al sinds generaties in schamele behuizingen op het eigendom van de blanke boeren wonen, door diezelfde blanke boeren gedwongen worden hun heil elders te zoeken, nu landarbeiders door voortgaande mechanisatie gaandeweg overbodig worden. Nkwinti wil dat 50 procent van het grondeigendom van de blanke boer verdeeld wordt onder de landarbeiders die tien jaar of langer op de boerderij hebben gewoond en gewerkt. De Staat zal betalen voor het land dat wordt toegewezen aan de landarbeiders. Dat geld gaat echter niet naar de blanke boer, maar wordt gestort in een Investment and Development Trust. Dit fonds wordt aangewend om de ex-landarbeiders kredieten te verstrekken en hen te scholen in het agrarisch ondernemerschap.

Het is niet duidelijk of het radicale wetsvoorstel van Nkwinti in het parlement op brede steun kan rekenen van zijn partij, het ANC. Partijwatchers stellen vast dat de verdeling van 50 procent van het grondeigendom van blanke boeren onder landarbeiders niet gebaseerd is op enige resolutie aangenomen tijdens een ANC-partijcongres. De Democratische Alliantie (DA), de grootste oppositiepartij die bij de recente parlementsverkiezingen in mei flink wat zetels won, vooral door de stemmen van teleurgestelde ANCkiezers, heeft het voorstel van Nkwinti in ieder geval direct van de hand gewezen. Volgens partijleider Helen Zille van de DA moeten de NDP-voorstellen een eerlijke kans krijgen. Voor Julius Malema, de leider van de nieuwe, radicaal-linkse partij EFF (Economic Freedom Fighters), die bij de recente verkiezingen bijna 6,5% van de stemmen kreeg, gaat het wetsvoorstel juist niet ver genoeg. De EEF beschouwt het land van blanke boeren als stolen property dat onvoorwaardelijk en per direct moet worden teruggegeven aan de rechtmatige eigenaren, de zwarte boeren.

Kritiek



Zoals te verwachten, noemen organisaties van blanke boeren het wetsvoorstel 'onverantwoordelijk' en melden dat hun leden bij aanname ervan serieus zullen overwegen te emigreren. Maar ook landbouweconomen en voedseldeskundigen verbonden aan universiteiten van Pretoria en de Westkaap trekken fel van leer tegen het wetsvoorstel van Nkwinti. Zij stellen vast dat de meeste landarbeiders geen aanspraak zullen kunnen maken op grond, omdat ze minder dan tien jaar gewoond en gewerkt hebben op de boerderij van de blanke boer. Er zullen dus veel banen in de landbouw verloren gaan. Degenen die hun baan verliezen, zullen hun toevlucht zoeken in rurale townships. Hun huisvesting, water- en elektriciteitsvoorziening die tot nu toe werden verzorgd door de blanke boer, komen dan voor rekening van de lokale overheden die toch al veel moeite hebben om adequaat in deze diensten te voorzien.

Maar de grootste kritiek van deze wetenschappers is dat het wetsvoorstel een enorme bedreiging vormt voor de voedselveiligheid van Zuid-Afrika. Zij voorspellen dat met de aanname van dit wetsvoorstel de agrarische productie van het land met de helft zal afnemen, met als gevolg hogere voedselprijzen en nog meer honger voor de miljoenen armen. Dat zou voor Zuid-Afrika pas echt een tikkende tijdbom zijn. 

BRONNEN