Sex and the City
Waarom we het (niet alleen) over seksualiteit in de stad moeten hebben
Steeds meer stadsgeografen buigen zich over de sociaalruimtelijke aspecten van seksualiteit, zoals het ontstaan van gaybourhoods, seksueel burgerschap en queer gentrificatie. Kay Mars onderzocht de bewegingen en alledaage ervaringen van jonge queer mannen in Porto Alegre in Brazilië. Maar niet alleen hun seksualiteit blijkt bepalend.
Hoe gaan jonge homo- en biseksuele mannen om met hetero- en homonormativiteit in de stedelijke ruimte? Welke delen van de stad identificeren zij als queer en hoe bewegen ze daarin? Ik vroeg een aantal jonge homo- en biseksuele mannen hun persoonlijke stadsgrenzen te trekken en de verschillende delen van de stad in eigen woorden te beschrijven. Al lijken deze ‘queer kaarten’ op het eerste gezicht vrij tweedimensionaal, de verhalen erachter zijn gevuld met emoties en gedetailleerde persoonlijke ervaringen.
Bestudering van de kaarten maakt grofweg drie buurten (bairros) zichtbaar: de relatief progressieve uitgaanswijk Cidade Baixa, de meer conservatieve en elitaire wijk Moinhos de Vento en het historische stadscentrum Centro. Afhankelijk van hun persoonlijke ervaringen noemen de informanten deze stedelijke ruimtes queer-vriendelijk of juist niet.
Zichtbaarheid en narratief
Een queer-vriendelijke buurt kenmerkt zich vaak door de zichtbaarheid van alles wat queer is of ermee geassocieerd kan worden. Mijn informanten zien veel andere queer mensen in de publieke ruimte, bijvoorbeeld een lesbisch koppel dat handin- hand over straat loopt, én veel materiële symbolen die de aanwezigheid van queer aanduiden, zoals een regenboogvlag in de etalage van een boekenwinkel.
Daarnaast blijken er historische verhalen of narratieven aan bepaalde delen van de stedelijke ruimte gekoppeld te zijn, waardoor deze doorgaan voor ‘progressief’ of ‘tolerant’ tegenover queer mensen of andere minderheidsgroepen in de samenleving. Zo vertellen enkele van mijn informanten over de oorsprong van Cidade Baixa als quilombo – een plek waar tot-slaaf-gemaakte Afrikanen hun toevlucht zochten en een eigen (zwarte) gemeenschap bouwden, weg van de plantages van hun voormalige ( witte) ‘eigenaren’. Ik kom ook verhalen tegen over de ontwikkeling van Cidade Baixa tot studentenwijk gedurende de militaire dictatuur van halverwege de jaren 1960 -1980. Die demografische samenstelling zorgde voor een meer progressieve en tolerante atmosfeer in dit deel van de stad. Deze twee narratieven maken samen met de zichtbare aanwezigheid van andere queer mensen en voorzieningen – ook al zijn die vooral op witte en middenklasse homoseksuele mannen afgestemd – dat veel mannen dit deel van Porto Alegre als queer-vriendelijk beschouwen. De buurt Moinhos de Vento iets verderop wordt veelal gezien als een meer conservatief, elitair en exclusief deel van de stad. Maar niet iedereen ervaart dat zo. Een aantal informanten vindt Moinhos de Vento relatief queer-vriendelijk. Dit lijkt dan ook met scherpe randvoorwaarden te komen, namelijk wit zijn en deel uitmaken van de stedelijke midden- en bovenklasse. In Moinhos de Vento lijkt slechts ruimte te zijn voor degenen die passen binnen het homonormatieve beeld van de rijke, kosmopolitische homoseksuele man. Arme, niet-witte homo- en biseksuele mannen voelen zich hier in veel opzichten juist buitengesloten.
Sociaal-ruimtelijke navigatie
De geïnternaliseerde queer kaarten lijken voor een groot deel te bepalen hoe jonge homo- en biseksuele mannen door de stedelijke ruimte ‘navigeren’. Sociaal-ruimtelijke navigatie vindt plaats op een bepaalde plek of in een bepaalde ruimte, maar wordt ook beïnvloed door die ruimte. Kort gezegd, de plaats bepaalt mede wie waar op welke manier en wanneer navigeert. Vaak gaat het om subtiele strategieën gericht op het verhullen van persoonlijke, lichamelijke kenmerken zoals iemands stem of manier van lopen die iets onthullen over de seksualiteit van die persoon. Zo vertelt een van de informanten hoe hij zijn gedrag aanpast wanneer hij in een bepaald deel van het centrum over straat loopt. ‘Ik loop snel door, maar niet te snel’, vertelt hij. ‘Ik ga niet rennen of zo, maar ik loop op een zelfverzekerde manier. En ik kijk altijd alsof ik boos ben, alsof ik in een heel slecht humeur ben, in ieder geval zo dat niemand mij aanspreekt op straat.’ Zijn verhaal laat ook zien welke subtiele vormen sociaal-ruimtelijke navigatie aanneemt. Maar… wie is in staat ‘zelfverzekerd’ over straat te lopen? Wie lukt het voor heteroseksueel door te gaan? En wie moet extra moeite doen om zijn ‘vrouwelijkheid’ of queer zijn te verhullen?
Intersectionele benadering
Om sociaal-ruimtelijke navigatie te begrijpen, moet je niet alleen kijken naar hoe groepen jonge homo- en biseksuele mannen zich op bepaalde plekken op bepaalde manieren gedragen. Want er zijn andere identiteitsaspecten zoals ras, klasse en leeftijd die met seksualiteit interfereren. Voor veel mannen in het onderzoek blijkt niet hun seksualiteit het meest bepalend voor hoe zij zich in de stedelijke ruimte bewegen, maar het feit dat zij arm of zwart zijn. Een zwarte, homoseksuele informant vertelt dat hij zich in een park vlak bij Cidade Baixa als een echte macho gedraagt om niet zo snel door andere mensen lastig gevallen te worden. Terwijl hij zich in een park in het witte en elitaire Moinhos de Vento juist gedeisd houdt om zo min mogelijk aandacht te trekken. Bijna altijd is een complex geheel van identiteitsaspecten bepalend voor de sociaal-ruimtelijke navigatie. Verschillende soorten privileges geven bepaalde groepen homo- en biseksuele mannen meer ruimte om op een gemakkelijke(re) manier te navigeren in de stad. Het is niet zo dat op de ene plek seksualiteit geen rol speelt en ras het overneemt. Iemand is tegelijkertijd bijvoorbeeld wit én homoseksueel, zwart én biseksueel. De plek lijkt te bepalen welk identiteitsaspect meer beklemtoond wordt. Dit intersectionele samenspel van identiteitsaspecten leidt tot een unieke ervaring, die weer een specifieke vorm krijgt op elke andere locatie. Dit complexe samenspel van identiteitsaspecten is bepalend voor de betekenis van plaats in het alledaagse doen en laten van deze mannen. Wetenschappelijk onderzoek of beleid dat iets zinnigs beoogt te zeggen over het leven van jonge homo- en biseksuele mannen, maar vervolgens uitgaat van slechts één – homonormatieve – vorm van queer zijn, waarbij factoren als ras en klasse genegeerd worden, is gedoemd te mislukken. Geografisch onderzoek of beleid dat relevant en betekenisvol wil zijn voor bepaalde groepen mensen in de samenleving, dient de diversiteit en veelvoudigheid aan achtergronden en ervaringen binnen deze groepen te erkennen en te omarmen.
Dit artikel is een weerslag van Kay Mars’ afstudeeronderzoek naar de stedelijke mobiliteit en alledaagse ervaringen van jonge queer mannen in Porto Alegre, een stad in het zuiden van Brazilië. Hier volgde hij van 2015 tot 2016 een deel van zijn studie Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de Universidade Federal do Rio Grande do Sul.